Longread: Een tochtige betonplaat als huiskamer van de stad | De Utrechtse Internet Courant Longread: Een tochtige betonplaat als huiskamer van de stad | De Utrechtse Internet Courant

Longread: Een tochtige betonplaat als huiskamer van de stad

Longread: Een tochtige betonplaat als huiskamer van de stad
Deze longread komt van Frans Soeterbroek. Hij is Utrechter, socioloog, publicist en adviseert als de Ruimtemaker over stedelijke ontwikkeling, bestuurlijke vernieuwing en lokale democratie. Hij schrijft vandaag over de stedenbouw, bouwlust, zeggenschap, het bedrijfsleven en de gemeenteraad.

Deze longread komt van Frans Soeterbroek. Hij is Utrechter, socioloog, publicist en adviseert als de Ruimtemaker over stedelijke ontwikkeling, bestuurlijke vernieuwing en lokale democratie. Hij schrijft vandaag over de stedenbouw, bouwlust, zeggenschap, het bedrijfsleven en de gemeenteraad.

Dit artikel is een bewerking van een iets uitgebreider verhaal op zijn website.

huiskamer van de stadStel, je woont in een van de meest progressieve steden van Nederland, zowel qua cultuur als politieke verhoudingen. Je weet uit analyses van de economische- en bankencrisis en het klimaatdebat dat het wezenlijk anders moet in de stedenbouw. Niet meer bouwen voor vastgoedbubbles, minder afhankelijk worden van banken, beleggers en ontwikkelaars, radicaal kiezen voor een circulaire economie en een groene klimaatadaptieve stad. Voor een rechtvaardige stad met minder afstand tussen mensen met veel en weinig kansen. En voor zeggenschap van mensen over hun eigen stad en leefomgeving.

Dat treft, want in diezelfde stad hanteert het gemeentebestuur als filosofie om de stad samen met de bevolking te maken en wordt er ook op veel plekken gepoogd om bewoners, lokale initiatiefnemers en zelfbouwers wat meer de wind in de rug te geven. De stad heeft ook de luxe om scherpe keuzes te maken want ze is zeer gewild om in te wonen, studeren, werken, verblijven en investeren.

In diezelfde stad heeft de gemeentelijke Rekenkamer recent de grote financiële problemen met het muziekcentrum laten onderzoeken waar klip en klaar uit naar voren komt dat vastgoed ontwikkelen behoorlijk los kan groeien van de wereld waar het eigenlijk voor bedoeld is en die wereld opzadelt met onbetaalbare exploitatielasten.

Wanneer het gemeentebestuur van die stad, Utrecht, maart 2016 met een ruimtelijke strategie naar buiten komt dan zou je op grond van het voorgaande verwachten dat deze samen met de stad is gemaakt en dat volop wordt ingezet op het mobiliseren van lokaal initiatief om de stad verder te ontwikkelen. Dat radicaal wordt gebroken met de oude manier van stadsontwikkelen die te sterk is gestuurd vanuit handelen met grond en vastgoed en een achterhaald economisch model. En dat het doel van een duurzame en rechtvaardige stad in alles doorklinkt.

Wat staat er echt in? Hier de tekst van dat verhaal. De strategie is opgehangen aan het begrip gezonde verstedelijking (’healthy urban living’) en wie zich niet af laat schrikken door modieuze beleidstaal zou denken dat we hier met een tamelijk ambitieus en vernieuwend verhaal te maken hebben. Er staan ook genoeg dingen in waar we met ons allen niet tegen kunnen zijn, en ons aan kunnen verbinden. Maar wanneer je het leest vanuit het perspectief dat ik hierboven schetst valt het vies tegen.

