Onderwijs ondersteunend personeel (OOP) geeft de eigen veiligheid een zeer hoge waardering. Dat blijkt uit onderzoek van CNV Onderwijs. Hoewel een meerderheid van het OOP vindt, dat er een toename in agressief gedrag van ouders en scholieren is waar te nemen, waarderen zij hun eigen veiligheid met een 7,9. Ondanks het feit dat de gemeente Utrecht geen taak heeft in het beoordelen van de zogenaamde schoolveiligheidsplannen speelt zij wel degelijk een rol in de preventie rondom scholen, zo blijkt uit een reactie van het Utrechtse college van burgemeester en wethouders op vragen van D66 over de veiligheidssituatie op Utrechtse scholen.
Signalen over onveiligheid
De lokale fractie van D66 verzocht het college om duidelijkheid rond de veiligheidssituatie van het OOP op Utrechtse scholen bij het uitroepen van de verkiezing van de conciërge van het jaar. Uit onderzoek van CNV Onderwijs blijkt volgens de partij, dat de veiligheid van OOP in het geding is en dat medewerkers worden belemmerd bij het uitoefenen van hun functies. Uit het onderzoek zou naar voren komen, dat scholieren, ouders en docenten zich regelmatig schuldig maken aan verbale en fysieke agressie. D66 vindt dit onacceptabel, aangezien hierdoor de veiligheid in en rond scholen onder druk komt te staan. Uit het onderzoek blijkt ook, dat een kwart van het OOP niet weet dat er een schoolveiligheidsplan is en dat de exacte invulling van het veiligheidsbeleid slechts bij de helft van de respondenten bekend is.
Personeel zelf lijkt tevreden
Het college herkent dat een meerderheid van het OOP wel eens te maken heeft met agressie. Tegelijkertijd blijkt volgens het college uit het door D66 aangehaalde artikel/onderzoek, dat het OOP de eigen veiligheid zeer hoog waardeert met een 7,9. Het inhoudelijk beoordelen van het schoolveiligheidsplan is geen taak van de gemeente. Deze taak is door het Rijk neergelegd bij de arbeidsinspectie, de onderwijsinspectie en de medezeggenschap. Desondanks heeft de gemeente wel een rol in de preventie rondom school en is er dan ook een aanvullend preventiebeleid, onder meer met de inzet van medewerkers Toezicht en Handhaving in de wijken, deelname aan het Veiligheidshuis, een convenant school en veiligheid in verschillende wijken (Zuid-west, Leidsche Rijn, Overvecht), en een subsidieregeling voor conciërges in het primair onderwijs.
Aantal incidenten niet bekend
Alle scholen kunnen een beroep doen op de wijkagent als de ernst van een incident daarom vraagt. Daarnaast hebben wijkagent en school ook preventief contact, met name in de wijken waar een convenant school en veiligheid van kracht is. Ook stimuleert het college het doen van aangifte. In het project Veilige Publieke Taak, gestart in 2010, stimuleert de gemeente samen met de politie en het Openbaar Ministerie een consistent en stevig veiligheidsbeleid bij de Utrechtse werkgevers, de bereidheid om aangifte te doen en een betere afhandeling van incidenten. Hoe vaak scholieren betrokken zijn bij grensoverschrijdend gedrag in en rond scholen is niet exact bekend. Ook is er geen zicht op hoe vaak hier van melding is gemaakt, dan wel aangifte gedaan bij de politie.
Geen verontrustende signalen bekend
Dergelijke specifieke informatie is volgens het college niet automatisch uit het politiesysteem te generen. Het vergt veel onderzoekscapaciteit om deze cijfers exact boven water te krijgen. In het convenant school en veiligheid zijn echter afspraken gemaakt tussen onder andere scholen en de politie over hoe om te gaan met incidenten en om regelmatig overleg met elkaar te hebben. Vanuit die overleggen komen geen verontrustende signalen over een toename van incidenten op Utrechtse scholen , stelt het college. Scholen handelen incidenten overigens veelal zonder ondersteuning van de politie zelf af. Alle scholen hebben contact met de wijkagent indien dit nodig is.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.