Een man bestudeert alle auto’s in de straat. Iemand klimt in een donkere steeg over een schutting. Wat doe je in zulke situaties als toeschouwer? Niets is simpeler en nuttiger dan op dat moment even 1-1-2- bellen. Maar doen we dat ook? Helaas nog te weinig, zegt politiecentralist Jornt Holwerda. “Maar meldingen zijn een onmisbare schakel in ons politiewerk.”

De chef van dienst weet als geen ander hoe het eraan toegaat op de meldkamer van de politie wanneer daar bij de centralisten via 1-1-2 telefoontjes binnenkomen van oplettende bewoners. De centralisten  zetten de meldingen in het computersysteem en sturen de politie op straat aan.

Details zijn belangrijk

De centralist probeert zoveel mogelijk concrete informatie van een melder te krijgen. “Kentekens, automerken, een muts met een gele streep…daar kunnen we veel meer mee dan wanneer we alleen maar weten dat de verdachte een zwarte jas met een bontkraag droeg, wat vaak voorkomt.” Het goed onthouden van een signalement is dus belangrijk.

De politie op straat kan met meer gedetailleerde gegevens gerichter in actie komen, wat de kans op slagen alleen maar groter maakt. “Maar bewoners hoeven nooit te twijfelen aan de waarde van hun informatie. Iedere bijdrage kan een bruikbaar puzzelstukje zijn en iedere melding nuttig.”

Melden heeft altijd zin

“De meldingen geven ons een beeld van wat er ergens speelt. Een melding over een poging tot inbraak zegt nog weinig, maar als er in korte tijd veel meldingen op dezelfde plek hierover binnenkomen, kunnen we als politie gericht actie op die locatie ondernemen. Zo is er een grotere kans op een ‘heterdaad’.”

In het weekeinde en ’s avonds is het vaak spitsuur op de meldkamer, maar ook doordeweeks gaat er geen uur voorbij zonder meldingen. Toch ervaren mensen melden via 1-1-2 doorgaans nog als een grote stap. En dat is jammer, zegt Jornt. “Meldingen zijn vaak het begin van een opsporingsonderzoek en een onmisbare schakel in ons politiewerk. Bewoners zijn onze ogen en oren op straat, zij zien samen veel meer dan de hoeveelheid beschikbare agenten op straat.”

Natuurlijk, de politie moet bij grote drukte prioriteiten kiezen en kan niet bij elke melding binnen tien minuten ter plaatse zijn. “Maar elke melding heeft onze aandacht. En de collega’s op straat proberen achteraf altijd te laten weten wat er met een melding is gebeurd.”