Voor de stad, zonder de stad

Het verhaal is niet samen met de bewoners van de stad gemaakt, noch wordt er ingezet op het (mede-)eigenaarschap van bewoners voor de verdere invulling. Er is zegge en schrijven 1 bewonersavond (‘stadsgesprek’) geweest. Ik was er die avond bij en heb er het verslag nog eens op nageslagen. Met de resultaten daarvan is niets zichtbaars gedaan, er wordt niet eens naar verwezen. Dat is jammer want daar sprak wel wat meer elan uit over samen stad maken zoals

“maak de ruimtelijke strategie van de bewoners door een pingpong proces” en ”luister ook naar andere groepen dan de “usual suspects”!”

In het hoofdstukje onder de veelbelovende kop ‘Utrecht maken we samen” gaat het daar eigenlijk niet over. Dat gaat over de zich terugtrekkende overheid die ruimte maakt in regelgeving en procedures voor initiatiefnemers in de stad. Een hele goeie zaak in lijn met wat er al in de stad beweegt maar wel met een risico. De ruimte die een zich terugtrekkende overheid biedt wordt doorgaans ingevuld door marktpartijen met invloed en geld en juist niet door initiatiefnemers die minder gehaaid en goed georganiseerd zijn. Daarom moet je ook veel consequenter inzetten op  versterken van de positie van bewoners en lokale initiatiefnemers bijvoorbeeld door speelruimte in je regelgeving te reserveren voor (eind)gebruikers die zelf willen ontwikkelen en investeren.

Het enige structurele samenwerkingsverband dat wordt voorgesteld is een ‘ontwikkelingsplatform’ met marktpartijen met als doel een publiek-private investeringsstrategie ontwikkelen. Dus niet blijven ping-pongen met de bewoners maar wel met de (bouw)markt.

Bouwlust in plaats van organisch ontwikkelen

Bij het stadsgesprek is door velen gepleit voor een organische aanpak van de stadsontwikkeling. Dat houdt simpelweg in: minder gaan werken met grote, complexe en trage en kostbare bouwprogramma’s. En wel beter aansluiten bij wat er al in de stad beweegt, flexibel inspelen op veranderende omstandigheden en de menselijke maat in je aanpak behouden.

Die benadering vind je niet terug in de ruimtelijke strategie. Woorden als organisch en geleidelijk komen er niet in voor. De (voorziene of gewenste???) groei naar 400.000 inwoners maakt haastig en de planningsmachine draait weer volop. Opvallend is dat die organische aanpak wel centraal stond in de ruimtelijke strategie die in 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld en daar werd toch ook al gesproken over een groei naar 400.000 inwoners.  Deze zin uit 2012 zul je vergeeft zoeken in het nieuwe stuk:

“Maatschappelijk draagvlak is een uitgangspunt. Dat betekent minder focus op nieuwe grootschalige ontwikkelingen, benutten van mogelijkheden om snel in te spelen op wensen van de inwoners en waar mogelijk organische ontwikkeling van de stad met benutting van bestaande ruimtelijke kwaliteit.”

 

Wat is het wezenlijke verschil tussen 2012 en 2016? Het geld van de investeerders klotst weer tegen de dijken en de bouwlust is groot. Feitelijk zegt het gemeentebestuur met het loslaten van deze organische benadering: dat was leuk voor de crisis maar nu gaan we gewoon weer op de oude manier ontwikkelen. Dit is echt de grootste misser in deze ruimtelijke strategie waar we enorme spijt van gaan krijgen. We storten ons weer in haastig bouwen met alle problemen van dien: bouwen voor leegstand, eenvormige seriebouw, openbare ruimte als restruimte, afhankelijk van het grote geld, hoge plankosten, afwentelen van kosten, niet duurzaam en circulair bouwen etcetera. Neem toch de tijd om dat stad met wijsheid verder te ontwikkelen. Zelfs bij grote ambities kun je met succes organisch ontwikkelen en met meer liefde voor de stad dan doorgaans gebeurt. Ik dit verhaal dat ik over het stationsgebied schreef laat ik ook zien dat dat ook daar had gekund en nog steeds kan.

dansen door de schalen1Publieke ruimte als restruimte

De strategie zet in op verdichting en stedelijkheid met een hoge kwaliteit van bouwen en openbare ruimte. De steeds terugkerende woorden kwaliteit, ontmoeting en gezond wekken de suggestie dat hier groots op in wordt gezet.  Dat is ook in lijn met de geluiden uit het stadsgesprek. Uit het verslag: “Als je wil verdichten, regel de openbare ruimte dan knettergoed en integraal”.

