Door een poetry battle op Radio 1 voorafgaand aan de bekerfinale van 2016, kreeg acteur en komiek Korneel Evers plots de schijnwerpers op zich als supporter van FC Utrecht. Dat resulteerde vervolgens in onder meer een wekelijkse ode in het sportprogramma Een Berg Sport van RTV Utrecht en tijdens de Open Dag van FC Utrecht mocht Evers de spelerspresentatie aan elkaar praten. Met de geboren Tukker blikt DUIC Sport vooruit op het nieuwe voetbalseizoen.

We hebben afgesproken met Evers aan de voet van de Domtoren. Hoewel misschien clichématig, wil de 39-jarige inwoner van Maarssen per se op de foto met de Domtoren als decor. “De enige plek waar ik mee kan leven”, appte hij bloedserieus. Nadat de foto’s – uiteindelijk zonder Domtoren – zijn genomen, nemen we op het terras van Grand Café Lebowski de huidige staat van zijn favoriete club onder de loep.

Hoe komt een jongen uit het Overijsselse Wierden, die je eerder bij Heracles of FC Twente zou verwachten, bij FC Utrecht terecht?

“Ik heb de pech, zeg achteraf maar gerust geluk, dat mijn vader helemaal niet van voetbal houdt. Ik ging wel eens met een oom of neef mee naar Heracles, Twente of Go Ahead Eagles, maar een ‘vaste’ club had ik niet. Door mijn studie aan de HKU belandde ik begin deze eeuw in Utrecht en één van mijn huisgenoten bracht me in aanraking met de FC. Hij ramde elke zondagmorgen Herman Berkien keihard door het huis, hing een Utrecht-sjaal om zijn nek en ging naar het stadion. Op een gegeven moment vroeg hij of ik zin had een keer mee te gaan. Het was de eerste thuiswedstrijd van het seizoen, ‘we’ wonnen dik en ik werd gelijk gegrepen door de authenticiteit van de club. De dag erna heb ik een seizoenkaart gehaald, inmiddels ben ik toe aan mijn zeventiende. De eerste twee jaar op wat nu de Zuidtribune is, daarna op de Cityside.”

Je bent ook één van de aanjagers van het vorig seizoen geboren supporterscollectief Cityside op Facebook. Hoe is dat zo gekomen?

“Ik merkte dat buiten de geijkte supportersverenigingen om veel supporters online heel actief zijn met hun eigen platform. Wat me echter opviel is dat het vooral heel BunnikSide-gerelateerd was. De Cityside is toch een beetje vergeten zijde van het stadion. Dus besloot ik een Facebookpagina aan te maken en wat gelijkgestemde mensen zoals Mario Nelissen erbij te betrekken. Fans zijn vaak negatief, wij willen de club juist positief steunen. Supporten in plaats van zeiken.”

Zeiken hoort toch ook wel een beetje bij Utrecht?

“Dat hoort er zeker bij en je mag ook best wel zeiken. Op een gegeven moment moet het ook wel een soort van opbouwend worden, je kunt niet alleen maar de grond in trappen. Dan krijg je niks gedaan.”

Veel Cityside-supporters vielen deze zomer over de plotselinge verhoging van de prijs van een seizoenkaart voor kinderen. Jij was het niet eens met die kritiek.

“Kijk, ik snap wel dat je ervan baalt dat je meer moet gaan betalen voor je kinderen. Het was alleen een verhoging die al lang geleden was aangekondigd. Of beter gezegd: die mensen hebben jarenlang geprofiteerd van korting. Ik ga zelf graag ook naar concerten, moet je eens kijken hoeveel je daar betaalt voor een kaartje. Op de Cityside betalen mensen nog geen 13 euro per wedstrijd voor anderhalf uur vermaak.”

Vermaak… Vaak is het toch helemaal niet leuk om supporter van FC Utrecht?

“Tuurlijk wel, ik houd er juist van de underdog te steunen. Het is een beetje zoals een film. Je weet precies wie de spelers zijn, maar je hebt geen idee hoe het afloopt.”

Over spelers gesproken, heeft de club het op transfergebied goed gedaan?

“Dat vind ik wel. Nog voordat duidelijk was of FC Utrecht wel of niet Europees zou halen, wist Jordy Zuidam al Leon Guwara, Joris van Overeem en Simon Gustafson binnen te hengelen. Van Zuidam begreep ik dat twee van die drie spelers vrijwillig genoegen nemen met ongeveer de helft van het salaris dat ze hiervoor hadden. Dan vind ik dat je het als FC Utrecht zijnde heel goed doet. Met Emil Bergström en Nicolas Gavory had de club vervolgens vlak voor de Open Dag nog twee zeer prettige verrassingen in petto.”

Op welke plek eindigt FC Utrecht dit seizoen?

“Als we weer om de vijfde, zesde plaats mee kunnen doen, dan denk ik dat we het heel goed doen.”

Vind je de selectie niet sterker dan vorig seizoen?

“Moeilijk om nu al te zeggen. De nieuwelingen zullen misschien niet allemaal gelijk basisspeler worden, maar tijdens de oefenwedstrijden zag ik ook geen spelers waarvan ik het idee heb dat ze het niet gaan redden. Daarnaast denk ik dat de selectie iets meer ‘Utrechts’ is geworden. Dat is misschien vreemd om te zeggen gezien het groot aantal buitenlandse spelers dat gehaald werd. Voor mijn gevoel hebben we nu meer spelers die er even lekker in kleunen wanneer een wedstrijd daarom vraagt. Bijvoorbeeld in de beker.”

Ook de organisatie is Utrechtser geworden, met nog meer mensen die een verleden hebben als speler bij de club.

“Als supporter vind ik dat natuurlijk prachtig. Al hoop ik wel dat ze zijn aangenomen vanwege hun kwaliteiten, niet omdat andere mensen binnen de organisatie ze kennen. Dat is natuurlijk niet de beste reden om iemand aan te nemen.”

Na de spelerspresentatie las ik verschillende reacties dat jij eigenlijk de stadionspeaker moet worden. Zou je zoiets willen?

“Het lijkt me best leuk om te doen en vind het een mooi compliment dat mensen dat zeggen. Degenen die het nu doen, doen dat natuurlijk prima. Ik wil ook zeker niet aan hun poten zagen. Daarnaast ambieer ik het eigenlijk ook niet, vind het veel te leuk om samen met mijn vrienden van de Cityside naar wedstrijden te kijken.”

Naast acteur en komiek, ben je ook zanger. Wanneer kunnen we een clublied van je verwachten?

“Nou, dát is wel echt een ambitie van me, dat wil ik eigenlijk al jaren. Alleen ben ik inmiddels wel wat huiverig geworden dat het misschien tegen me gaat werken. Dat mensen straks zeggen: ‘Oh God, kijk hem weer eens vooraan staan’. In Utrecht wordt niet altijd gewaardeerd wanneer jij jezelf ineens heel wat gaat vinden. Ik wil ervoor waken dat mensen het vermoeden kunnen krijgen dat ik mezelf belangrijker vind dan de club. Niemand is belangrijker dan de club.”