Reportage: Over de nieuwe Vredenburgmarkt valt te twisten | De Utrechtse Internet Courant Reportage: Over de nieuwe Vredenburgmarkt valt te twisten | De Utrechtse Internet Courant

Reportage: Over de nieuwe Vredenburgmarkt valt te twisten

Reportage: Over de nieuwe Vredenburgmarkt valt te twisten
Archieffoto: Robert Oosterbroek
De opening van het nieuwe gedeelte van Hoog Catharijne zorgt niet alleen voor verandering binnen het winkelcentrum, maar ook op het plein ervoor: de Vredenburgmarkt. De grootste en drukste markt van de stad heeft sinds een paar weken een nieuwe opstelling en zal zich steeds meer specialiseren in eten. Niet alle marktverkopers zijn blij met de veranderingen. Piet wel.

De opening van het nieuwe gedeelte van Hoog Catharijne zorgt niet alleen voor verandering binnen het winkelcentrum, maar ook op het plein ervoor: de Vredenburgmarkt. De grootste en drukste markt van de stad heeft sinds een paar weken een nieuwe opstelling en zal zich steeds meer specialiseren in eten. Niet alle marktverkopers zijn blij met de veranderingen. Piet wel.

Het is zaterdagochtend 4.00 uur. Op het Vredenburgplein lopen wat verdwaalde figuren die wat te diep in het glaasje hebben gekeken. Verder zijn er geen mensen te bekennen. Maar dan verschijnt Piet Gijssen: 62 jaar en al 47 jaar groenteboer op de markt. In zijn zwarte glimmende vrachtwagen rijdt hij het plein op. “Yoo!” klinkt het, terwijl hij het raampje naar beneden schuift. Hij doet eerst even ‘een bakkie’ in de wagen voor hij begint met uitladen. Twee jongens met een aardige alcohollucht rond zich komen erbij staan. “Meneer, heeft u nog leuke dochters?” Piet: “Jazeker, twaalf! Kom morgen maar terug.” De jongens weten niet waar te kijken en lopen verder. Altijd een lolletje maken is belangrijk, volgens Piet.

Piet begint zijn werkdag standaard met ‘een bakkie’ in de wagen

Vóór de nieuwe opstelling van de markt stond hij met zijn kraam tegenover de Drieharingstraat. “Toen werd ik soms gek van de lui die uit Club Poema kwamen. Hier valt het mee.” Uit z’n vrachtwagen klinkt Radio M Utrecht. “Die zender vind ik het gezelligst. En dan kan ik alles nog een beetje verstaan.” Na de koffie begint het uitladen. Piet stond vannacht om 2.30 uur op om z’n groenten en fruit in te laden, nu kan het naar de kraam. Het uitpakken vindt Piet na al die jaren nog steeds het leukst om te doen. “Een kraampie maken, dat is toch mooi? Maar dan moet het wel lekker weer zijn.” Hij tilt, alsof het niets is, drie houten planken van acht meter op om ze schuin te leggen. “Yoo!”, roept hij weer, in zichzelf. Als eerste gaat de weegschaal met de kassa de kraam in, daarna de rest. Een vrachtwagen rijdt het plein op. “Dat is de bakker”, zegt Piet zonder om te kijken.

Een ‘upgrade’
Vorige maand openden de deuren van het nieuwe gedeelte van Hoog Catharijne aan het Vredenburgplein. De grote entree van het winkelcentrum is goed te zien vanaf de markt; alle kramen voor de ingang hebben ervoor moeten wijken. Drie keer per week is er een markt op het plein (woensdag, vrijdag en zaterdag) en alle drie hebben ze een nieuwe opstelling gekregen. Waar voorheen de non-food en food kramen door elkaar heen stonden, is er nu een duidelijke scheiding aangebracht. Aan de kant van The Sting en ZARA staat nu de non-food kramen verzameld. Aan de andere kant bij Manneken Pis is het food gedeelte.

De nieuwe indeling is een pilot van één jaar. De markt had volgens de gemeente Utrecht een upgrade nodig om met de tijd mee te gaan. “Voorheen stond alles door elkaar, kaas naast de zomerjurkjes. Dat is niet wat de klant wil. De non-food en dan vooral de mode-producten zijn logischerwijs geplaatst en geclusterd daar waar er aansluiting is met de omliggende modewinkels aan het Vredenburgplein.

