Vanwege de Dag van de Architectuur is op 19 juni het jongste monument van Utrecht te bezoeken. Het Van Schijndelhuis aan het Pieterskerkhof is een goed verstopt architectonisch hoogstandje uit 1992. Architect Mart van Schijndel bouwde zijn inventieve droomhuis op de plek van een oude glashandel. Het poortgebouw aan het Pieterskerkhof transformeerde hij tot postmoderne appartementen. Het woonhuis zelf ligt daarachter, geheel omsloten door de huizen en tuinen van het Pieterskerkhof en de Kromme Nieuwegracht. Ondanks de beperkte oppervlakte is het binnen bijzonder licht en ruim.
Pieterskerkhof
Met het idee er zijn architectenbureau te vestigen en daarboven te gaan wonen kocht Mart van Schijndel in 1988 de voormalige Stichtse Glashandel. De bedrijfsruimte was in de jaren 80 gebruikt als Grafisch Atelier Utrecht, dat tegenwoordig aan de Plompetorengracht zit. Het poortgebouw was in 1939 ontworpen als garage met woonruimte erboven door J.F. Berghoef, later bekend van het ANWB-hoofdkantoor. Aan het Pieterskerkhof stonden vanouds koetshuizen van de grachtenpanden aan de Kromme Nieuwegracht. De gemeente zag het pand uit 1939 als ‘beeldverstorend’ in deze van oorsprong middeleeuwse omgeving; het mocht dus worden aangepast.
Van Schijndels aankoop was enigszins gedurfd omdat het Pieterskerkhof nog vol auto’s stond en zich in de doodlopende hoek vaak junks ophielden. Om het geheel te financieren besloot hij in 1992 zijn woning op het binnenterrein te bouwen en het poortgebouw om te vormen tot vier appartementen. Zijn kantoor bleef aan de Oudegracht. Hoewel de appartementen pas enkele jaren later gereed kwamen, vormen ze nu het gezicht van het Van Schijndelhuis naar buiten. Feitelijk staan ze er echter los van, al delen ze het strepenpatroon en dient de poort ook als toegang tot het woonhuis.
Postmodern
Van Schijndel stond bekend als postmodern architect, met in Utrecht de ingang van het LOKV aan de Ganzenmarkt en in Amsterdam het effectenkantoor aan het Rokin als uitgesproken voorbeelden. Ook het poortgebouw aan het Pieterskerkhof verbouwde hij met speelse citaten uit de klassieke bouwkunst en het verleden. Anders dan bij andere postmoderne architecten hadden zijn aanpassingen wel een praktisch doel. Zo diende het fronton om ruimte te scheppen voor het bovenste appartement.
De oorspronkelijk poort werd gevuld met een opvallend rond trappenhuis, maar de oude opening bleef subtiel zichtbaar. Ook werd een van de ronde vensters gehandhaafd, net als een van de schampstenen. Het erachter liggende woonhuis is niet postmodern te noemen; het bouwt juist voort op het modernistische streven naar licht, lucht en ruimte van bijvoorbeeld Rietveld.
Twee patio’s
De woning is geheel binnen de bestaande muren van de oude bedrijfshal gerealiseerd. Centraal liggen drie driehoeken, waarvan er een de ruime woonkamer vormt en de twee andere open patio’s. Eén patio is gericht op de ochtendzon, de andere op de middagzon. Driehoeken doorbreken het rechthoekige keurslijf en laten zich goed in elkaar passen voor optimaal gebruik van de ruimte. De driehoekvorm van de woonkamer geeft bovendien een ‘valse’ perspectiefwerking waardoor de ruimte extra groot lijkt. Ook levert de combinatie van scheve hoeken veel onverwachte lijnen op.
Glazen puien in een stalen frame zorgen ervoor dat de patio’s en woonkamer bijna naadloos in elkaar overgaan, zeker als de grote glazen deuren op de hoeken open staan. Omdat één van de hoeken minder dan 90 graden telt moest de architect een ingenieuze dubbelscharnier bedenken. Met een zowel draaiende als schuivende beweging kunnen beide glazen deuren tegelijk open of dicht. Hiermee ging Van Schijndel nog een stap verder dan het befaamde hoekraam in het Rietveld-Schröderhuis.
De driehoek was geliefd bij Van Schijndel; hij construeerde er begin jaren 80 ook zijn bekende Delta Vaas mee. Hij zei er zelf over: “Driekantige vormen vind ik mooi omdat ze minder dwingend zijn. Op het eerste gezicht lijkt de vaas complex, maar als je goed kijkt is-ie heel simpel. Ik ben altijd op zoek naar het essentiële, naar het minimale. Hoe kun je de dingen met veel raffinement eenvoudig maken.”
Licht en lucht
De patio’s laten veel licht en lucht toe zonder dat dit ten koste gaat van de beslotenheid van de woning. Er is binnen geen contact met de stad, maar wel met de lucht daarboven.
