Achter een bijzondere winkel gaat vaak een apart verhaal schuil; wie zit er achter die ene markante Utrechtse zaak? In deze vierde aflevering gaat Nina Bogosavac op bezoek bij Raoul Witteman (34), chef-kok en eigenaar van C’est Ça (Bollenhofsestraat 42)

‘’Ik wil echtheid en geen geheimen. Het enige geheim in mijn restaurant is het recept van het notenbrood’’, aldus restaurant eigenaar Raoul Witteman.  De Frans georiënteerde keuken (‘’maar ook Italiaans, ’n beetje van alles’’),  van het in Wittevrouwen gelegen C’est Ça wordt gerund door chef en Utrechter Raoul Witteman die naar eigen zeggen geen haute cuisine serveert maar boerse, simpele gerechten. Samen met zijn team zet hij iedere dag een ander vijfgangen menu op tafel. Raoul: ‘’Je krijgt hier een huiskamergevoel met een professionele touch’’.

Jeugddroom of carrièreswitch?

‘’Ik heb altijd gezegd: ik heb voor mijn dertigste een eigen zaak. Ik ben geboren in de Rivierenwijk en ik kom uit een ondernemersfamilie: mijn vader heeft een eigen schildersbedrijf en mijn moeder een sigarenwinkel. Wat dat betreft ben ik wel ’n vreemde eend in de bijt. Maar mijn ouders zijn apetrots; het is geweldig als je ze verliefd samen ziet eten en al helemaal in je eigen zaak!
Iemand vroeg mij laatst: wat was je geworden als je niet de horeca in was gegaan? Dan was ik elektricien geworden, dat lijkt mij een prachtig beroep. Waarom? Je legt de basis voor een sfeervolle ruimte. Ja, precies hetzelfde als wat ik nu doe. Ik kan lekker koken maar ik vind het restaurant belangrijker. Mijn droom voor de toekomst is het openen van een zaak in New York. Iedereen daar is druk. Om dan een rustplek te hebben zoals C’est Ca lijkt me geweldig. Daar zou ik de Amerikanen wel mee willen verrassen. Het is kicken om jezelf een bijna onhaalbaar doel te stellen. The sky is the limit.’’

Zie je de zaak terug in jou?

”De kookstijl is vooral Raoul. Maar ook als ik er niet ben loopt de zaak. Je runt een restaurant met zijn allen. Wat ik belangrijk vind is gastheerschap, dat is in andere landen nog echt een vak. Ik vind het minstens zo belangrijk als het eten. Dat waardeer ik erg aan België. Ik vind Belgisch eten zelfs lekkerder dan de Franse keuken. Kijk eens naar het recept van waterzooi, dat is zo simpel en lekker. Ik ben niet perfectionistisch, maar een gerecht moet wel kloppen.’’
Of hij in alle opzichten zo principieel is kan hij niet zeggen. ‘’Ik ben toch wel ’n beetje materialistisch. Met Nieuwjaar heb ik een fles dure champagne gekocht, niet omdat hij zo bijster goed smaakt maar omdat ik het volledige eigenaarschap (Raoul’s zakenpartner ging weg, red. ) toch een mijlpaal vind. En ik werk er hard voor. Ik ben ook een leukere papa als ik kan ondernemen. En ja hoor, koekjes bakken met de kinderen vind ik net zo leuk”.

Signature Dish?

Raoul: ‘’Ik vind pure producten belangrijk, aan een goed product hoef je niet veel te doen. Gefrituurde basilicum? Kom op zeg.’’

Raoul’s  – simpele – geroosterde knolselderij met boter en thijm.

Schil 1 knolselderij en snij het in dobbelsteentjes.

Doe de knolselderij samen met 100 gram gesmolten boter en een beetje gesneden verse thijm, gemalen peper en zout in een ovenschaal.

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Doe de schaal de oven en haal hem eruit als het licht is gekleurd. Serveer het gerechtje warm als amuse. Tip van de chef: een glaasje bubbels is er lekker bij.