Maar waar de tekst concreter wordt zie ik er te weinig van terug. Het tochtige betonnen plateau voor de ingang van het stadskantoor wordt ons ten voorbeeld gesteld als een potentiële ‘huiskamer van de stad’. Het is vast goed bedoeld dat idee van zo’n huiskamer, maar er wordt hier pijnlijk zichtbaar dat de publieke ruimte toch in de eerste plaats de restruimte is tussen de hoogbouw. En ik zie dat een van de belangrijkste pijlers onder een gezond leefklimaat (veel groen) niet gerealiseerd wordt in het dichtbebouwde Stationsgebied en de Merwedezone. Waarom eigenlijk niet? Een treurig idee dat je de woon- en verblijfsruimte van mensen niet hoeft te vergroenen als je groene plekken aan de rand van de stad hebt! En hadden we in 2002 niet bij een referendum gekozen voor een groene Stationsomgeving??!! Er wordt ook openlijk gesproken over een lager kwaliteitsniveau door verdichting: “elders in de stad ontstaat daardoor ruimte om bij het verder ontwikkelen van de stad vooral kwalitatieve uitgangspunten te hanteren en in mindere mate stedelijke productiedoelstellingen.” Let wel, we hebben het hier over een heel groot gebied ten westen van het station tot voorbij het Merwedekanaal dat in de strategie wordt gepresenteerd als het uitgebreide centrum van de stad, en waar we dus gaan bouwen voor ‘productiedoelstellingen’.

Dit is dus niet het ambitieniveau van ‘knettergoeie’ openbare ruimte, daar zijn we in Utrecht gewoon niet goed in. Alle reden om het werken aan fantastische openbare ruimte die meer is dan de restruimte van bebouwing een hoge prioriteit te geven. Ook dat vereist dat je je stad en gebieden daarbinnen organisch ontwikkeld samen met je inwoners.

Tweedeling in de stad versterkt

Het grote verschil tussen de nieuwe, behoorlijk grote ontwikkellocaties (het uitgebreide centrum van de stad) en de rest van de stad zien we ook terug bij de sociale verhoudingen. Er wordt gesteld dat de sociale ongelijkheid moet worden tegengegaan maar vervolgens lees je: “de (blijvende) druk op de woningmarkt leidt daardoor zowel tot een toenemende vraag naar centrumstedelijke woningbouw voor met name hoger opgeleiden als tot een blijvende vraag naar goedkopere woningen voor (startende) gezinnen op plekken buiten het centrum.” En daar lijkt de gemeente op basis van dit verhaal niet op te willen bijsturen. Er staat impliciet dat we dichtbij het centrum vooral gaan bouwen voor de hogere inkomensgroepen en dat de lagere inkomens hun heil elders moeten vinden. De nieuwe ontwikkellocaties heten ook geen wijken of buurten want dat is een heel andere categorie stad waar blijkbaar andere normen en ambities voor gelden.  “Door stevig in te zetten op een beperkt aantal verdichtingslocaties is er op andere plekken, met name Overvecht en Kanaleneiland, meer ruimte om te kiezen voor de specifieke opgaven van de eigen omgeving en de sociale problematiek en nieuwbouwinitiatieven in dat licht te bezien.”In dit alles klinkt door dat de gewenste centrumstedelijke woonmilieus in het stationsgebied/ Merwedekanaalzone en de wereld van wijken en buurten (daaromheen) als twee volkomen verschillende zaken worden beschouwd. De ruimtelijke tweedeling in de stad wordt op deze manier harder aangezet.

