Raadverlater Hilde Koelmans: ‘Moties tellen vind ik onzin’ | De Utrechtse Internet Courant Raadverlater Hilde Koelmans: ‘Moties tellen vind ik onzin’ | De Utrechtse Internet Courant

Raadverlater Hilde Koelmans: ‘Moties tellen vind ik onzin’

Raadverlater Hilde Koelmans: ‘Moties tellen vind ik onzin’
Foto: Marleen Stoker
De gemeenteraadsverkiezingen staan bijna voor de deur: in maart 2018 mogen Utrechters opnieuw naar de stembus om te kiezen wie hen in het stadhuis vertegenwoordigt. Niet alle politici die dat op dit moment doen, zullen weer verkiesbaar zijn. Met deze mensen blikt DUIC terug op hun periode in de gemeenteraad van Utrecht en vooruit op wat zij na hun raadslidmaatschap gaan doen. In deze editie: Hilde Koelmans. Ze stopt na haar eerste termijn als raadslid. Haar tijd in de gemeentepolitiek heeft haar flink aan het denken gezet over de Utrechtse politiek en haar eigen partij. Met gemengde gevoelens verlaat ze in maart de raad.

De gemeenteraadsverkiezingen staan bijna voor de deur: in maart 2018 mogen Utrechters opnieuw naar de stembus om te kiezen wie hen in het stadhuis vertegenwoordigt. Niet alle politici die dat op dit moment doen, zullen weer verkiesbaar zijn. Met deze mensen blikt DUIC terug op hun periode in de gemeenteraad van Utrecht en vooruit op wat zij na hun raadslidmaatschap gaan doen. In deze editie: Hilde Koelmans. Ze stopt na haar eerste termijn als raadslid. Haar tijd in de gemeentepolitiek heeft haar flink aan het denken gezet over de Utrechtse politiek en haar eigen partij. Met gemengde gevoelens verlaat ze in maart de raad.

Naam Hilde Koelmans
Partij SP
Jaren in de raad 4
Portefeuilles cultuur en onderwijs
Straat Zuilen
Burgerlijke staat Samenwonend
Kinderen 1
Leeftijd 30 jaar
Studie
Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Sociologie

“Ik ben ooit lid geworden toen ik voor het eerst mocht stemmen. Op dat moment vond ik de SP het beste bij mij passen qua standpunten en hun manier van politiek bedrijven. Dat was in 2006, toen ik pas in Utrecht was gaan wonen om te gaan studeren. De SP was toen behoorlijk populair. Ze waren druk in de weer met hun imago en stijl, ze wonnen dat jaar de stijlprijs voor Beste Campagne. Wat me aansprak was dat de partij erg actief was op straat, en zich niet beperkte tot het werk in de raad en de Tweede Kamer.”

“Ik had niet verwacht dat ik direct actief zou worden, maar het toeval wilde dat de partijvoorzitter van de Utrechtse fractie enkele weken later voor mijn deur stond om te vragen wat ik wilde gaan doen. Ik kon eigenlijk direct aan de slag: mee de buurt in, bij de kraam staan in de binnenstad en met mensen in gesprek gaan. Daar heb ik enorm van genoten. Ook buiten verkiezingstijd vond ik het mooi om te ontdekken wat men bezighoudt op straat en in de wijken, wat de problemen zijn waar mensen tegenaan lopen en hoe we die kunnen oplossen. Daar bereikt de SP ook iets mee.”

“Een voorbeeld: we kwamen er door die gesprekken op straat achter dat de woningbouw sjoemelde met draagvlakmetingen. Er werd bij bewoners van een huizenblok dat gepland stond voor de sloop naar hun mening gevraagd, maar eigenlijk hadden die zij er weinig over te zeggen: het werd helemaal niet gebracht alsof hun huizen tegen de vlakte zouden gaan. We hebben die bewoners toen geholpen zich te mobiliseren, en ze kregen voor elkaar dat het bij een verbouwing bleef. Dat beetje inzet vanuit de SP zorgde ervoor dat die mensen erachter kwamen dat ze zelf ook iets konden doen. Typisch SP: laten zien wat je zelf kunt organiseren en wat dat teweeg kan brengen. Dat is precies wat ik tof vind aan de partij.”

Oude wijn in nieuwe zakken
“Ik voel me soms behoorlijk teleurgesteld in de SP, ondanks het feit dat ik het beste bij hen pas. Vooral met de interne organisatie heb ik problemen. Echte vernieuwing, kritiek en zelfreflectie blijft beperkt, dat zie je ook elders. Als je iets wilt veranderen, moet je zorgen dat je partij steeds nieuwe aanwas krijgt. Dat blijft helaas uit. We zijn niet aansprekend voor jongeren, terwijl de jeugd nodig is om nieuw talent binnen te halen die de partij weer voorzien van frisse ideeën. Zij zijn de toekomst. Voor mijn gevoel is de SP een beetje aan het uitsterven – mijn soort mens, in elk geval. De hele generatie mensen waarmee ik toen actie voerde, bij de kraam stond en mee de wijken in ging, is vertrokken. Ik vermoed dat ze tegen hetzelfde probleem aanlopen als ik.”

