De stad zit vol bijzondere winkels met een interessant verhaal, DUIC gaat op pad om deze verhalen op te sporen. Zita Eijzenbach ging deze week op bezoek bij Stigne van Woerkom van Aba-i aan de Lijnmarkt 32-34.
Aba-i is een woonwinkel met voornamelijk textiel. Gordijnen, kleden, kussens, dekens en spreien zijn er in de meest bonte kleuren en motieven. Alles is handgemaakt en afkomstig van kleine bedrijfjes uit onder andere India, Turkije, Vietnam en Marokko, waar de familie Van Woerkom zelf de inkopen doet.
“We gaan altijd zelf naar de leverancier toe om de producten eerst goed te kunnen bekijken voordat we ze inkopen.” vertelt dochter Stigne (34). “Mijn ouders zijn een goed team. Hij zoekt de leveranciers en de producten bij elkaar en zij zoekt de producten voor de winkel uit. Ze weet precies wat er goed verkoopt.”
De familie achter Aba-i vindt het belangrijk dat de producten op een goede manier gemaakt worden, dat er eerlijk gewerkt wordt en dat de medewerkers goed behandeld worden. Waar mogelijk, probeert het Utrechtse bedrijf de situatie aan de andere kant van de wereld te verbeteren en houdt ze een oogje in het zeil bij de productie.
“Vijf jaar geleden is de productie van de weverijen en blockprinters in Jaipur –India- erg verbeterd. De verven die ze gebruiken, worden niet langer in de rivier gedumpt, maar het water wordt nu gereinigd en hergebruikt in een daarvoor speciaal ontwikkelt centrum. Het initiatief moet vanuit henzelf komen, maar waar we kunnen, steunen we ze. Het is natuurlijk niet perse nodig, maar wij vinden het belangrijk dat er goed gewerkt wordt.”
Blockprinten is een handwerktechniek waarbij stoffen bedrukt worden met geverfde houten blokken. Deze stempels hebben ieder hun eigen kleur en worden om beurten op de stof gedrukt. Het Indiase bedrijf Anokhi bedrukt op deze manier plaids, kleden en dekbedovertrekken. Stigne is er weg van.
“Dat is zo puur handwerk, echt heel erg mooi! Er zitten wel eens kleine foutjes in de print of het weef- of naaiwerk, maar dat hoort er gewoon bij. Alle artikelen hier zijn uniek.”
Van Abal naar Aba-i
Als de eigenaar van Abal in 1984 op zoek gaat naar een opvolger, biedt toenmalige werknemer Noud van Woerkom (68) zich aan. Samen met zijn vrouw Lise Drachman (63) zet hij het Oosterse sprookje van de cadeauwinkel aan de Lijnmarkt voort. De naam moet anders, maar om het voor de klanten herkenbaar te houden, wordt er slechts een kleine wijziging doorgevoerd. De naam Aba-i -in het Arabisch ‘zoon van de vader’- verwijst nog altijd naar de vroegere naam van de winkel. Op de zoon van mede-eigenaar Noud heeft de naam geen betrekking.
“Vroeger werkten we hier alle vier; mijn ouders vast en mijn broer en ik als tieners in de zomers. Dan stonden we containers uit te laden en hielpen we bij de kassa. Na onze studie zijn we allebei iets anders gaan doen; beide in een andere branche. Ik heb een paar jaar in het buitenland gewerkt en daarna in Den Haag, maar de winkel lonkte. Mijn hart ligt bij Aba-i, dus kwam ik terug.”
“Ik heb het heel erg naar mijn zin; het is zo veelzijdig. Ik sta in de winkel, maar verzorg ook de webshop, de administratie ik ben ook nog aan het sjouwen zoals in de zomers vroeger. Mijn ouders zijn voorlopig nog gewoon de eigenaren. Ondanks dat ze wel met pensioen zouden mogen, denken ze er echt nog niet aan om te stoppen.”
“Mijn ouders -63 en 68- denken er nog niet aan om met pensioen te gaan!”
Westers
Eens binnen geweest, komen de meeste klanten terug in de winkel. De kinderen die dertig jaar geleden met hun ouders mee kwamen, lopen nu zelf binnen met hun eigen kinderen. Ondanks de herkomst van de stoffen, zijn de meeste klanten westers.
“Ik denk dat mensen uit Marokko en Turkije hier hun eigen adresjes wel hebben.”
“Maar je ziet ook weer veel toeristen hier,” vult medewerker Marieke aan. “Voor hen is het echt een feest van herkenning.”
“We kopen wel voor alle culturen in,” vervolgt Stigne, “Maar het productieproces is echt op de Westerse wereld gericht. De Indiërs in India, kopen heel wat anders dan wat er bij ons te koop is.”
Banken en kimono’s
Naast de stoffen in warme kleuren en drukke prints, zijn er ook meer ‘rustigere’ producten. Sinds een aantal jaar zijn er effen stoelen en twee- en driezitsbankjes uit Denemarken. Vader Noud brengt ze met zijn bestelwagen naar alle uithoeken van Nederland. De ritten naar Groningen doet hij minder graag.
“Daar zijn ze ook populair, maar het is wel drie uur rijden. Aan de telefoon zeggen we dan ‘De chauffeur komt het bij u brengen!”, maar dan is het stiekem de eigenaar.” lacht Stigne. “Mijn vader vindt het persoonlijke contact leuk en hij zet de bankjes graag voor de klant in elkaar. En ja, een rit naar Groningen, Den Haag of het zuiden van Limburg hoort er dan gewoon bij.”
“Zo’n grijs bankje is heel mooi met een gekleurde sprei. Het gaat echt om de combinatie. Ik heb zelf ook wel een IKEA-kastje thuis, maar die heb ik dan opgeleukt met de gekleurde deurknopjes van hier.”
De kimono’s van dun katoen doen het al jaren goed bij jong en oud. Ze komen uit India, zijn bedrukt met gekleurde design en hebben korte maar enorm brede mouwen.
“Het is maar klein pakketje in je koffer, dus hij kan ook mee op reis. Oudere dames die naar het ziekenhuis moeten en jongeren die naar de sauna gaan: ze nemen er graag zo eentje mee. Je trekt wel veel bekijks met zo’n gekleurde kimono. Zelf draag ik ‘m ook graag thuis en hij zit heerlijk, maar je moet er niet de afwas mee gaan doen!” lacht Stigne.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.