De stad Utrecht behoort, samen met Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, tot de vier grootste steden van het land. Het zijn juist deze steden waar zich ook relatief veel kapperszaken bevinden. De laatste jaren is – ondanks de coronacrisis – het aantal kappersbedrijven in ons land sterk gestegen. Dit heeft vooral te maken met het stijgende aantal zelfstandig werkende kappers. Opvallend is echter dat juist de provincie Utrecht als geheel relatief weinig kappers heeft.

Relatief weinig kappers in provincie Utrecht

Uit het Marketingrapport Kappersbranche 2023 blijkt dat voor elke 668 inwoners in de provincie Utrecht een kappersbedrijf aanwezig is. Bij de meeste provincies ligt dat cijfer tussen de 530 en 580 inwoners, Utrecht is de enige provincie waar het cijfer de 600 (ruimschoots) overstijgt. Limburg heeft juist relatief veel kappers: voor elke 439 inwoners is een kappersbedrijf beschikbaar. Maar liefst 63 procent van alle kappersbedrijven in ons land zijn in de afgelopen dertien jaar ontstaan. Naar de kapper gaan is blijkbaar populair, de vraag is hoe lang dat nog zo blijft. Ook deze branche kampt met sterk gestegen prijzen. Een fles shampoo van goede kwaliteit is een flink stuk duurder geworden door de inflatie en deze inkoopkosten berekenen de kappersbedrijven door in hun tarieven. Het is dan ook maar de vraag in hoeverre de klanten hun kappers in de komende jaren trouw zullen blijven.

Toekomstverwachting

Het is te verwachten dat het aantal kappersbedrijven in een regio blijft stijgen naarmate ook de bevolking blijft groeien. Toch kun je dit niet één op één tegen elkaar afzetten. Consumenten blijven immers kritisch en hebben zelf ook minder te besteden. Het ligt voor de hand dat een deel van de klanten ervoor zal kiezen om zelf een conditioner van Davines aan te schaffen en het haar zo de zorg te geven die het nodig heeft, terwijl de gang naar de kapsalon een keer wordt overgeslagen. Minder vaak naar de kapper gaan betekent omzetverlies voor de kappersbedrijven, maar dat wordt weer gecompenseerd door een aanwas in het totale klantenbestand. Anders gezegd: de kapper merkt het niet direct in zijn omzet, zolang er geen nieuwe concurrenten bijkomen.

Nevenactiviteiten

Steeds vaker zie je dat kappersactiviteiten als nevenactiviteit worden aangeboden door eigenaren van schoonheidssalons. Omgekeerd zie je ook dat bestaande kappersbedrijven hun dienstverlening uitbreiden door schoonheidsbehandelingen of pedicure- en manicurebehandelingen als nevenactiviteit aan te bieden. Dit valt af te leiden uit het gebruik van de SBI-code 96021 (kapper) in het Handelsregister van de Kamers van Koophandel in ons land. SBI staat voor Standaard Bedrijfsindeling en betreft een classificatie die door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in het leven is geroepen om over een uniforme indeling van de economie te kunnen beschikken ten behoeve van gedetailleerde economische analyses en statistieken.

Zelfstandigen zonder personeel

Vaak werken kappers eerst enige tijd in loondienst, om vervolgens als zelfstandig ondernemer verder te gaan. Gedurende de periode waarin ze werkzaam zijn in een bestaande kapsalon, bouwen ze ervaring op, maar weten ze vaak ook vaste klanten aan zich te binden. Vaak nemen ze een deel van die klanten mee wanneer ze ervoor kiezen om een eigen bedrijf te starten. Maar liefst 79 procent van alle kappersbedrijven in Nederland betref ZZP’ers. Redenen om te kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap zijn de mogelijkheid om flexibeler je werktijden te kunnen indelen en een hoger inkomen te kunnen vergaren. De keerzijde is dat je minder bestaanszekerheid hebt (zeker in de eerste periode) en dat je alle kosten voor het opzetten en in stand houden van je bedrijf zelf zult moeten dragen. Bovendien zijn er tegenwoordig behoorlijk wat regels bijgekomen, bijvoorbeeld qua duurzaamheid.