Zowel het perspectief als de zorgen en emoties van bewoners van de met asbest besmette flats op Kanaleneilanden hebben bij de communicatie rond de asbestcrisis afgelopen zomer niet centraal gestaan. Dat blijkt uit het vandaag gepresenteerde onderzoeksrapport van de commissie Jansen. Het rapport is een grondige beschrijving en analyse van wat er vanaf eind juli is gebeurd rondom de asbestvondst en bevat nuttige aanbevelingen over onder andere communicatie, crisisorganisatie en kwaliteit van en toezicht op asbestsanering.
Niet verrast
Vanuit de lokale politiek kwamen vandaag al direct de eerste reacties los naar aanleiding van het gepresenteerde onderzoeksrapport. Zo stelde D66 niet verrast te zijn over de conclusies, die volgens de partij aansluiten op de signalen die zij de afgelopen maanden vanuit bewoners heeft ontvangen. In een bericht op de website meldt D66 gemeenteraadslid Arjan Kleuver: ‘De commissie bevestigt deels onze vermoedens dat er veel onduidelijkheid was toen er werd besloten te ontruimen. Daarnaast is er te weinig oog geweest voor de onrust bij bewoners. Asbest roept nou eenmaal veel vragen en angst op, daar had beter op ingespeeld moeten worden.’ D66 hoopt dat het rapport vragen wegneemt en erkenning biedt voor de zorgen van de bewoners.
Geen blijk van compassie en betrokkenheid
Ook de PvdA kwam in een eerste reactie tot die conclusie. De partij sluit zich aan bij de constatering vanuit de onderzoekscommissie, dat de acute ontruiming voor sommige bewoners onnodig belastend is geweest. De commissie concludeert dat communicatie met bewoners, naast het verstrekken van informatie, blijk moet geven van compassie en betrokkenheid. Ten aanzien van de asbestsanering zelf constateert de commissie dat deze ondeugdelijk was en dat het asbestsaneringsbedrijf de werkzaamheden eerder had moeten stopzetten. De commissie concludeert, dat de zelfregulering door de asbestbranche met marginaal toezicht door de overheid opnieuw beoordeeld moet worden. De PvdA gaat dan ook graag nog met het college in gesprek over de vraag hoe dit in de toekomst beter kan.
Ook veiligheidsbeleid niet op orde
De onderzoekscommissie komt ook tot de conclusie dat het Utrechtse veiligheidsbeleid niet op orde is. In een bericht op de website heeft de VVD Utrecht daar inmiddels haar bezorgdheid over gemeld. De commandolijnen zijn niet duidelijk en de ambtelijke leiding blijkt op de verkeerde plek te liggen. Volgens de commissie is het daarom begrijpelijk dat de locoburgemeester voor de zekerheid is overgegaan tot de afzetting van een deel van de wijk Kanaleneiland. VVD-woordvoerder wonen Willem Buunk: ‘De VVD vindt dat de veiligheid van bewoners hoogste prioriteit moet hebben. Maar de veiligheidsorganisatie blijkt niet op orde. Het crisisteam heeft de feiten en de gezondheidsrisico’s over de verspreiding van asbest op de Stanleylaan niet goed kunnen interpreteren. Wij vinden dat schokkend.’
Eindelijk erkenning
Over de uitkomsten van het rapport leven bij de lokale fracties nog veel vragen. De aanbevelingen die de commissie doet zijn echter wel helder. D66 gaf al aan er op te zullen aandringen dat deze door de gemeente, de Veiligheidsregio, Mitros en het Rijk voortvarend opgepakt worden. ‘Er moeten lessen worden getrokken uit deze casus zodat in de toekomst de crisisorganisatie naar behoren functioneert.’ aldus Kleuver.‘ Burgemeester Aleid Wolfsen bood bij de in ontvangstname van het rapport zijn excuses aan voor de onnodige onrust die is veroorzaakt bij bewoners. Uit de eerste reacties vanuit bewoners blijkt dat zij erkenning zien voor hun situatie in de uitkomsten van het rapport.’
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.