De boodschap dat het echt anders moet ontbreekt

De oude manier van de stad ontwikkelen wordt al met al in het geheel niet geproblematiseerd. De logica van hoe er de afgelopen jaren is gewerkt in het Stationsgebied en het centrum van Leidsche Rijn wordt nu toegepast voor een nog groter gebied.

Dat komt omdat marktpartijen en het gemeentebestuur al meer dan 25 jaar innig verstrengeld zijn in hun doelen en ambities. Met vastgoed en grond als handelswaar, de gemeente als projectontwikkelaar, competitie tussen steden en de wil om de stad dienstbaar te maken aan het vestigingsklimaat van bedrijven.

De ontwikkeling van het stationsgebied van Utrecht is daar een extreem voorbeeld van en laat ook zien wat daarin mis gaat. Zie dit filmpje uit 2011 waarin gereconstrueerd wordt hoe het kan dat er zo weinig is gedaan met de uitkomst van het referendum uit 2002 en hoe ondoorzichtig er besloten is om winkelcentrum Hoog Catharijne  uit te breiden bovenop de nog uit te graven Catharijnesingel.

En lees deze korte reconstructie van een voormalig raadslid hoe het kan dat de exploitant van Hoog Catharijne ook het recht kreeg om het centrum van Leidsche Rijn te ontwikkelen met alle problemen van dien.  Het eerder genoemde Rekenkamerrapport over de problemen met TivoliVredenburg is ook het lezen waard en daar stuit je op exact dezelfde  ellende van grootschalige stadsontwikkeling losgezongen van de gebruiker.

Wat ik zo langs zie komen in de media verontrust me en heeft de geur van torens uit de grond stampen omdat daar hetzij in een te ver verleden toe is besloten hetzij als vluggertje omdat de markt kansen ziet en/of de gemeente bevangen is door bouwlust (waar natuurlijk de eigen grondexploitatie-boekhouding een belangrijke rol bij speelt).

Wat voorbeelden: de nieuwbouw van van der Valk /, een giga zakencentrum pal voor het nieuwe stadskantoor, een woontoren op de Sijpesteijnkade, een woontoren op het Smakkelaarsveld  en hoogbouw langs het Merwedekanaal.

Helaas wordt het debat hierover altijd weer verengd tot de vraag of ‘provinciestad Utrecht hoogbouw aandurft’ terwijl de interessantere vraag is of we hier een superfijne stad aan het maken zijn, die niet steeds een grote bouwput is, respectvol omgaat met de bestaande stad, duurzaam en rechtvaardig is en die voelt als van onszelf. Hoogbouw kan daar zeker bij helpen maar is geen doel op zich.

(Tekst gaat verder onder de foto)

bouwen aan gelukHoopvolle signalen uit het bedrijfsleven

Gelukkig zijn er in deze wereld ook ondernemers die sneller dan de overheid lijken door te hebben dat de tijden echt veranderd zijn en deze cultuur willen doorbreken. De drie jaar geleden aangetreden directeur van de Jaarbeurs, Broeders, heeft zich bij zijn aantreden verbaasd over het monopolyspel dat in het stationsgebied wordt gespeeld. Ik citeer hem:

“Met tienduizenden vierkante meters grond voor herontwikkeling, strategisch aangedikt met de aankoop van een aantal woonblokken tegenover het complex, werd de Jaarbeurs een vastgoedspeler.” Broeders besloot het roer om te gooien en geen grondspeculant meer te zijn. Dat kwam hem op een boze brief van een oud-bestuurslid te staan: “Je geeft miljoenen weg aan projectontwikkelingsgeld.” Broeders: “Maar die fase zijn we door. We willen een maatschappelijk doel realiseren.” (Hier de bron, onder het kopje: ‘Jaarbeurs laat vastgoedwinst liggen’).

