Je zou het USC in één adem kunnen noemen met Utrecht Studentenstad. Geen vereniging zo prominent aanwezig als het Utrechts Studenten Corps. De mannen in hun jasjes en dasjes, de lange matjes en een lekker pilsje in de hand. Ziet u het voor zich?
Maar er is meer: rector en ‘gezicht’ van de vereniging Willem van der Graaf: “Het is een ontzettende mooie en gevarieerde vereniging waar je vriendschappen voor het leven opdoet.” Van der Graaf werd in september de nieuwe rector, in de volksmond voorzitter, van het Corps en vertelt over zijn leven en zijn weekend sindsdien. Over de tradities die de club bij elkaar houden en het leven in een mannenhuis. En de oordelen, want die zijn er ook. Van der Graaf: “Sinds de serie Feuten van BNN op tv is hebben we wel het gevoel weggezet te worden als een decadente groep die niets doen dan zuipen. Dat is natuurlijk niet waar.”
Rector van zo’n grote vereniging word je vast niet zomaar?
“Je wordt ervoor gevraagd. Vaak is dan uit eerdere activiteiten gebleken dat je in staat bent iets te organiseren en op breder vlak een visie kan dragen. Ik had me bijvoorbeeld twee jaar achter elkaar ingezet om een zeilkamp te organiseren en laten zien dat ik in verschillende commissies iets kon toevoegen.”
Een hele eer dus dat ze je uitkiezen?
“Ja het is een eer, zo ervaar ik dat ook.”
Wat ga je doen dit weekend?
“Sinds ik rector ben is de tijd thuis met mijn huisgenoten minimaal. De vereniging kent veel tradities en één daarvan is het wonen in een mannenhuis. Thuis speelt zich een heel sociaal leven af en dat moet ik dit jaar een beetje missen. Daarom vind ik het fijn om de weekenden tijd in mijn huisgenoten te investeren.”
Wat gaan jullie dan zoal doen?
“Bij ons is eten een hele sociale activiteit. In het weekend nemen we daar uitgebreid de tijd voor. Dan gaan er een paar mannen naar de markt voor wat verse producten en koken we ‘s avonds iets met elkaar. We hebben ook een hond met het huis. Soms gaan we met de hond een stuk lopen in Rhijnauwen. Er zal bij ons thuis nooit iemand in zijn eentje met een bordje eten op zijn kamer gaan zitten. We hebben echt als doel iets met elkaar op te bouwen en sociaal op een open manier met elkaar om te gaan.”
Worden er nog biertjes gedronken?
“Mijn weekenden probeer ik nu wel wat rustiger in te richten omdat de dagen door de week hectisch kunnen zijn. Maar ik denk wel dat we even gaan kijken bij het Herfstbockfestival op het Ledig Erf.”
Wil je ook wel eens iets doen wat niet met de vereniging te maken heeft?
“De vereniging is een kleine samenleving op zich. Er wordt heel veel aangeboden, zoals sporten, muziek, toneel, symposia. Ik hoef daarom niet per se op zoek naar zaken die niet met mijn vereniging te maken hebben. Je op die manier op zoveel verschillende plekken komen. Ook al heeft de groep soms een homogene uitstraling: er zitten ontzettend veel verschillende mensen bij die club en is er altijd iets te ontdekken.”
Hoe zit het met alle tradities?
“De vereniging kent een lange geschiedenis en vele tradities. Om te beginnen bij de Tweede Wereldoorlog. Wij waren verboden als club. Wij hadden een goede relatie met familie De Winter, van Café De Winter. Destijds mochten we toen kostbare bezittingen bij hen onderbrengen omdat ons pand gesloten werd. Die band tussen de vereniging en de familie is generaties lang behouden gebleven. Toen Ton de Winter, inmiddels kleinzoon van de familie, vorig jaar kwam te overlijden hebben wij met de vereniging zijn uitvaart geheel georganiseerd.”
Zitten er ook nadelen aan zo’n hecht verenigingsleven?
“Ons bestaansrecht bestaat er niet uit anders te zijn dan de rest. We willen juist met zoveel mogelijk mensen, jongens, meisjes en stadsgenoten een gevarieerde toevoeging leveren aan de stad. We zijn heel hecht met elkaar en intern soms niet zo open naar de buitenwereld. Het zijn de tradities die ons bij elkaar houden.Hierdoor kan het soms lijken voor mensen alsof we ons afzetten tegen de rest maar dat is niet het geval. We willen juist een bijdrage leveren aan de stad: We geven onder andere een feest met Koninginnedag op het Janskerkhof en dit jaar willen we een Jazzfestival organiseren in de stad, voor iedereen toegankelijk.”
tekst: Jolien van den Elsakker
1 Reactie
ReagerenLeuk stuk. Is het alleen niet Iets te doen dat niet met de vereniging te maken heeft?