‘Kinderachtige zaken over een auto die ergens te lang geparkeerd staat, zal ik niet missen’

“Ook op landelijk niveau is de partij naar mijn mening weinig vernieuwend: een gevalletje oude wijn in nieuwe zakken. Of de nieuwe partijleiding ook daadwerkelijk nieuwe ideeën zal voortbrengen, is nog maar de vraag. Dat vind ik zonde. We moeten ruimte maken voor nieuw talent en nieuwe mensen. Dat is nog een extra reden waarom ik de komende termijn op een onverkiesbare plek op de kieslijst sta. Ik ben en blijf loyaal aan de partij en zou graag zien dat die vernieuwing er komt. Ik hoop dat we toch weer gaan winnen. Voorlopig kan ik daar zelf even niet aan bijdragen. Het staat er ook niet zo voor dat ik er momenteel met de pet naar gooi, absoluut niet – ik maak mijn raadslidmaatschap netjes af.”

Overmatig veel processen
“Nog een reden waarom ik het raadswerk niet meer wil doen, is omdat ik me erger; de lokale politiek vind ik soms een hoop gedoe om niets. Vergaderen tot diep in de nacht over kleine onderwerpen die allang in een commissie zijn besproken, en de discussie toch nog eens opengooien. Kinderachtige zaken aankaarten zoals een auto die ergens te lang geparkeerd staat. Raadsleden die hun volledige spreektijd van 36 minuten benutten: onzin! Het is niet nodig en het kost erg veel geld dat we beter aan andere dingen kunnen uitgeven.”

“Iets wat ik zeker niet ga missen, is het doorlopen van overmatig veel processen. Tijdens een vergadering ontstaat er dan een debatje over of we wel of niet gaan schorsen. Dan moet iedereen aangeven of ze dat wel of niet willen, wat ongeveer vijf minuten kost. Vervolgens moet er gepraat worden over hoe lang we schorsen – tien minuten of een kwartier? Daar wordt dan weer vijf minuten over gepraat. Ga zo maar even door.”

“Zo zijn er meer dingen waarvan ik denk dat ze beter kunnen. Wat bij mij veel irritatie opwekte, was de JOGG-aanpak: Jongeren Op Gezond Gewicht. Een programma dat op scholen uitgerold wordt met als doel kinderen door onder andere voorlichting te stimuleren gezonder te leven. Sommige raadsleden of partijen lijken niet gevoelig te zijn voor feiten. In de evaluatie stond namelijk zwart op wit dat de aanpak geen succes was. Het overgewicht was niet afgenomen. Kappen ermee, vonden wij. We stonden hierin zij aan zij met de VVD: een minderheid van negen zetels tegen de voortzetting van het JOGG, een programma dat ongeveer zeven ton per jaar kost. Dat is veel geld voor een oplossing die niet werkt. De situatie werkte voor mij behoorlijk demotiverend.”

Moties tellen is onzin
“Voor mijn gevoel heb ik op beperkte schaal wel iets kunnen bereiken. Moties tellen vind ik onzin – verreweg de meeste van mijn moties en amendementen zijn verworpen. Ik hou er niet van om plannen af te zwakken of uit te ruilen om een meerderheid te behalen. Dat maakt me misschien niet een hele goede politicus, maar ik doe geen concessies. Ik dien liever een motie in met een boodschap waar ik volledig achter sta, die het misschien niet haalt. Zo heb ik vaak moties ingediend tegen het ‘wegplussen’ van tekorten bij grote culturele spelers zoals TivoliVredenburg of Filmtheater ’t Hoogt. Die haalden zelden een meerderheid, maar droegen wel bij aan een stukje bewustwording over het onderwerp.”

‘Ik hoop dat de SP wat vernieuwender wordt’

“Het is niet alleen maar een negatieve ervaring geweest. Er zijn absoluut dingen die ik ga missen: de gezelligheid, want die was er wel, met de fractie en andere mensen waarmee je vier jaar lang intensief samenwerkt. De samenwerking met de VVD heeft me positief verrast: hun manier van politiek bedrijven lijkt op die van ons, omdat ze redelijk feitelijk naar dingen kunnen kijken. Ze willen niet alleen praten, maar ook echt dingen doen. Dat gaat goed samen met de SP, tenminste, wel op onderwerpen die minder gebonden zijn aan ideologie.”

“Ik vertrek dus met gemengde gevoelens. Ik heb een hoop leuke en mooie dingen gedaan. Mijn onderzoek naar dakloosheid bijvoorbeeld, en alles rondom de bibliotheek in Utrecht. Ik denk dat we de inspraak in de stad hebben verbeterd en meer mensen bereiken. Ik had het allemaal niet willen missen. Je komt veel verschillende mensen tegen en ik heb een hoop geleerd over hoe je invloed kunt hebben op wat er gebeurt in een stad. Het is wel ploeteren om ook daadwerkelijk iets te veranderen.”

“Waaraan ik mijn tijd ga besteden als ik mijn zetel niet meer heb? Ik ben straks in totaal twee dagen vrij en daar ga ik eerst goed van genieten. Ik wil bijvoorbeeld weer toneel gaan spelen. Daarnaast blijf ik het werk doen dat ik naast mijn raadswerk al deed: mensen die niet meer in de arbeidsmarkt zitten, begeleiden naar betaald werk.”

2 Reacties

Reageren
  1. Dirk

    Wat een mooie eerlijke reflectie op haar eigen partij en hoe ze vindt dat de politiek zou moeten werken.

  2. @UtrechtseSjoerd

    “Ik hou er niet van om plannen af te zwakken of uit te ruilen om een meerderheid te behalen.”

    Dit is bewonderenswaardig. Dat staan voor je principes en mening zouden veel meer partijen moeten doen.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).