In Scandinavië worden kinderen nog net niet na hun eerste fruithapje naar buiten gestuurd, in Nederland zitten ze al op jonge leeftijd aan schermen gekluisterd. Het is wat cru uitgedrukt, maar we mogen een voorbeeld nemen aan de Noord-Europese liefde voor het buitenleven, en onze kinderen gerust meer stimuleren om buiten te spelen. Er zijn talloze manieren om dat te doen, van de aanschaf van een speeltoestel voor in de tuin tot een leerzaam dagje in de natuur.

1. Trampoline of ander speeltoestel in de tuin: ze zijn er niet vanaf te slaan

Een trampoline in de tuin, je ziet ze steeds meer. Dat is niet zonder reden omdat dit speeltoestel nooit verveelt. Sterker nog, het werkt als een magneet voor andere kinderen uit de buurt en dat is weer goed voor de sociale ontwikkeling van jouw kinderen: op die manier leren ze hun trampoline of ander speeltoestel te delen. Een fijne bijkomstigheid is dat de trampoline geen lawaai maakt. Dat doen je kirrende kinderen wel, al stuiterend, maar dat is alleen maar gezellig. Trampolines zijn in diverse vormen verkrijgbaar: een exemplaar dat je als het ware ingraaft, of een staande variant met vangnetten eromheen.

2. Laat ze hun favoriete sport uitzoeken

Al vanaf dreumesleeftijd pikken kinderen de sensatie van sport op: ze zien en voelen het heus wel als papa en mama hard zitten te juichen als elf volwassen mannen een bal in een doel weten te werken. De magie van sport is aanstekelijk en al vroeg of laat wagen ze zich zelf op een grasveld. In het begin natuurlijk met een minivoetbal, vanaf een jaar of zes sluiten ze zich aan bij de lokale sportvereniging. Dat hoeft natuurlijk niet per se voetbal te zijn. Een sport waarbij de ooghandcoördinatie meer getraind wordt, zoals tennis of hockey, is net zo opwindend. Waak er wel voor dat je geen typische sportvader of -moeder wordt: tot een jaar of veertien is sporten vooral een vorm van recreatie.

3. Duik samen de natuur in – eventueel met wild- en vogelapps

Nederlanders hebben over het algemeen weinig binding met de natuur. Dat komt doordat we veelal dicht op elkaar wonen en er in ons land vrijwel geen ongerepte natuur meer is. Ook discussies over nuttige dieren (ja, ook wolven hebben hun belangrijke functie in het ecosysteem)  tonen aan dat we daar meer over kunnen leren. En daar ben je nooit te jong of te oud voor! Neem de kinderen mee naar het nabijgelegen natuurgebied, installeer een wild- of vogelapp en spot de vele planten- en diersoorten die je tegenkomt. Het zijn vrolijke, leerzame wandelingen. Wil je die zonder scherm maken, dan leen je gewoon een ouderwets boek over de vaderlandse flora en fauna.

4. Organiseer of neem deel aan een culturele speurtocht

Elke woonplaats ligt wel op berijdbare afstand van een stad waar je een speurtocht kunt opzetten, of aan een zogenaamde city game kunt meedoen. Dit is voor jonge kinderen een uitgelezen manier om hun omgeving beter te leren kennen tijdens alweer een wandeling in de buitenlucht. Met dit soort uitjes is er van alles mogelijk: quizvragen over de geschiedenis beantwoorden, markante plekken vinden, opdrachten uitvoeren, et cetera. Ook voor jezelf, als toerist door je eigen stad lopend, is dit vaak razend interessant.