Wat verbindt de oudste en de jongste bewoners van onze mooie stad? Nou, precies dat: die mooie stad! In deze reeks gaan een jongere en een oudere inwoner van steeds een andere Utrechtse wijk met elkaar in gesprek over het leven. Over vroeger, over nu en over later. Al wandelend of op een bankje in de zon praten ze over het leven, over Utrecht, over de wijk waar ze wonen en nog veel meer. Want de liefde voor Utrecht kent geen leeftijd: Utrecht verbindt jong en oud! Vandaag: Tom Strik (28) in gesprek met Roosmary (82), die in het Zuilense complex de Sweserengh woont.
Roosmary, hoe lang woont u hier al?
‘Sinds drie jaar wonen we in dit complex, waar jongeren en ouderen elkaar ontmoeten. Daarvoor heb ik maar liefst 47 jaar lang in hetzelfde huis gewoond, hier vlakbij, aan de Werner Helmichstraat. Ik woon dus al vijftig jaar in Zuilen. En ik wil nooit meer verhuizen!’
Hoe bent u ooit in het geliefde Zuilen terechtgekomen?
‘Ik ben hier komen wonen omdat mijn schoonouders hier woonden. Eerst hebben we twee maanden bij hen ingewoond; ik kwam toen uit Suriname. Na een tijdje kregen we een eigen woning toegewezen, een fijn huis in Zuilen. Zo makkelijk was het vroeger, je kreeg zo een huis! Dat is nu wel anders…’
Wonen uw kinderen ook nog in Utrecht?
‘Nee helaas. Die vinden dat de stad achteruit is gegaan. En ik snap ook wel een béétje wat ze bedoelen, maar zelf wil ik hier nooit meer weg.’
Ja? Op welke manier heeft u de stad zien veranderen?
‘Nou, specifiek in mijn wijk zijn er vooral heel veel kleine winkels verdwenen, en daar zijn grote supermarkten voor in de plaats gekomen. Mooie kleine winkeltjes vind je nu eigenlijk alleen nog in dorpen. Vroeger kwam ik juist zo graag bij die kleine winkeliers: ik ging naar de groenteboer, en naar Toon Hermans aan de overkant…’
Toon Hermans?! Woonde die hier ook?
‘Haha nee, dat was de slager aan de overkant! Maar die is ook al meer dan 30 jaar weg. Ik kwam trouwens ook graag aan de Amsterdamsestraatweg, dat was vroeger een hele gezellige straat waar je echt alles kon vinden. Nu vind ik het er eerlijk gezegd verschrikkelijk.’
Goed, niet naar de ASW dus. Waar komt u nog wel graag?
‘Nou, als ik erover nadenk… komen de mensen vooral naar mij toe. Zelf kom ik niet meer op zoveel plekken, sinds mijn man geen auto meer rijdt. Dat was tot drie jaar geleden wel anders, toen waren we nooit thuis en gingen we altijd bij iedereen langs. En nu komt iedereen hier langs: mijn neef, de jongens, er komen elke dag wel mensen eten.’
Ah, u zult dus wel een goede kok zijn.
‘Ik ben geen kok, maar ik kan wél goed koken. Niet alleen opzetten en afgieten hè, echt koken! Vraag maar aan m’n eters. Ik ga straks weer boodschappen doen met m’n neef.’
Ik geloof het zo. Wilt u mij, als jonge inwoner van Utrecht, nog iets meegeven? Ik heb niet elke dag een gesprek met iemand die al vijftig jaar Utrechtse wijsheid bij zich draagt…
‘Tom, het liefst had ik je een spaarpotje meegegeven, maar ik heb ze allemaal al weggegeven. Maar neem dit van me aan: koop een spaarpotje en ga sparen! Zo eentje waar je alleen muntjes in kan gooien, eentje met een slot, dat je niet tussendoor open kan maken. Je wordt er misschien niet rijk van, maar dan heb je altijd iets om op terug te vallen.’
Een hele wijze raad, ik ben zelf niet bepaald de beste spaarder dus dat heeft u goed aangevoeld! Ik ga maar eens op zoek naar een spaarpot…
Utrecht verbindt jong & oud
De interview reeks ‘Utrecht verbindt jong & oud’ is een initiatief van Thirty030, de stadsambassadeurs van Utrecht. In deze reeks gaan steeds een jongere stadsambassadeur en een oudere inwoner van een wijk met elkaar in gesprek. Tom (van Thirty030) en Roosmary spraken elkaar met dank aan Oog voor Zuilen. Oog voor Zuilen bevindt zich in het Sweserengh-complex, en is onderdeel van van de stichting Oog voor Utrecht. Deze stichting zet zich in om eenzaamheid bij ouderen te voorkomen en te verlichten, door het organiseren van ontmoetingen.