Bewoners van het Chirurgiegebouw aan de Hoefijzerstraat in Utrecht-Oost hebben afgelopen weekend het dubbele jubileum van hun gebouw op een unieke manier gevierd. Het pand bestaat dit jaar niet alleen 100 jaar maar werd ook precies 25 jaar geleden omgevormd tot appartementen, nadat de faculteit Diergeneeskunde naar de Uithof verhuisd was. Om dat te vieren nodigden de bewoners oud-hoogleraren en oud-studenten uit, die er zelf les hebben gegeven of gekregen.

Na een lezing over de geschiedenis van de diergeneeskunde gaven drie oud-hoogleraren rondleidingen over het voormalige Veeartsenijterrein: prof. G.C. van der Weijden (veterinaire verloskunde), prof. E. Lagerweij (veterinaire anesthesiologie) en prof. S.G. van den Bergh (veterinaire biochemie).

Veeartsenijgebouwen

Niet alleen het Chirurgiegebouw zelf met z’n fraaie trappenhuis werd bekeken, maar ook andere voormalige veeartsenijgebouwen tussen de Biltstraat en de Numankade. Zo werden er herinneringen opgehaald in de Snijzaal en de Paardenkathedraal (nu van De Utrechtse Spelen) en in de oude hondenstallen (nu restaurant Goesting).

Ook de beide gebouwen van architect Joseph Crouwel (bekend van het Postkantooor Neude) uit ca. 1925 werden bezocht. De Kliniek voor Kleine Huisdieren aan de Numankade is nu een videoproductiebedrijf. Het Anatomiegebouw, ‘broertje’ van het postkantoor, is momenteel in restauratie. De nieuwe eigenaar, veterinair farmaceutisch bedrijf AST Farma, vertelde enthousiast over de plannen, die op waardering konden rekenen van veeartsen en buurtbewoners.

Bijzonder geslaagd

Arjan den Boer, DUIC-blogger die eerder een stuk schreef over het Anatomiegebouw, maakte gisteren de bijgaande foto’s. “Ik vond het een bijzonder geslaagde manier om zo’n jubileum te vieren. De bewoners genoten van de verhalen van de veeartsen, die het zelf ook geweldig vonden om hier terug te zijn. Het was een soort reünie waarbij bijnamen van hoogleraren en anekdotes naar boven kwamen. Bijvoorbeeld over de eerste vrouwelijke studenten die nauwelijks welkom waren in dit mannenbolwerk. De perfecte manier om bewoners en oud-gebruikers met elkaar in contact te brengen en zo meer over het verleden van je woonomgeving te weten te komen. Ook leuk was de ondersteuning en medewerking van het Universiteitsmuseum.”