Allemaal Utrechters - Ali Sarvari: ‘Bewoners van en rond de Twijnstraat zijn geweldig leuke mensen’ | De Utrechtse Internet Courant Allemaal Utrechters - Ali Sarvari: ‘Bewoners van en rond de Twijnstraat zijn geweldig leuke mensen’ | De Utrechtse Internet Courant

Allemaal Utrechters – Ali Sarvari: ‘Bewoners van en rond de Twijnstraat zijn geweldig leuke mensen’

Allemaal Utrechters – Ali Sarvari: ‘Bewoners van en rond de Twijnstraat zijn geweldig leuke mensen’
Papegaai Tuti woont in het Twijntje, maar vindt alleen zijn baas echt leuk. Foto: Robert Oosterbroek
Deze landen zijn de revue gepasseerd: Polen, Rusland, Iran, Colombia, Macedonië, Peru, Venezuela, Syrië, Indonesië, Denemarken, Zuid-Afrika, Spanje, Ethiopië, Taiwan,…

Allemaal Utrechters is een reeks interviews met onze in het buitenland geboren stadsgenoten. We vragen ze naar hun achtergrond en hun ideeën over Utrecht en tonen zo de diversiteit van onze stad. We streven ernaar alle Utrechtse nationaliteiten te portretteren. Deze keer: Ali Sarvari (31) uit Afghanistan.

Paspoort

Naam: Ali Sarvari
Land: Afghanistan
Geboortedatum: 15-01-1986
Levensmotto: ‘Behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden’
Aantal mensen met (alleen) een Afghaans paspoort in Utrecht in 2017: 146 (bron: Basisregistratie Personen/BRP)

Grijze reuzepapegaai Tuti knabbelt liefdevol aan Ali’s neus – die geeft hem een kus op zijn snavel. De vogel woont in schoenmakerij het Twijntje in de Twijnstraat, waar zijn baas de eigenaar van is. “Elk jaar wordt de band met een papegaai sterker”, vertelt Ali, “en ze kunnen wel tachtig worden. Veel beter dan een kat. Wel is hij al drie keer ontsnapt. Maar hij valt nogal op, dus heb ik hem via via altijd teruggevonden.” De schoenmaker kocht het dier drie jaar geleden. “Toen ik Mahdi nog niet had”, hij knikt naar zijn collega.

Begin 2013 nam Ali het Twijntje over van een vriend. Mahdi nam hij drie jaar later aan omdat het te druk werd. Die is kleermaker en won enkele prijzen voor zijn werk. Ali was blij dat hij kledingherstelwerk niet meer zelf hoefde te doen. “Ik houd meer van het schoenmaakvak”, zegt hij. “Schoenen zijn belangrijk voor mensen. Ik krijg vaak klanten die hun schoenen willen laten maken omdat ze er zo aan gehecht zijn. Dan zijn ze ontzettend blij als ze er weer een tijdje mee vooruit kunnen. Met goede schoenen aan je voeten, voel je je goed.” Hij kijkt voorzichtig en met een grijns opzij naar Mahdi, die een knoop op een jas aan het naaien is, maar mee heeft geluisterd – die schudt meewarig zijn hoofd. “Dat geldt voor kleding allemaal ook, Ali.”

Ali’s vader is ook kledinghersteller van beroep. “In Afghanistan maakte hij kleding op maat, maar hier kan-ie niet concurreren met de grote kledingketens. Hij heeft al heel lang een eigen zaak op de Van Bijnkershoeklaan bij Transwijk. Mijn moeder is gastvrouw, omdat zij beter Nederlands spreekt.” Ali vertelt hoe hard zijn vader probeert de taal onder de knie te krijgen, maar daar niet in slaagt. “De wil is er, maar het is te moeilijk. Dat zie ik bij veel oudere mensen. Je kunt niet simpelweg roepen dat ze ‘gewoon’ harder hun best moeten doen.”

Hemel op aarde

In 1993 kwam het gezin Sarvari aan in Nederland. Ali was zeven. Afghanistan was erg onveilig en in Iran, waar ze op dat moment zaten, zouden ze niet erkend worden als Iraans staatsburger. Honderden gezinnen waren door een hulpverleningsorganisatie uitgenodigd op het vliegtuig te stappen en werden hartelijk ontvangen. In Apeldoorn konden ze tijdelijk in een huis van koningin Juliana wonen herinnert Ali zich, de kinderen kregen kleedjes en speelgoed, en al gauw kregen de Sarvari’s in Kanaleneiland een eigen woning. Heel anders dan hoe het nu gaat, merkt Ali op.

Hij voelt zich ‘heel Nederlands’ – hoe kan het ook anders als je op je zevende begint met integreren – maar krijgt soms te maken met vooroordelen. “Toen ik de opleiding detailhandel deed op het MBO, moest ik een stage vinden. Dat was erg, erg moeilijk. Ik had een goed cv, maar werd niet eens uitgenodigd.” Hij kon uiteindelijk bij Aktiesport op het Vredenburg terecht, werkte er drie jaar als invalkracht en werd na zijn afstuderen gevraagd daar bedrijfsleider te worden. Maar Ali wist al sinds zijn zestiende dat hij het schoenmaakvak in wilde. Lange tijd werkte hij in een schoenmakerij op Hoog Catharijne.

Vandaag (zondag 17 december) stonden de mannen van het Twijntje met een kraampje schapenwollen zolen op de KNUS kerstmarkt. En dan is het ‘kletsen met de buurtbewoners’. Ali: “De mensen die in deze buurt wonen, vind ik geweldig leuk. Onze klanten zijn veel studenten en oudere mensen. Sommigen zie ik bijna als vrienden.” Het Twijntje is het middelpunt van Ali’s leven nu – hij komt er dagelijks, heeft er z’n liefhebbende Tuti en al die leuke klanten. Als klap op de vuurpijl zit hij altijd dicht bij de Oudegracht. Of, zoals hij het noemt: ‘de hemel op aarde’.

Jezelf of iemand anders aanmelden voor Allemaal Utrechters? Dat kan! Bekijk welke nationaliteiten er al zijn geweest in het rijtje hieronder, en mail naar redactie@duic.nl 

Deze landen zijn de revue gepasseerd:
Polen, Rusland, Iran, Colombia, Macedonië, Peru, Venezuela, Syrië, Indonesië, Denemarken, Zuid-Afrika, Spanje, Ethiopië, Taiwan, Duitsland, Aruba, Bolivia, Irak, Liberia, Noord-Ierland, Finland, Oostenrijk, Verenigde Staten, Turkije, Engeland, Hongarije, Chili, Italië, Ecuador, India, Roemenië, Bangladesh, Frankrijk, Suriname, Ierland, Brazilië, Australië, Nicaragua, Griekenland, Litouwen, Estland, Tadzjikistan, Zuid-Soedan, Portugal, Canada, België, Zuid-Korea, Curaçao, Senegal, Afghanistan.

1 Reactie

Reageren
  1. H.van hoorn

    Een hele sympathieken. Man.
    Ik ga er geregeld naar toe.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).