Valongelukken bij ouderen voorkomen Valongelukken bij ouderen voorkomen

Valongelukken bij ouderen voorkomen

Valongelukken bij ouderen voorkomen
Elk jaar worden er 103.000 65-plussers op de spoedeisende hulp (SEH) behandeld na een val. VeiligheidNL, het expertisecentrum voor vallen, onderzoekt elk jaar het aantal valongelukken onder ouderen. Zij zien daarin al jaren een stijging. Naast de mensen die op de SEH belanden, zijn er ook ouderen die zonder medische behandeling herstellen van een val. VeiligheidNL, schat in dat zo’n 33% van de 65-plussers minimaal eens per jaar valt.

Elk jaar worden er 103.000 65-plussers op de spoedeisende hulp (SEH) behandeld na een val. VeiligheidNL, het expertisecentrum voor vallen, onderzoekt elk jaar het aantal valongelukken onder ouderen. Zij zien daarin al jaren een stijging. Naast de mensen die op de SEH belanden, zijn er ook ouderen die zonder medische behandeling herstellen van een val. VeiligheidNL, schat in dat zo’n 33% van de 65-plussers minimaal eens per jaar valt.

Het groeiende aantal ouderen is één van de redenen hiervan. In Utrecht wonen relatief weinig 65-plussers: 10,5% van alle inwoners. Ter vergelijking, in Amsterdam is het aandeel ouderen 13% en in Rotterdam zelfs 15,5%. Toch telt onze stad ruim 37.000 65-plussers. Als 33% van hen valt, hebben we het over 12.210 valongelukken per jaar.

Een tweede oorzaak is dat het merendeel van de 65-plussers een aandoening heeft. De kans om te vallen wordt groter bij een (chronische) aandoening. De nodige medicatie kan versuffen, de pijn kan ervoor zorgen dat iemand zijn lichaam verkeerd belast en ziekten kunnen zorgen voor een verminderde mobiliteit. Volgens de Gezondheidsmonitor, een vierjaarlijks onderzoek door het RIVM, CBS en GGD, geeft ruim 50% van de 65-plussers in Utrecht aan langdurig ziek te zijn. Dit betekent dat in onze stad waarschijnlijk zo’n 18.500 ouderen een verhoogd valrisico hebben.

Valpreventie bij ouderen

Omdat ook in Utrecht vallen bij ouderen een steeds vaker voorkomend probleem is, is valpreventie zo belangrijk. Met valpreventie wordt het risico op vallen zo veel mogelijk verkleind. Per persoon worden de mogelijke risico’s en oplossingen in kaart gebracht. Huisartsen, thuiszorg of iemand van een hulpmiddelenwinkel kan hierbij advies geven. Zelf maatregelen nemen? Dat kan ook. De meeste (44%) valongelukken gebeuren in en om het huis, dus begin met aanpassingen zoals deze:

1. Traplift installeren

De trap wordt voor veel mensen als eerste een obstakel in huis. Het traplopen kost hen veel energie en de kans om uit te glijden of een trede over het hoofd te zien is groot. Een traplift maakt het op- en afgaan van de trap (weer) veilig. De elektrisch aangedreven stoel brengt de gebruiker rustig naar boven of beneden.

2. Drempels verwijderen

In veel nieuwbouwhuizen worden drempels niet eens meer aangelegd maar in de meeste huizen zijn deze nog vaak terug te vinden. Een drempel wordt al snel een struikelblok voor mensen die minder goed ter been zijn. En voor degenen die een rollator gebruiken, liggen ze extra in de weg. Overweeg daarom om de drempels weg te halen.

3. Automatische verlichting

Goed zicht zorgt voor een kleinere kans op misstappen, struikelen of ergens tegenaan stoten. In gangen, op de trap of in de schuur is goede verlichting belangrijk. Veel mensen lopen bijvoorbeeld alleen maar door de gang, ze nemen dan niet de moeite om het licht aan te zetten. Daarom is het handig om verlichting te hebben dat automatisch reageert op beweging. Zo is de ruimte snel goed verlicht, ook wanneer iemand maar kort in de ruimte is.

Door zelf valpreventiemaatregelen te nemen, wordt de kans op vallen kleiner. Huisartsen, hulpmiddelenwinkels en thuiszorg kunnen eventueel advies geven. Door nú te handelen, worden ongelukken in de toekomst voorkomen.