Alleen van boven — of op een maquette — is goed te zien hoe het huis verder in elkaar zit. Er is een smal voorhuis met twee verdiepingen, waar onder meer de slaapkamers zijn, en een iets kleiner achterhuis. Deze beide delen worden door de driehoekige woonkamer met elkaar verbonden, waarbij het hoogteverschil op het dak wordt overbrugd door drie enorme ‘traptredes’. Het enkele jaren geleden toegevoegde groen op het dak versterkt het verscholen, haast ondergrondse karakter.
Slimme vondsten
Het interieur, in de loop van de jaren 90 eigenhandig door Van Schijndel vervolmaakt, zit vol details en slimme vondsten. De granieten traptreden zijn aan de kopse kanten weggeslepen om scherpe lijnen in de muur te bereiken. Toilet en badkamer zijn niet betegeld maar voorzien van glasplaten die aan de achterkant geverfd zijn. De relaxplek bij de sauna past precies in een nis die de geperforeerde RVS-constructie in vorm houdt. Ook het meubilair is grotendeels door Van Schijndel zelf ontworpen, vaak uit driehoekige vormen zoals de zevenstoel, de schragentafel en de driepuntskruk — zijn eerste ontwerp uit 1962.
De bekendste ‘gimmick’ vormen de scharnieren van de badkamerdeuren en keukenkastjes: die zijn er namelijk niet. De deuren draaien op een naad van siliconenkit, hetzelfde materiaal waarmee Van Schijndel eerder de Delta Vaas in elkaar zette. In de keuken levert dit een strakke, ononderbroken rij keukenkastjes op.
Het gebruik van pasteltinten op de muren bepaalt met de lichtinval de sfeer in huis. Alle muren waar de ochtendzon op valt zijn lichtgeel, en die waar de middagzon op schijnt lavendelblauw. Geen wand is wit, al lijkt dat in eerste instantie wel zo. Het wit van het plafond is bijvoorbeeld aangelengd met rood voor een ‘zomeravondsfeer’.
Architectonische erfenis
De bijzondere woning leverde Van Schijndel de Rietveldprijs 1995 op, de tweejaarlijkse Utrechtse architectuurprijs. De jury vond het een virtuoos, sculpturaal ontwerp dat getuigt van een groot ruimtelijk inzicht. In het juryrapport stond: “Het huis ademt behalve de technische meubelmakers-experimenteerlust, zoals onder andere tot uiting komt op het gebied van het afhangen van deurtjes en het bevestigen van boekenplanken, een zoeken naar een nog niet gekende ruimtebeleving.”
Na de vroege dood van de architect in 1999 bewoont zijn toenmalige echtgenote, architectuurhistorica Natascha Drabbe, het huis. Zij zet zich gepassioneerd in voor het behoud van de architectonische erfenis van Mart van Schijndel. Ze organiseert rondleidingen, lezingen en publicaties en heeft een internationaal netwerk opgericht van ‘Iconic Houses’. Ook het Rietveld-Schröderhuis is daar onderdeel van.
Soms stelt het wonen in een stukje architectuurgeschiedenis de bewoonster voor lastige keuzes. Zo is de oven uit 1992 kapot; moet deze door een nieuw, afwijkend model vervangen worden of niet? Andere aanpassingen, zoals het duurzaam groene dak in 2012, sluiten juist goed aan bij het karakter van het pand. De woning is bij Drabbe hoe dan ook in de juiste handen. Ook voor de toekomst is de architectuur beschermd: al in 1999 werd het huis een gemeentelijk monument, een absoluut ‘snelheidsrecord’. Het was destijds het jongste monument van Nederland en is dat nog altijd — al moet het die titel sinds enkele jaren delen met een kantoorpand in Hilversum.
Rondleidingen (winactie)
Op 18 en 19 juni zijn diverse gebouwen opengesteld wegens de Dag van de Architectuur. De rondleidingen door het Van Schijndelhuis zijn inmiddels volgeboekt. DUIC mag echter twee kaartjes weggeven voor de rondleiding op 19 juni om 15:00 uur! Mail naar winactie@duic.nl om kans te maken op de kaarten. Winnaars krijgen persoonlijk bericht. Daarnaast zijn er iedere eerste zondag van de maand (zoals 3 juli) rondleidingen op afspraak; informeer bij info@vanschijndelhuis.nl
Ook rond de Dag van de Architectuur is er op vrijdag 17 juni een PechaKucha Night in het Centraal Museum. Eén van de 12 korte presentaties wordt gehouden door Arjan den Boer en gaat over ‘Nooitgebouwd Utrecht’.
5 Reacties
ReagerenEen heel bijzonder huis. Ik herinner me wel dat de aannemer tijdens de bouw suïcidale trekken vertoonde, maar het allemaal net heeft overleefd.
Ik vertoon ook suïcidale trekken als ik die pand zie.
Dit zijn echt fantastische artikelen, graag meer hiervan!
Het was ook fantastisch om in dit huis architectuurlezingen op de zondagmiddag bij te wonen. Hoop dat dit weer gaat gebeuren!
Erg mooi zoals alles weergegeven is in dit artikel..
Wat een mooi verhaal, Arjan! Een genot om te lezen door het plezier van het visuele spel. 😉