De gemeente Utrecht gaat het komende jaar stappen zetten om beter inzicht te krijgen in de lastige situaties waarin dak- en thuisloze LHBTI-jongeren terecht kunnen komen. De gemeente wil dat doen in samenwerking met onder meer ervaringsdeskundigen, zorgaanbieders, LHBTI-organisaties en randgemeenten.
Raadslid Marcel Vonk van GroenLinks vroeg eind juni aandacht voor de toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang en beschermd wonen voor jongvolwassen LHBTI’ers. Zijn zorgen komen voort uit een onderzoek van kennisinstituut Movisie. Daaruit blijkt dat dak- en thuisloze LHBTI’ers een minder zichtbare doelgroep zijn.
Veel jongeren uit deze groep kunnen of willen vanwege hun seksuele geaardheid of genderidentiteit niet meer thuiswonen, omdat het daar niet veilig is of voelt. De LHBTI-jongeren blijken sneller aan te kloppen bij vrienden of online steun zoeken, omdat ze vaak bang zijn voor onbegrip of een gevoel van onveiligheid bij hulpverleningsorganisaties en zorgaanbieders. Veel jongeren zoeken een slaapplek bij vrienden, gaan zwerven of gaan online op zoek naar een tijdelijke verblijfplek. Vooral die laatste optie is volgens de gemeente lang niet altijd even veilig.
De gemeente vindt het belangrijk om aandacht te besteden aan dak- en thuisloze LHBTI’ers in de stad. Volgens de gemeente is ‘iedere jongere die een plek in de opvang als onveilig of niet voldoende toegankelijk ervaart er één teveel’. Daarom worden komende tijd stappen gezet om kennis en ervaring over de lastige situaties waarin dak- en thuisloze LHBTI’ers terecht kunnen komen te vergroten. Begin volgend jaar wordt duidelijk wat deze acties op hebben geleverd.
6 Reacties
ReagerenVolgens mij kun je ze dat alle drie wel in een gesprek van 10 minuten vragen zonder eerst de pers te zoeken.
Helemaal mee eens. Waarom een persbericht wijden aan iets wat amper of niet voorkomt. Misschien eens zorgen voor voldoende betaalbare woningen met realistisch beleid?
Het is een stap in de goede richting, maar ik zou graag wat extra focus zien op dakloze LHBTI’ers van niet westerse afkomst, met een mentale of fysieke handicap. Dat blijft toch een ondergeschoven kindje.
Lijkt wel meer voor de bühne, dan voor de doelgroep.
Dat heet politiek willen scoren. Want in onze inclusieve samenleving moet iedereen een eigen hokje krijgen.
Eens met de reaguurders.