Utrechtse gemeenteraadsleden zijn niet te spreken over de uitlatingen van Rob Rötscheid, directeur woningcorporatie Mitros, in het NRC van afgelopen maandag. Volgens Rötscheid was het ontruimen van drie flats in Kanaleneiland na de vondst van asbest mogelijk niet nodig was geweest als er normen voor kortdurende blootstelling aan asbest zouden bestaan. Ook uitte hij kritiek op het optreden van de gemeente.
Rötscheid vindt dat er nieuwe normen moeten komen voor kortdurende blootstelling aan asbest; de huidige normen zijn opgesteld voor werknemers die jarenlang vijf dagen in de week, acht uur per dag worden blootgesteld aan asbest. Die zijn te streng voor mensen die relatief kort worden blootgesteld. Omdat in Kanaleneiland de asbest pas net bloot was komen te liggen, zou de norm te streng zijn geweest. Daarom is volgens Rötscheid mogelijk te vroeg tot evacuatie overgegaan. De bewindsman stelt in het NRC ook dat er duidelijker afspraken moeten worden gemaakt over de leiding bij een dergelijke evacuatie. De gemeente nam het besluit en was verantwoordelijk. Mitros stond volgens Rötscheid aan de zijlijn. De communicatie met de bewoners verliep moeizaam, vooral de eerste dagen. Pas op 3 augustus kreeg Mitros de leiding weer volledig in handen. Volgens de gemeente Utrecht echter heeft de gemeente bij een dergelijke crisis vanzelfsprekend de leiding omdat er verschillende disciplines (politie, brandweer, geneeskundige diensten) bij betrokken zijn. ‘Ook Mitros was betrokken bij de crisisorganisatie, maar als onderdeel van een groter geheel’, stelde een gemeentewoordvoerder.
Gemeenteraadsleden van onder andere D66 zijn niet blij met de uitlatingen van Rötscheid in het NRC. De gemeente Utrecht wil op dit moment nog geen conclusies trekken. Dat gebeurt pas als een onafhankelijk onderzoek naar de asbestbesmetting is afgerond. Dat zal ergens in december zijn.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.