En afgelopen week las ik dit pleidooi van een bankier van de Rabobank voor de omslag van een groei-economie naar ‘circulaire stagnatie’. Met stagnatie doelt hij op een manier van groei en stabiliteit die de aarde niet kapot maakt. Die eerlijke boodschap dat we op de verkeerde weg zijn en maatschappelijke doelen ondergeschikt zijn gaan maken aan de jacht op groei en rendement zou ik graag eens van mijn eigen gemeentebestuur horen.

En nu de gemeenteraad

De vraag die zich opdringt is of de gemeenteraad van deze stad geen tegenspel biedt aan deze maner van stadsontwikkeling. Uit de reconstructies van diverse affaires wordt duidelijk dat de raad op cruciale momenten buitenspel is gezet en genoegen neemt met bescheiden bijsturing (het uitgebreide winkelcentrum boven de Catharijnesingel krijgt bijvoorbeeld een glazen vloer op aandringen van de raad).

Begin 2014 mocht ik een verkiezingsdebat met 8 politieke partijen over de toekomst van het Stationsgebied voorzitten. Iemand uit de zaal vroeg de aanwezige politici of het niet eens tijd werd om het projectbureau van het stationsgebied (POS) op te heffen waarin de gemeente met Corio (inmiddels overgenomen door het Franse bedrijf Klepierre), Jaarbeurs, NS en Pro Rail het Stationsgebied ontwikkelt en dat als een zelfstandig koninkrijk functioneert. Alle aanwezige partijen bleken het daarmee eens, met de motivering dat de raad te vaak buitenspel is gezet. Maar uiteindelijk is alles op de oude voet verder gegaan.

Ik ben zelf een van de mensen achter een collectief dat nu ruim 2 jaar in de stad functioneert onder de naam Utrechtse Ruimtemakers en probeert de gemeente te bewegen meer te gaan werken met initiatiefnemers in de stad. Najaar 2015 organiseerden we met de gemeenteraad een conferentie over wat we maatschappelijke gebiedsontwikkeling noemen.

Mede op basis van de uitkomsten van die conferentie hebben D66 en Groen Links een motie voorbereid waarin ze vragen om een wezenlijk andere manier van stads- en gebiedsontwikkeling. Ik denk dat deze ruimtelijke strategie voldoende aanleiding geeft om daarop door te pakken en die motie ook in te dienen. Ik hoop vurig dat de gemeenteraad vaststelt dat het anders kan en moet en eerlijk toegeeft dat het heel lastig is hoe je dat precies doet. Dat lukt alleen samen! Er zit zoveel kennis, betrokkenheid en sociaal kapitaal in de stad, wanneer je dat wat grootser mobiliseert gaat dat gewoon lukken. Dan kom ik graag daarbij helpen, zelfs als dat moet in die tochtige huiskamer voor het stadskantoor.

Frans Soeterbroek is Utrechter, socioloog, publicist en adviseert als de Ruimtemaker over stedelijke ontwikkeling, bestuurlijke vernieuwing en lokale democratie. Dit artikel is een bewerking van een iets uitgebreider verhaal op zijn website.

11 Reacties

Reageren
  1. Max

    Als bewoner van Utrecht sta ik zeer achter de ambitie van de Gemeente. De 70-/80- jaren opvattingen van stedenbouw heeft in onze veel treurige middelmatige dorps ” architectuur” opgeleverd.
    In de rest van de randstad is uit stekend te zien hoe hoogwaardig en verrijkend intensiever bouwen werkelijke duurzame kwaliteiten genereert. Deze projecten zijn tot stand gekomen door een duidelijke visie & regie voering van de gemeenten.
    Alleen al uit milieu overweging zouden we moeten besluiten tot intensiever bouwen. Talloze laagbouw woon erf wijken hebben matig OV, en dus een eigen auto nodig.We willen ruimte optimaal gebruiken, en automobiliteit verminderen en uitstekend hoogwaardig OV in de stad van de toekomst.Nederland vol bouwen is geen optie. En in deze stad willen we de onze omringende groene zones graag behouden.
    Ben blij dat de Gemeente nu juist visie durft te hebben op de toekomst van onze optimale stedelijke omgeving, en geloof dat het ook de noodzakelijke werkgelegenheid stimuleert. Kijk naar andere succesvolle centra in de wereld.

