Tienduizenden mensen reizen dagelijks met een van de meer dan tweehonderd Syntus Utrecht-bussen in onze mooie regio. Veel van deze bussen komen langs station Utrecht Centraal. Bij de Jaarbeurszijde wordt de komende weken de vraag gesteld aan reizigers waar ze vandaan komen, waar ze heen gaan en wat ze eigenlijk van de dienstverlening vinden.
Vandaag: Gabriël Moawad (26). Lijn 107 van Utrecht naar De Meern
Gabriël reist dagelijks met de bus van zijn huis aan de Koningin Wilhelminalaan naar zijn werk in Leidsche Rijn. Hij stelt zelf dat hij geluk heeft met de bussen: voor zijn deur stoppen verschillende lijnen naar het Centraal Station. “Perfect. Ik zit er in totaal ongeveer maar vijf minuten in.” Voorheen ging Gabriël met de fiets naar het station, maar deze werd een aantal keer gestolen.
Handige USB-poorten
Ook met de bewaakte Jaarbeursstalling blijft hij met de bus gaan. “Ik heb nu een NS-Businesscard van het werk. Ik werk voor een consultancybedrijf en reis heel Nederland door. Daarnaast vind ik met de bus reizen wel makkelijk. Als ik ’s ochtends slaperig de deur uitstap, loop ik naar de bus en ik dommel nog een beetje als ik de bus instap. Voor je het weet ben je dan op het station.”
De USB-poorten in de bus van Syntus vindt Gabriël tof. “Zelf maak ik er weinig gebruik van. Ik blijf meestal ook staan in de bus en op die plekken zitten geen USB-aansluitingen, maar mijn neefje heeft altijd een lege telefoon. Dan zijn die poorten wel echt handig.”
Gekke dingen in de bus
Door de jaren heen heeft hij ook veel gekke dingen meegemaakt in de bus. Zo struikelde hij in de bus ooit over een plastic badkuip toen hij naar Overvecht ging. “Het was heel maf, zo’n ding in de bus. Ik zie dan voor me dat iemand naar de IKEA is geweest en geen andere manier had om het thuis te brengen. Het is toch mooi dat je in de bus zulke grote dingen kan vervoeren?” Ook stapte hij ooit een keer in toen er achterin een groep mensen djembé speelden. “Ze maakten er gewoon hun eigen feestje van. De sfeer in de bus was toen heel gezellig.”
