Vorig week werd bekend gemaakt dat Utrecht één van de vijf steden wordt die de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers gaat verzorgen. De gemeente Utrecht heeft laten het niet eens te zijn met het opvang- en terugkeerbeleid van het kabinet. “Het kabinetsakkoord biedt voor het college geen sluitende aanpak”, dat meldt het college in de raadsbrief.
Na een 9-daagse kabinetscrisis over de bed, bad en broodregeling werd vorige week een compromis gesloten tussen regeringspartijen VVD en PvdA. Dit compromis betekent dat uitgeprocedeerde asielzoekers een beperkt aantal weken onderdak krijgen in vijf gemeenten: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven. Tijdens het tijdelijke verblijf worden mensen gestimuleerd om mee te werken aan een terugkeer naar het land van herkomst. Als ze niet meewerken dan belanden ze op straat. Als de desbetreffende gemeente niet meewerkt dan straft het Rijk haar door bijvoorbeeld op het integratiebudget voor nieuwkomers te korten.
Bezwaren
In de raadsbrief meldt het college dat het kabinetsakkoord geen recht doet aan het Utrechtse coalitieakkoord waarin is afgesproken dat de gemeente uitgeprocedeerde asielzoekers in de noodopvang opvangt. Het college laat in de raadsbrief weten het niet humaan te vinden (uitgeprocedeerde) asielzoekers ‘op straat te zetten’. Kwetsbare uitgeprocedeerde asielzoekers zouden in de lopende toelatingsprocedure de noodzakelijke opvang en begeleiding van de gemeente moeten krijgen. Verder vindt de gemeente dat de financiële verantwoordelijkheden van gemeenten en rijk helder gemarkeerd moeten worden en dat de afspraken moeten leiden tot een sluitend beleid dat ook in de praktijk werkt. Daarnaast is de visie van de gemeente dat de succesvolle aanpak in Utrecht een plaats moet krijgen in de afspraken met het Rijk. Utrecht zal de huidige situatie voorzetten totdat er afspraken zijn gemaakt.
“Opvang zo kort als het kan, zo lang als het effectief is”
De bezwaren van Utrecht zijn ook verwoord in een brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan de Tweede Kamer. In deze brief meldt de VNG het uitgangspunt van terugkeer met het Rijk te delen, maar dat het terugkeerbeleid geen sluitend systeem is en dat ook niet kan worden. Het standpunt van de VNG is: “Opvang zo kort als het kan, zo lang als het effectief is”. Maatwerk wat betreft de duur en de aard van opvang en de vorm van begeleiding is zeer belangrijk en reikt verder dan de vraag “wilt u terugkeren?” Met die benadering win je ook vertrouwen”, dat meldt de VNG in de brief.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten zet haar kanttekening bij het aantal opvanglocaties. De locaties zouden aan regionale spreiding ontbreken. Daarnaast vraagt de VNG zich af wie zich straks gaat melden bij de locaties in de wetenschap dat dit het laatste portaal is. Meer mensen zullen dan in de illegaliteit verdwijnen.
“Het is bijzonder dat de Dienst Terugkeer &Vertrek geen taakstelling opgedragen heeft gekregen wat betreft het laten terugkeren van vreemdelingen, maar dat gemeenten wel worden afgerekend op zaken waarover ze geen zeggenschap hebben”, dat meldt de VNG in de brief aan de Tweede Kamer. Daarnaast zijn ook de financiële sancties ongehoord.
De gemeente Utrecht en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten willen nieuwe afspraken met het Rijk maken die zijn gericht op het verbeteren van terugkeerresultaten. Daarbij moet geen sprake zijn van wantrouwen en opgelegde sancties, maar van een gelijkwaardig overleg.
1 Reactie
ReagerenLastig hè, zo’n overheid die allerlei regeltjes oplegt waar je je niet in kunt vinden.