De stad zit vol bijzondere winkels met een interessant verhaal. DUIC gaat op pad om deze verhalen op te sporen. Deze week gingen wij op bezoek bij Bloemenhuis Orchidee aan het Oud-Wulvenplantsoen in Hoograven. De bloemenzaak van Rob (54) en Monique (53) Schrijvers bestaat al bijna zestig jaar.
“Mijn opa is begonnen met het verkopen van bloemen op de markt, op het Janskerkhof”, vertelt Rob. Hij loopt door de winkel, naar de werkruimte achterin. Op een hoge tafel staan manden, vazen en een hoop kleurige bloemen, die hij snijdt en rangschikt. Op de grond ligt het restmateriaal: vooral stengels en blaadjes. Het ruikt er, onmiskenbaar, fris en groen.
“Maar mijn opa wilde een winkel. En die is er gekomen, hier, in 1958”, gaat hij verder. De zaak is nu onderdeel van het nieuwgebouwde winkelcentrum aan ‘t Goylaan. De winkel is modern en licht ingericht en verraadt niets van haar leeftijd. Rob en Monique werken al bijna 35 jaar in de zaak, die hiervoor van Rob’s vader was. In 1989 was het zijn beurt.
“Mijn vader is toen ineens ernstig ziek geworden, vandaar dat het plots heel snel ging. Ik was 25 en van dinsdag op woensdag moest ik de zaak overnemen, terwijl we daar normaal jaren voor zouden hebben. En eigenlijk wilde ik nooit bloemist worden. Ik hield van alles wat gemotoriseerd was: lekker sleutelen aan auto’s, brommers, skelters, noem maar op. Daarom heb ik de opleiding autotechniek gedaan.” En toch staat hij er bijna dagelijks met een brede glimlach op zijn gezicht.
“Dit smaakte uiteindelijk naar meer, ik had het eigenlijk gelijk naar mijn zin. Dat zit dan toch in je genen”, verklaart hij tevreden. “Ik ben geboren boven de winkel. Mijn zus Irma overigens ook, in 1958, toen de winkel nog maar net bestond. Zij werkt hier ook al jaren.”
Veranderende wijk
Uit een piepklein halletje zijn ondertussen de oude foto’s, ingelijst als collages, tevoorschijn gekomen. De veranderingen zijn goed zichtbaar. “Mijn haar!”, proest Monique, wijzend naar haar volle, getoupeerde haardos uit 1989. “We zijn twee keer verhuisd, maar zijn altijd in deze honderd meter van de wijk gebleven. In 1996 verhuisden we tijdelijk naar de overkant van de weg en in 2009 zijn we naar hier verhuisd, toen deze nieuwbouw af was”, vertelt Rob.
De verhuizingen zijn voor hem de mooiste herinneringen aan al die jaren in de bloemenzaak. “Helemaal opnieuw inrichten, groeien en van niets af aan beginnen, dat is heel spannend. Dat vergeet ik nooit meer.” Hij heeft de wijk volledig zien veranderen, maar is wel blij met de uitkomst. “In de oude situatie van vijftien jaar terug was het hier verpauperd. Toen stonden hier die jaren vijftig flats nog. Maar er was veel leegstand, verouderde woningen en plankwoningen. En daar komt van alles en nog wat op af natuurlijk. Het is nu weer zoals het moet zijn.”
De wens van de klanten is ook veranderd. Wat nu populair is, zijn de zogenoemde ‘plukboeketten’. “Het zijn boeketten die niet traditioneel rond of strak gebonden zijn met bloemen van één soort, maar boeketten waarin allerlei losse takken of bloemen zitten die een beetje uitsteken, waardoor ze bij elkaar geplukt lijken.” En wat hij thuis heeft staan? “Daar gaat Monique over. We hebben beide niet echt een lievelingsbloem, maar ze zou bijvoorbeeld nooit iets geels of oranje neerzetten. Dat is niet haar stijl. Ook geen volle boeketten, ze houdt van een mooie vaas met subtiel een paar paarse of witte bloemen erin.”
Overvallen
De beste dagen beginnen voor Rob met leuke, gezellige klanten, waarvan een groot deel geregeld langskomt. “Er zijn bijvoorbeeld drie broers, die al dertig jaar wekelijks bloemen kopen. Vroeger moesten ze die bloemen halen voor hun moeder, die er bloemstukjes van maakte. Inmiddels zijn hun ouders overleden, maar die jongens zijn nog steeds wekelijks klant bij mij. En nu maken wij de bloemstukjes voor ze.”
En de minder leuke kanten aan het werk? “Vroeg opstaan. Als ik naar een veiling ga dan moet ik om vijf uur ’s ochtends mijn nest uit en werk ik door tot zes uur ’s avonds. Dat zijn lange dagen.” Daarnaast moet hij soms rouwboeketten maken: door de jaren heen heeft hij een hoop mensen zien gaan. “Dat is lastig, maar het hoort erbij. Zeker van de vaste klanten krijg je wel mee wie ze verloren hebben. En dat geldt natuurlijk voor eigen familie ook.”
“We zouden een heel boek kunnen schrijven over de Orchidee”, zegt Monique. Rob sluit zich daarbij aan: “We zijn ook een keer overvallen, zo’n 25 jaar terug. Toen had een soort junk de kassa leeggehaald en is Monique er achteraan gerend. Die heeft hem achtervolgd en om de hoek heeft ze hem te pakken gekregen. En van zo’n gillende vrouw achter je aan word je meestal wel een beetje nerveus als man. Dus Monique heeft ‘m bij zijn blouse gepakt en trok zo al zijn knopen er vanaf. Toen hebben we mooi al het geld in zijn plastic tasje terug gehad, dat was wel bijzonder.”
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.