  2. Kuch

    Chapeau!

    Nu nog hopen dat de Utrechters die graag in een zogenaamde wereldstad willen wonen> wa is dat eigenlijk?> eindelijk eens door de visuals, renders en marketingtaal van projectontwikkelaars heen prikken en zien wat er eigenlijk achter deze schone schijn schuil gaat.

    Waar het op lijkt is dat Utrecht geen leefbaardere stad aan het worden is, ondanks dat alle aanzetten er voor al ruimschoots aanwezig zijn en mensen hier nog steeds graag wonen.

    We staan erbij en kijken er naar. Misschien moeten wij mensen eens buiten de politiek en overhed om het recjht nog meer in eigen haden gaan nemen, want het is duidelijk dat de politiek ons in de uitverkoop doet om zodeonde de eigen beurs en de eigen materiële verlangengs te behagen tegen elke prijs. Wij, de inwoners, zijn niet dom.

  3. Peter Tol

    IJzersterk stuk van Soeterbroek, jammer dat de meeste politici alleen nog maar in hapklare brokken van 140 tekens communiceren. Dit gaat ze boven de pet, ben ik bang.

  4. Hans Jansen

    Het is tijd dat de stad Utrecht zich profileert als een wat het is: een lieflijk groen dorp voor en door haar burgers. Het is nu genoeg, wereldsteden genoeg om ons heen, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam doen allang hun allerbest om steeds maar meer plannen uit hun betonnen koker te schieten. Ruim baan voor meer fietspaden, meer rode wegen waar de auto te gast is, en het vertrek van de geldwolven naar de plek waar ze thuis horen. Utrecht is een stad zonder kapsones, waar iedereen zich thuisvoelt, van creatieveling tot ballerige student. Waar iedereen elkaar een handje helpt bij een lekke band. Een stad die het gekwetter van vogels prefereert boven het suizen van een monorail.

  5. Karle de Grote

    Veel woorden wollig stuk. Anyway, goed dat de gemeenteraad beseft dat Utrecht een grootstdelijke ontwikkeling doormaakt en dat daar dienovereenkomstige bebouwing bij hoort. Het dorpse denken heeft lang genoeg geprevaleerd in Utrecht.

  6. jos stelling

    Erg goed stuk. Voor mij is onze (lokale) politiek failliet of althans goed ziek. Hoe komen we aan een kwalitatief goede (gemeente-) raad die de bewoners vertegenwoordigt i.p.v. het college. Politici zijn passanten en voeren een toneelstuk op. Een toneelstuk dat geschreven is door een niet gekozen ambtelijke wereld die gebruik maakt van zelfbenoemde adviescommissies waarvan de uitkomsten vaak al vast staan en immer op een erg goede voet staat met de vastgoedwereld. Door wie of wat wordt Utrecht namens de bewoners (electoraat) eigenlijk als sinds zoveel jaren bestuurd? Om wiens belangen gaat het ?

  7. Martijn Schilperoort

    Ik denk dat het plan staat of valt met de plint om Hoog Catharijne. Als daar op maaiveld niveau levendigheid komt dan is het aantrekkelijker om om Hoog Catharijne heen te lopen. Alleen ik kan nergens goede details vinden over wat men daar nou precies van plan is.

  8. Kuch

    @ Karle de Grote,

    Dus, omdat je het er niet mee eens bent zijn het veel en wollige woorden? Raar argument, het is namelijk een zeer goed onderbouwd stuk nota bene.

