Van alle studentensteden in Nederland heeft Utrecht de hoogste kamernood. Dat blijkt uit de Kamernoodinventarisatie 2011 van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Volgens de bond heeft Utrecht tot 2015 een kamertekort van 6700 eenheden.

Dat is weliswaar minder dan de negenduizend van Amsterdam, maar in Utrecht is de wachttijd veel langer dan in de hoofdstad. Op een onzelfstandige wooneenheid moet een student gemiddeld 21 maanden wachten. Alleen in Eindhoven is de gemiddelde wachttijd met 22 maanden hoger.

Voordat een student over een zelfstandig onderkomen kan beschikken is hij of zij waarschijnlijk al afgestudeerd. De gemiddelde wachttijd daarvoor is namelijk zestig maanden, oftewel vijf jaar.

Minister Donner kondigde onlangs al het Actieplan Studentenhuisvesting aan. Volgens de LSVb is het van groot belang dat dit zo snel mogelijk voldoende betaalbare kamers oplevert. “Studenten moeten hun keuze voor een opleiding kunnen baseren op het onderwijs en niet op basis van de beschikbaarheid van kamers.”

De LSVb overhandigt de Kamernoodinventarisatie 2011 (PDF) binnenkort aan het ministerie van BZK en de politiek. Het rapport brengt het tekort aan studentenkamers in Nederland in kaart. De gebruikte gegevens zijn afkomstig van gemeenten en woningbouwcorporaties.