Het weren van daklozen die niet uit de buurt komen, zoals dat in Utrecht en een aantal andere Nederlandse gemeenten gebeurt, is in strijd met bepaalde Europese sociale regels. Dat stelt de Europese organisatie voor daklozenopvang Feantsa, die daarom woensdag een klacht heeft ingediend bij de Raad van Europa tegen de Nederlandse overheid. Of dat terecht is moet nog blijken.

Binnenlandsbestuur.nl plaatste gisteren een bericht waaruit blijkt dat Feantsa een klacht heeft ingediend tegen de Nederlandse overheid over de manier waarop buitenlandse daklozen in sommige gemeenten worden uitgesloten van nachtopvang. Onder meer in Utrecht en Rotterdam zou, volgens het bericht, niet iedereen zomaar mogen blijven slapen bij de daklozenopvang. Volgens koepelorganisatie Feantsa worden daklozen die niet kunnen aantonen dat ze een bepaalde tijd ergens verblijven daar de straat op gestuurd. Ook zijn er volgens een woordvoerster gemeenten die zonder dat het op papier staat eisen van daklozen dat ze uit de regio komen. Volgens de organisatie staat echter in de wet dat maatschappelijke opvang, dus ook daklozenopvang, toegankelijk moet zijn voor iedereen die in Nederland woont. De landelijke overheid is er volgens Feantsa verantwoordelijk voor dat die wet wordt gehandhaafd. De Raad van Europa kijkt eerst of ze de klacht zal behandelen. Als dat gebeurt kan de procedure een jaar in beslag nemen, aldus Feantsa.

Het bericht op binnenlandsbestuur.nl lijkt onjuist omdat de gemeente Utrecht in maart dit jaar nog bekend maakte dat zij bij wijze van proef dakloze buitenlanders gaat opvangen. De gemeenteraad heeft ingestemd met een plan om daarvoor 800.000 euro uit te trekken, uit reserves. Het gaat daarbij niet alleen om uitgeprocedeerde asielzoekers van buiten de Europese Unie, maar ook om Polen en Roemenen. De gemeente wil daklozen uit Oost-Europa zo veel mogelijk terugsturen naar het land van herkomst, met hulp van een Poolse organisatie. Binnen het project wordt samengewerkt met Amsterdamse instellingen om mensen met een psychische stoornis op te vangen. Verder worden in Utrecht buitenlandse daklozen tijdelijk in huizen ondergebracht. De proef duurt anderhalf jaar. Het gemeentebestuur hoopt dat het Rijk structureel geld wil geven voor de opvangplaatsen, als de proef slaagt. Voor zover na te gaan heeft de gemeente Utrecht nog niet gereageerd op de aantijgingen van Feantsa.