    De argumenten “dorps denken” en “groot stedelijke ontwikkeling” en bijbehorende “hoge” bebouwing, komen mij inmiddels wel de strot uit, omdat ze nietszeggend zijn.

    Het zegt namelijk niets over hoe je met de uitdagingen van de komende vijftig jaar hoort om te gaan. Het zogenaamde grootstedelijk denken heeft tot een gruwelijke openbare ruimte geleid en tot het voortrekken van het grote geld in de planvorming. Geen zaken waar de Utrechtse bevolking nu meteen beter van is geworden.

  9. Van Dijk

    Wat een boel dorps truttig denken, van veel mensen hier boven. Ik herken me daar totaal niet in. Utrecht is juist vol dynamiek , van Utrecht Science Park, Centraal Station gebied, tot Leidse Rijn Wijk, overal wordt gebouwd en de openbare ruimte verbetert in kwaliteit.
    Ik ben zeer blij dat zowel Overvecht als Kanalen eiland ook zichtbaar beter plekken worden om te wonen door mooie nieuwbouw en investeringen in de infra structuur.
    Dank aan eindelijk een bestuur met toekomst visie !

  10. Kuch

    Hahaha, wat een giller die van Dijk.

    Weer 1 die “dorps denken” en “truttigheid” in de mond neemt. Lekker makkelijk scoren om mensen waar je het niet mee eens bent zo weg te zetten, want negatief is het bedoeld.

    Kanaleneiland en Overvecht waren toen ze net af waren ook toonbeelden van hip, grootstads, modern. Geloof maar dat architectuurrecenten en stedenbouwkundige daar op geilden.

    ZIe wat het binnen tien/ vijftien jaar al was geworden. Dat is wat uw manier van denken doet met steden, ze maakt ze juist onleefbaar.

  11. Vaste Prik

    Kleppiere reageert in haar nieuwsbrief op de ontstane commotie naar aanleiding van de longraad van Frans Soeterbroek. Woordvoerder Tom Tromperie: “Kleppiere is ten diepste geraakt door de inhoudelijke kritiek op het nieuwe Hoogh Catherijne. Mensen denken maar dat het Kleppiere alleen maar om winstmaximalisatie gaat, maar de stad Utrecht en haar inwoners gaan ons ten zeerste aan het hart. We hebben meteen een spoedoverleg belegd met het topmanagement om te evalueren of de huidige opzet recht doet aan de uitslag van het referendum. Wij wilden natuurlijk niet het beeld schetsen dat zo’n referendum alleen maar een zoethoudertje voor het plebs is. De pijnlego conclusie van de evaluatie is dat de huidige opzet in meerder opzichten strijdig is met de gekozen variant A. Na overleg met de gemeente is besloten per direct te stoppen met de bouwwerkzaamheden en het ontwerp aan te passen. Kleppiere erkent het belang dat de bevolking hecht aan een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte. Daarom is besloten de Catherijnesingel niet langer te overkappen door middel van een poortgebouw. In plaats hiervan wordt het een open, groene ruimte, waarbij voetganger door middel van een brug op straatniveau de singel oversteken. Tevens wordt de beleving de oude binnenstad binnen te treden hiermee versterkt. Daarnaast is besloten de poortfunctie van het station recht te doen door de creatie van een groot plein tussen het station en de singel. Dit plein kan tevens voor evenementen gebruikt worden. Het is natuurlijk een schande dat Utrecht voor festivals momenteel aangewezen is op hiervoor niet geschikte locaties als het Neude en het Moreelsepark. Om de open ruimtelijk te versterken wordt de bouwhoogte rond het plein en de singel teruggedrongen tot maximaal 20 meter. We hopen dat door deze maatregelen het nieuwe Hoogh Catherijne beter recht doet aan de uitslag van het referendum een bijdraagt aan de kwaliteit van de openbare ruimte in deze prachtige stad. Bewoners kunnen meer informatie vinden op onze website.”

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).