Het CDA stelt kanttekeningen bij de notitie ‘maatschappelijke opvang buitenlandse daklozen’. De partij acht het weinig zinvol of sociaal om buitenlandse daklozen zonder uitzicht op werk in Nederland, wél opvang te bieden. Bovendien worden de opvangregelingen erg gestapeld in Utrecht en ontbreekt (financiële) steun vanuit het landelijk beleid. Het CDA heeft daarom kritische vragen gesteld over de afbakening van deze groepen.
De vast te stellen notitie ‘maatschappelijke opvang ‘buitenlandse’ daklozen gaat over de maatschappelijke opvang van twee groepen buitenlandse daklozen: burgers uit landen in Midden- en Oost-Europa en mensen zonder verblijfsvergunning. Beide groepen deden tot dusver een beroep op bestaande opvangvoorzieningen, zoals Sleep-Inn, Nachtopvang in Zelfbeheer, Catherijnehuis en Release. Deze voorzieningen kwamen hierdoor steeds meer onder druk te staan. In 2011 is de ‘regiobinding’ ingevoerd’, die bepaalt dat de reguliere instellingen voor maatschappelijke opvang bedoeld zijn voor daklozen uit de stad en regio Utrecht. Om deze redenen stelt het college nu voor, om voor genoemde groepen een aparte opvangvoorziening te organiseren. Het CDA ziet weliswaar dat er een probleem is, maar vindt het onverstandig als Utrecht nu weer op eigen houtje een pilot in elkaar zetten terwijl minister Kamp zijn reactie en financiële bijdrage nog niet heeft gegeven.
De CDA-fractie wil voorkomen dat allerlei opvangregelingen in Utrecht worden gestapeld. Dat zou financieel goedkoper en efficiënter moeten kunnen. Polen en Roemenen die hier kwamen om te werken, moeten terug naar hun eigen land als ze in Nederland geen werk of onderdak hebben. Op deze manier worden ook geen valse toekomstverwachtingen gewekt bij deze groepen.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.