Piet bouwt zijn kraam in alle vroegte op

Ook is de nieuwe marktindeling veel ruimer van opzet om de bezoekers voldoende ruimte te geven om rustig rond te kijken en te kopen. De markt is nu meer ingericht naar de klanten en hun wensen en daar draait het om.” Naast de nieuwe indeling zal er ook nieuwe bestrating komen. Die krijgt het plein deze zomer, plus nieuwe bankjes en bomen. De gemeente ziet de markt als een trekpleister voor de stad. Van de Utrechters geeft 76 procent aan de markt op het plein wel eens te bezoeken, waarvan 44 procent dat wekelijks doet.

‘Geleerd van opa’
De nieuwe opstelling bevalt Piet. Hij heeft meer aanloop dan voorheen doordat hij nu een centralere plek heeft. De opa van Piet begon op het Paardenveld, waar Piet zelf ook nog heeft gestaan. Op zijn tiende mocht hij mee met z’n vader naar de markt: bosjes bleekselderij verkopen op de hoek van de kraam. Je moet ergens beginnen. Na school op de zaterdagochtend wist Piet niet hoe snel hij naar de marktkraam moest rennen. De zevenjarige kleinzoon van Piet wil ook al mee. “Maar hij moet eerst goed kennen rekenen.”

De markt verplaatste zich van het Paardenveld naar het Vredenburg. De afgelopen jaren moet Piet steeds meer in huis halen om zijn klanten goed te kunnen bedienen. Vroeger waren de meeste Utrechters tevreden met winterkool, tegenwoordig liggen er zoete aardappels, pastinaak en platte peterselie in de kraam. “Dan komen klanten met een recept aan op hun telefoon en vragen ze om dingen waar ik nog nooit van gehoord heb”, lacht hij. Hij legt met zorg aubergines in een bak. Een bak met slakroppen legt hij op het schuine schap neer; hij stut hem met een uitje.

Piet Gijssen staat al 47 jaar op de markt

Van vier tot acht uur is Piet rustig bezig zijn kraam op orde te krijgen. Tot tien jaar geleden hielp zijn vrouw mee. Ze had diabetes en kwam uiteindelijk in een rolstoel terecht. Helpen ging niet meer. “Maar dan kwam ze altijd nog effe kijken in haar rolstoel, hoor. De markt kon ze niet missen.” Acht jaar geleden overleed ze. “Of ik haar mis? Ik ga gewoon door, je mot bezig blijven.” De tijd die hij naast het marktleven overhoudt, besteedt hij het liefst aan paardrijden. Lekker springen, zoals hij zelf zegt. Al doet hij het niet meer sinds zijn paard een aantal jaar geleden overleed. “Ik ga soms even kijken op de manege.” Hij fluit, steekt een sigaretje op en houdt alles goed in de gaten. De bakker probeert zijn vrachtwagen langs een boom te sturen, maar het gaat niet van harte. De zijspiegels worden ingeklapt. “Moet ik het anders voor je doen? Je hebt de beste plek, maar wegrijden lukt nog steeds niet!” dolt hij. Hij staat al jaren naast de broodkraam.

Tijdens het uitpakken komen de eerste klanten aangewandeld. Elke zaterdag begint de dag met dezelfde vrouw van in de zeventig die aankomt op haar fiets met grote fietstassen. “Je bent een beetje laat!”, roept Piet al. Het is net zeven uur ‘s ochtends geweest. “Gewoonlijk is ze hier rond half zeven”, verduidelijkt hij. Vanuit het station komen de eerste Japanse toeristen al aangewandeld. De iPads en selfiesticks komen bij de tomaten tevoorschijn. Piet kan erom lachen.

Niet iedereen is blij
De ondernemers van food zijn blij met de nieuwe opstelling, in tegenstelling tot de ondernemers van non-food. Iets verderop staat een 67-jarige Elzenaar al 42 jaar met zijn tassen op de markt. “Ik heb nog nooit zoveel ruimte gehad in al die jaren dat ik hier sta”, zegt hij. Hij vindt de markt niet meer deugen. ”Het is niet gezellig meer met die brede paden. Maar gelukkig sta ik nog naast de bloemenkraam, m’n vaste buur”, wijst hij. Singhi staat al 25 jaar met dameskleding op de markt. Sinds de nieuwe opstelling is zijn omzet flink gedaald. “Als het zo blijft, ga ik stoppen”, zegt hij resoluut. “Ik kan het niet meer redden. Ik had vroeger veel klanten van buiten de stad die naar het station liepen en zo langs mijn kraam kwamen. Nu komen alleen mijn vaste klanten nog.” Hij begrijpt niet waarom de gemeente is overgaan op de nieuwe opstelling. “Die mensen zitten op kantoor en begrijpen niet wat wij meemaken.” Zodra Singhi zijn nieuwe vergunning heeft, wil hij bezwaar gaan maken. Zijn zoon gaat hem daarbij helpen, die is advocaat.

