De gemeente Utrecht gaat haar armoedebeleid aanpassen. Directe aanleiding daarvoor is het aflopen van het vorige armoedeplan. Maar ook rijksontwikkelingen, minder budget en tegelijkertijd een groei van het aantal mensen dat een beroep doet op Utrechtse armoederegelingen, maken het noodzakelijk dat regelingen opnieuw kritisch tegen het licht zijn gehouden. De nadruk  in het nieuwe beleidsplan 2012-2015 ligt vooral op het op orde houden van de basis en op meedoen.

Aanpassingen in het Utrechtse armoedebeleid zijn door landelijke wijzigingen onvermijdelijk. Gemeenten mogen bijvoorbeeld niet langer financiële hulp bieden aan Utrechters met een inkomen boven 110 procent van het bijstandsniveau terwijl Utrecht een inkomensgrens van 125 procent hanteerde. Ook wordt de gemeente flink gekort door het Rijk, onder meer op schuldhulpverlening.

Het beleidsplan 2012-2015 leidt niet tot grote innovatieve veranderingen ten opzichte van het oude beleidsplan. Met de beperkte budgetten en het inperken van de gemeentelijke vrijheid vanuit het rijk, is ervoor gekozen de nadruk te leggen op het op orde houden van de basis (zoals kosten voor zorg en wonen) en op meedoen door middel van de kortingskaart ‘U-pas’. Deze geeft korting op sport- en cultuuractiviteiten, de bibliotheek, zwemlessen, eettafels en volkstuinen. Het aanbod is wel versoberd. Zo kunnen geen kortingen meer gegeven worden op (dag)uitjes zoals bioscoopbezoek en er komt vanaf 2013 een maximumbedrag.

Ondanks dat er meer mensen met schulden zijn, heeft de gemeente minder geld om hen te helpen. Effectiviteit staat daarom voorop in het nieuwe beleid. Utrecht gaat bijvoorbeeld met klantprofielen werken om sneller de juiste vorm van ondersteuning te kunnen bepalen. Een actieve benadering van schuldeisers zal daarnaast bijdragen aan succesvolle schuldenregelingen. Ook zal er meer worden gewerkt met vrijwilligers die helpen om schulden te voorkomen.