Een zaterdag zonder voetbal bestaat voor veel jongetjes en meisjes niet. En daarmee ook niet voor hun ouders. Vincent Alkemade schrijft voor DUIC over zijn zoon die in het komende seizoen bij FC Utrecht mag voetballen. Hoe gaat het hem en zijn vader af? Vandaag: De toegift.
Ruim een jaar geleden kregen we op Zoudenbalch een rondleiding. We liepen door een lange, witte gang. Aan de wand hingen foto’s van jeugdspelers die het eerste elftal hadden gehaald. De laatste lijst was nogal opzichtig leeg gelaten. “Het zou mooi zijn als jouw foto hier ooit komt te hangen,” zei de man van FC Utrecht glimlachend. Wij lachten en droomden met onze zoon mee. Zonder ook maar enige clou te hebben in wat voor avontuur ons gezin terechtkwam. Een seizoen lang zijn we meegereisd in de achtbaan. We werden opgeslokt door speelschema’s en logistieke uitdagingen, passie en twijfels, glorie en teleurstellingen. Zonder een strak regime van plannen en taken verdelen was het ons niet gelukt om enige rust en orde te creëren. Dat pakte niet voor alle gezinsleden even gunstig uit. Tot groot verdriet van mijn dochter gingen we regelmatig te vroeg naar huis van feestjes. Broerlief had immers altijd wel een training, wedstrijd of toernooi de volgende dag.
Nu lopen we in Woerden het sportcomplex op voor zijn allerlaatste toernooi in het rood-wit van FC Utrecht. We zijn er deze keer met het hele gezin bij, inclusief opa en oma. Eerst gaan we samen met de aanwezige ouders aan de koffie. Door het driedaagse tripje naar Düsseldorf is de band met een aantal ouders flink verdiept. Openhartig spraken we met elkaar over wat het- in alle opzichten – met jezelf en je gezin doet als je zoon bij FC Utrecht speelt. Ieder heeft onderweg zo zijn, soms lastige, keuzes moeten maken. Het weekend is voor mij een dierbare herinnering geworden. Niet alleen mijn zoon neemt afscheid, maar ik ervaar het ook steeds meer zo. Op het toernooi in Woerden kijk ik nog een keer rond naar de mensen en de entourage om mij heen. Het weemoedige gevoel van ‘dit is de laatste keer’ krijgt steeds meer vat op mij.
(Tekst loopt door onder afbeelding)
Mijn zoon speelt een fijn toernooi. Alsof het grote gordijn nog één keertje open gaat en hij een mooie toegift mag geven. Zoals zo vaak dit seizoen draagt hij zijn ‘eigen’ shirt met nummer negen. Hij zit in een flow en het plezier spat er vanaf. Het hele gezin glimt van trots. Ondertussen houdt mijn dochter een lijstje bij van zijn doelpunten (9), doelpunten uit penalty’s (2), assists (5) en ballen op de paal (2). Naarmate de dag vordert, zie ik links en rechts de tranen vloeien bij jongens die zijn afgevallen bij andere profclubs. Ook ouders krijgen het te kwaad. Op diverse manieren worden de jongens uitgeluid. De ene jongen is nog een keer aanvoerder en de ander verlaat het veld met een applauswissel. Mijn zoon mag aan het eind van de dag de beker mee naar huis nemen en houden.
Het is zaterdagochtend en ik moet wel wennen. Normaal sta ik langs de lijn bij een wedstrijd of een toernooi. Deze keer heb ik niets om handen en dat blijft voorlopig zo tot half augustus. Ineens heb ik zeeën van tijd. Gekscherend roep ik overal dat ik een hobby moet gaan zoeken. Terwijl de jongens bij FC Utrecht alweer zijn gestart met het eerste voorbereidingsblok voor het nieuwe seizoen heeft mijn zoon ook vrije tijd. Tijdens de hittegolf in juni kan hij daarom lekker veel gaan zwemmen. Als afscheidscadeau heeft mijn zoon van alle ouders een ingelijste actiefoto gekregen. Een foto geschoten in de memorabele wedstrijd tegen Juventus. Die foto hangt dan weliswaar niet in de gang bij FC Utrecht, maar wel bij ons in huis.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.