Verderop verkoopt Qadri óók dameskleding. De nieuwe opstelling noemt hij de grootste verandering in de afgelopen dertig jaar. “Het is verschrikkelijk klote.” Hij ziet zijn omzet per dag dalen. Hij heeft onder protest getekend voor de nieuwe plek. Bezwaar maken vindt hij lastig. “De marktcommissie verwijst naar de gemeente en de gemeente weer naar de marktcommissie. Ik weet niet waar ik moet zijn. Dit betekent mijn doodsteek. Er zit niets anders op dan stoppen. Ik ben 63, wat moet ik nu gaan doen?”

De gemeente laat weten dat zodra de marktondernemers de vergunningen hebben, ze bezwaar kunnen maken bij de gemeente. “Daarnaast betreuren we het wanneer er marktondernemers zouden stoppen, maar we verwachten dit niet zo snel want ook op het non-foodgedeelte zijn meerdere zeer aantrekkelijke standplaatsen.”

De kraam van Piet (rechts) op het Vredenburgplein

Meer ‘food’
Piet snapt de onvrede van zijn non-food collega’s. “Als je allemaal door elkaar heen staat, pak je ook klanten van elkaar.” Dat gaat nu niet meer. Toch heeft hij ook begrip voor de beslissing van de gemeente. “De meeste mensen komen nou eenmaal voor het eten, dat spreekt meer aan.” Uit onderzoek van Gemeente Utrecht blijkt dat het grootste deel van marktbezoekers verse vis of kaas koopt, daarna komt groente en fruit. De non-food producten trekken het minste aantal mensen.

In datzelfde onderzoek lieten Utrechters in 2015 weten meer food, biologisch- en regionaal aanbod op de markt te willen. De gemeente probeert daar nu gehoor aan te geven. Waar een vrije plek op de markt vroeger automatisch werd aangevuld door de persoon die het langst op de wachtlijst stond, zal er nu een sollicitatie plaatsvinden bij de Marktcommissie. Die commissie is begin 2016 aangesteld als adviesorgaan van de marktdienst van de gemeente. Er zitten zeven kooplui in die allemaal op de Vredenburgmarkt staan. “Wij kijken naar het aanbod en hoe dat past bij de rest van de markt”, vertelt Gijs Piet van Os, voorzitter van de commissie. Hij staat zelf al jaren op de markt met zijn kraam van het Holland Kaascentrum. “We willen de markt zo aantrekkelijk mogelijk maken.”

Een dame aan Piets kraam roept uit dat ze moeite had de kraam te vinden. “Ja meissie, tijden veranderen”, luidt zijn antwoord. De 26-jarige Utrechtse is net terug van vakantie en komt graag hier om boodschappen te doen. “De producten zijn beter, het is gezelliger en je krijgt gratis advies.” De nieuwe opstelling bevalt haar wel, al is het nog even zoeken.

Piet heeft een goede dag. Piets dochter en haar vriend helpen sinds 8.00 uur ’s ochtends ook mee achter de kraam om iedereen van al z’n wensen te voldoen. Om 14.00 uur is hij al bijna door alle asperges heen. Om 17.00 uur begint Piet met opruimen, zodat hij om 18.30 weer kan wegrijden. Op naar de koelcel, en dan naar huis. Met een bord op schoot op de bank; het liefst eet hij winterkost, spruiten en dan naar bed. Het komt wel eens voor dat hij zijn bed niet haalt en op de bank wakker wordt. “Maar dan was het dus een goede dag!”

2 Reacties

Reageren
  1. Jacques

    Iets heel anders 🙂
    Wat ziet dat doek op de marktkramen er saai en afgeleefd uit!.
    De hele stad wordt opgeknapt wellicht een idee om een fris doek of kunststof te nemen met vooral wat kleur. Daar zal die markt veel mooier en vrolijker van worden. Je kan ook prachtige patronen maken met wat kleur.
    Groet Jacques

  2. Willybrord

    Ik kom nooit op de markt het is niet echt de Albert Cuyp van Utrecht om zo te zeggen.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).