Stel. Je komt al jaren lang in je favoriete restaurant. Het is er altijd gezellig druk. Het eten is meestal goed, soms geweldig en af en toe matig. Dat laatste neem je op de koop toe. Je hebt een zwak voor de eigenaar. En ach, de unieke sfeer maakt eigenlijk altijd alles goed. Er is geen enkele reden om naar een andere zaak te gaan. Noem het traditie. Of trouw.
En dan gebeurt er iets waar je toch even van schrikt. De zaak moet dicht. Kennelijk had de oude eigenaar op een te grote voet geleefd. Je had daar wel eens wat over opgevangen, maar dat de financiële nood zo hoog was… Uiteindelijk lijkt het mee te vallen. Het restaurant wordt overgenomen en er zijn grootse plannen. Er gaat flink geïnvesteerd worden. Er komt een nieuwe kok in de keuken, meer personeel en de ambitie is om uit te breiden of mogelijk zelfs een nieuw pand te betrekken. Voorzichtig wordt er gesproken over een Michelin ster binnen vijf jaar. De nieuwe baas (laten we hem Frans van Seumeren noemen) gaat voortvarend van start. Bijna de complete brigade wordt ontslagen. Lullig, maar je kunt niet het leed van de hele wereld op je schouders nemen. Wel opmerkelijk overigens dat de bedrijfsleider als enige mag blijven.
Die Frans blijkt een toffe peer. Hij is een liefhebber van lekker eten en dat is zijn enige drijfveer. Voor het geld hoeft hij het niet meer te doen. Goed beschouwd is die verkoop een zegen. De stamgasten van vroeger twijfelen niet; zij weten waar hun stoel de komende jaren staat. Na wat aanloopproblemen wordt die Michelin ster een steeds realistischer idee. Althans, dat dacht je. Want onverwacht raakt de sleet er in. De kok maakt de verwachtingen niet waar en de bedrijfsleider weet ook nu niet met geld om te gaan. Je geeft Frans nog steeds een kans maar verlangt vaak terug naar die oude tijd. Weliswaar geen enkele uitzicht op een ster. So what? Je beleefde er geweldige avonden.
De bedrijfsleider wordt op straat gezet en Frans maakt een wat depressieve indruk. Leuker wordt het er niet op. In een gemiddelde shoarmatent eet je lekkerder. Als de verwarming ook nog dienst weigert, vind je het mooi geweest. Thuis eet je beter voor minder geld. Dat zal liefhebber Frans toch wel begrijpen? Nee, dat begrijpt hij niet. De nieuwe bedrijfsleider (laten we hem Wilco noemen) stuurt je een emotionele brief waarin hij smeekt om je steun. Hij heeft je nodig, juist in deze tijden van crisis. Nee, beter eten kan hij niet garanderen. En voor een brandende kachel is nog steeds geen geld. Maar vooral jij als vaste klant door de jaren heen, zal hem toch niet laten vallen? Je vraagt je af waarom je opeens zo’n belangwekkende rol krijgt. Dat blijkt in het vervolg van die brief. Als jij zo flauw bent om de tent in de steek te laten, hoeft het voor Frans misschien ook niet meer zo nodig. En dan is het over en uit met het restaurant. Dankzij jou.
Noem het traditie, noem het trouw. Maar jij overweegt klant te blijven. Ondanks de maagzweer die je inmiddels van het slechte eten hebt. Thuis vragen ze of je knettergek bent geworden. Een hele goede vraag.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.