Het schaatsseizoen staat op het punt van beginnen en het seizoen start dit jaar met een discussie over de start. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht (UU) hebben ontdekt dat de huidige startprocedure niet eerlijk is. Hoe langer de pauze tussen ‘ready’ en ‘go’ bij de start, hoe trager de eindtijd.
De huidige vorm van starten bij langebaanschaatsen is een loterij, zo stellen de onderzoekers. De tijd tussen het roepen van ‘ready’ door de scheidsrechter en het startschot verschilt per race. “Hoe langer het duurt voordat het startschot klinkt, hoe trager de finishtijd van de schaatsers.”
Eén van de onderzoekers is Beorn Nijenhuis, voormalig Nederlands kampioen schaatsen op de 1000 en 1500 meter. Samen met de experimenteel psychologen Edwin Dalmaijer en Stefan van der Stigchel analyseerde Nijenhuis de 500 meter sprint van de Olympische Spelen in 2010.
Van der Stigchel: “Als het interval al een seconde langer duurt, finishen de mannen gemiddeld 299 milliseconden trager. Bij de vrouwen is dat zelfs 672 milliseconden. Dat is op de 500 meter een verschil tussen de eerste en de vijfde plaats.” De tijd die verstreek tussen het omroepen van “ready” en het startschot liep in hun geanalyseerde schaatswedstrijden uiteen van ongeveer 3,5 tot 5,5 seconden.
Een mogelijke verklaring voor de correlatie is alertheid. Schaatsers die in een race starten waarin het interval lang duurt, zijn minder goed af dan de schaatsers die starten met een korter interval doordat ze minder alert zijn.
Dit probleem is volgens de onderzoekers vrij eenvoudig te verhelpen. Masterstudent en voormalig Olympisch schaatser Beorn Nijenhuis: “Zorg ervoor dat de tijd tussen ‘ready’ en startschot niet variabel is, maar dat deze tijd gelijk is in iedere race. Dat is een stuk eerlijker dan de manier waarop in het schaatsen nu nog gestart wordt.”
4 Reacties
ReagerenMooi zo’n onderzoek maar wat wordt er mee gedaan?
@Dien,
ik mag aannemen dat zo’n onderzoek aangeboden wordt aan de ISU en dat die dat behandelen in een technische commissie. Die kunnen er wat mee gaan doen of niet.
“Zorg ervoor dat de tijd tussen ‘ready’ en startschot niet variabel is, maar dat deze tijd gelijk is in iedere race. Dat is een stuk eerlijker dan de manier waarop in het schaatsen nu nog gestart wordt.”
Maar dat is niet vergelijkbaar! Het is nu de bedoeling dat de schaatser een startschot hoort, daar op reageert, en dan vertrekt. Als de tijd altijd hetzelfde is dan kan de schaatser deze tijd oefenen en vertrekken op het moment van het startschot ipv als reactie daarop.
De tijden zullen dan sneller worden, maar de records zijn dan niet meer vergelijkbaar. Net als met zwemrecords uit het “kunststof zwempakken” tijdperk.
Hoe zit het nu echt? In DWDD legde Beorn uit dat het precies andersom is: als de starter langer wacht, dan neemt de aandacht van de schaatser toe, waardoor zijn reactiesnelheid korter wordt en hij dus sneller start en een snellere race rijdt.