Met die woorden schetst algemeen directeur Wilco van Schaik van FC Utrecht in een interview in Voetbal International een helder beeld van ‘zijn’ club. ‘Geen verrassingen meer bij Utrecht. Wij weten waar we staan en vooral waar we met de club naar toe willen. Dat pad is nu uitgezet, zodat iedereen binnen de club weet waar hij of zij voor werkt en wat de koers is voor de komende jaren. Op het veld staat een goede selectie die voor de plekken zes tot en met twaalf kan spelen en op kantoor staan alle neuzen de goede kant op’, benadrukt Van Schaik. 

De officiële cijfers moeten nog worden opgemaakt, maar in VI zegt Van Schaik al een goede kijk te hebben in de cijfers van het afgelopen jaar. ‘Het afgelopen seizoen zal uitkomen op zo’n tien miljoen operationeel verlies. Met aftrek van de transferinkomsten van Michel Vorm, Dries Mertens en Kevin Strootman komen we uit op iets meer dan vier miljoen verlies in de boeken. Dit resultaat is een verbetering van bijna vijf miljoen ten opzichte van het afgelopen jaar. Absoluut een positief punt. Dat we de transferinkomsten hadden, betekende een goede eerste stap in de herstructurering die we zijn begonnen. We hebben in het afgelopen boekjaar ook alle kosten die verband houden met de herstructurering meegenomen. Alleen op deze manier konden we met een schone lei dit nieuwe seizoen in. Een nieuw seizoen, een nieuw begin.’

Utrecht heeft haar uitgangspunten bepaald voor de komende drie jaar. In dit seizoen de club het verlies al met de helft terugdringen, wat moet worden bereikt zonder transferinkomsten. Een transfer zorgt ervoor dat het proces van gezond maken sneller gaat verlopen. ‘Elke Nederlandse club moet eens in de zoveel jaar een transfer maken, wij dus ook’, stelt Van Schaik. ‘De komende jaren moeten we heel goed en met beleid met ons geld omgaan. Dit wordt een proces van passen en meten. Maar alles is in kaart gebracht voor de komende drie jaar. We weten wat ons te doen staat en nu kan het alleen maar beter worden.’ Van Schaik ziet de bezuinigingen als een grote uitdaging om gezond te worden.

Utrecht kijkt echter niet alleen naar het financiële belang, maar ook naar het sportieve belang en wil een club blijven met ambitie. Er wordt gewerkt aan sportieve verbetering en ontwikkeling. De ambities op lange termijn richting subtop blijven daarbij overeind. ‘Alleen hebben we deze realistischer opgesteld’, stelt Van Schaik. ‘Dus vandaar geen eis voor Europees voetbal dit jaar. Ook geen eis voor het behalen van de play-offs. Wat niet wil zeggen dat we die niet kunnen of willen halen. Maar ook hieraan werken we stap voor stap aan herstel. We hebben op de drempel van Europa gestaan, daar moeten we op de lange termijn weer uitkomen. Echter dan met een goede organisatie en een goede financiële basis.’