Veel grote partijen hebben een Utrechter op hun kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. We vroegen acht van hen waarom ze de landelijke politiek in willen, wat ze van plan zijn en natuurlijk: wat Utrecht ervan gaat merken. In deze vijfde aflevering Eva van Esch, nummer zes op de lijst van de Partij voor de Dieren.

‘Meer is niet beter’ bij de Partij voor de Dieren, behalve als het gaat om zetels. Ze hopen flink te groeien bij de aanstaande verkiezingen. En als Eva van Esch als nummer 6 de Tweede Kamer haalt, is dat meer dan gelukt. “We gaan de boel in Den Haag nog wat verder opschudden.”

Van Esch zit nog niet eens zo heel lang in de Utrechtse gemeenteraad en nu al krijgt ze de kans door te stoten naar de landelijke politiek, waar ze wat wil doen aan de overconsumptie in de maatschappij. “Het idee dat het altijd maar méér moet zijn: meer eten, meer kleding, meer spullen. Overconsumeren brengt onze aarde juist in de problemen. Maar we kunnen er ook iets tegen doen, om te beginnen bij ons eigen bord, kledingkast of woonkamer.”

Dankzij het bedrijven van politiek op lokaal niveau is Van Esch tegen landelijke regelgeving aangelopen, waarvan ze nu weet dat die anders moet. Als voorbeeld noemt ze het invoeren van een tolsysteem rond de snelwegen van Utrecht en het invoeren van duurzamere eisen in bouwbesluiten. Deze zaken zijn niet lokaal te regelen. “Dat frustreert mij.” Dus, een stem op Van Esch betekent… “dat je ervan op aan kunt dat ik dit soort belemmeringen probeer weg te nemen als ik in de Tweede Kamer zit. Utrecht is een vooruitstrevende stad; landelijk beleid moet dat niet in de weg zitten.”