De lokale fractie van D66 heeft het college van burgemeester en wethouders gevraagd om duidelijkheid te verschaffen over het ‘on hold’ zetten van de omstreden huishoudtoets. Door de val van het kabinet Rutte en het daarop volgende begrotingsakkoord zal de huishoudtoets in haar huidige vorm verdwijnen. D66 is hierover verheugd, maar wil graag weten welke maatregelen er precies zijn genomen, hoe de communicatie met belanghebbenden is verlopen en of deze ontwikkeling extra kosten met zich meebrengt.

De huishoudtoets trad op 1 januari dit jaar in werking. Doel van de regeling was om een stapeling van uitkeringen binnen 1 huishouden te voorkomen. Ook wanneer een jongere van bijvoorbeeld 18 jaar een baantje heeft om een overbruggingsjaar door te komen krijgt de ouder geen uitkering. Hiermee zou arbeid worden gestimuleerd. D66 is weliswaar voorstander van het stimuleren van arbeid, maar heeft ook altijd gevonden dat deze maatregel zijn doel voorbij schiet. Een jongere die door de huidige woningnood noodgedwongen bij zijn ouders woont wordt niet gestimuleerd om te gaan werken wanneer hij vervolgens zijn ouders moet onderhouden. Dwingende wetgeving maakte dat de wet vanaf 1 januari voor nieuwe situaties moest worden uitgevoerd. Pas laat in 2011 werd er over deze wet beslist.  Al in oktober 2011 stelde D66 schriftelijke vragen over de praktische uitvoering van de huishoudtoets door de gemeente Utrecht.

Door wijzigingen in de wetgeving is er nu weer sprake van een nieuwe situatie. Dat kan, volgens D66, voor veel verwarring zorgen. ‘De gemeente dient daarom tijdig te communiceren’, aldus Anita Vink, gemeenteraadslid voor D66. ‘Daarnaast is het belangrijk dat inzichtelijk wordt gemaakt welke kosten het ‘on hold’ zetten van de regeling met zich meebrengen en of de ICT systemen van de gemeente (wederom) tijdig kunnen worden aangepast’, volgens Vink. Haar partij heeft daarom schriftelijke vragen gesteld aan het Utrechtse college.