Utrecht heeft de ambitie om in 2050 een zo goed als circulaire stad te zijn, zo staat in het rapport ‘Visie Utrecht Circulair 2050’ dat onlangs is gepubliceerd. Van rietjes tot betonplaten: alles wordt over enkele decennia hergebruikt met als doel om meer duurzaam en verantwoord te functioneren. Dit moet ook de standaard worden in de bouwsector. Gebouwen worden niet zomaar gesloopt waarna de materialen worden weggegooid, maar alles wordt zoveel mogelijk hergebruikt. We namen een kijkje bij een actueel voorbeeld, het Martinus G. de Bruingebouw van de Universiteit Utrecht (UU).
Het klinkt misschien nog vaag, maar in 2050 zal iedereen te maken hebben met de zogenoemde circulaire samenleving. Kort samengevat betekent een circulaire stad dat alle bronnen die genuttigd worden, of dat nou water uit de kraan of het asfalt op de weg is, opnieuw gebruikt worden. Met voorkeur wordt daarbij dus niks verspild of weggegooid. In de bouw betekent dit dat panden gebouwd en afgebroken worden met datzelfde gedachtegoed. Ook het hergebruiken van reeds aanwezige materialen moet het liefst duurzaam en regionaal zijn om factoren zoals bijvoorbeeld uitstoot te minimaliseren.
“Als ik denk aan een circulaire stad zie ik voor me dat we alleen nieuwe grondstoffen gebruiken als dat echt nodig is. Hier hoort een flinke cultuur- en gedragsverandering”, zo schrijft wethouder Susanne Schilderman in het rapport van de gemeente Utrecht. Circulariteit komt dus terug in alle lagen van de maatschappij – en dat zorgt zeker in de bouwsector voor de nodige veranderingen en uitdagingen.
Samenwerking
Voor sommige kenners binnen het vak is circulair bouwen geen nieuwe term, maar voor anderen is het nog wennen aan deze nieuwe manier van werken. Dat is iets wat Marga van Beek onderschrijft. Zij is projectmanager Circulaire Ontmanteling bij de UU, en coördineert de ontmanteling van het Martinus G. de Bruingebouw op het Utrecht Science Park (USP).
Tekst gaat verder onder afbeelding
Het pand, waar nu nog de faculteit diergeneeskunde zit, gaat tegen de vlakte omdat er sprake is van te ruime huisvesting. Daarom wordt er ingekrompen zodat een toekomstbestendig en duurzaam gebouw neergezet kan worden. Door de initiële drie gebouwen af te stoten, wordt er meer ruimte gecreëerd voor nieuwbouw. Het volledige pand wordt ontmanteld en het doel is om zoveel mogelijk bouwmaterialen te hergebruiken in eigen projecten.
Alle andere bouwdelen die de UU niet zelf kan gebruiken, moeten een herbestemming vinden. Hiervoor werkt de universiteit samen met het nieuwe platform Gebouwenmarktplaats, een website die gehele bouwdelen van reeds te slopen panden toont. Het uiteindelijke doel is om voor gebouwen een ‘match’ te vinden waar de her te gebruiken bouwdelen een nieuwe functie vinden.
‘ontwikkelaars kunnen deze oude panden gebruiken voor hun nieuwbouwprojecten’
Van Beek: “Wat dat proces uniek maakt, is dat je kan zien wat er in Nederland de komende jaren ontmanteld gaat worden. Architecten en ontwikkelaars van nieuwbouwprojecten kunnen deze oude panden gebruiken voor hun nieuwbouwprojecten.” Op dit moment is het voor veel partijen binnen de bouwsector nog een uitdaging om circulair, en vaak op maat gemaakt werk, te leveren.
De motivatie voor de aanpak van de UU is volgens Van Beek vooral om als universiteit het gesprek op gang te brengen in de bouwsector: “Duurzaamheid en circulariteit vinden wij erg belangrijk. Dat zie je in ons onderwijs, de bedrijfsvoering en het vastgoed. Maar dit is voor ons ook een zoektocht.”
Mede daarom is er op donderdag 12 oktober een open middag voor marktpartijen om het pand te bekijken. Geïnteresseerden kunnen op die manier een beeld krijgen van het pand en de hergebruikpotentie die het heeft. Zo heeft de UU aanvullend ook een zogenoemde kansenscan laten uitvoeren waaruit een top twintig is gemaakt van bruikbare en veelvuldig aanwezige materialen en producten in het pand.
Van Beek: “Al die dingen samen moeten partijen enthousiasmeren om aan de slag te gaan met dit pand. We hopen dat er een consortium opstaat en op basis van dit gebouw een doelgebouw (op maat gemaakt gebouw op basis van het oude gebouw/herbruikbare materialen, red.) elders wil ontwikkelen, en de toewijding heeft om zo veel mogelijk materialen en producten te hergebruiken. Deze maand willen we kijken wat er terugkomt uit de markt en de balans opmaken.”
Relatie
De transparantie en potentie van circulair bouwen worden door middel van campagnes en initiatieven zoals Gebouwenmarktplaats duidelijker gemaakt voor geïnteresseerde partijen. Er wordt daarentegen ook het nodige gevraagd van architecten, bouwbedrijven en andere betrokkenen. Er wordt met name een beroep gedaan op flexibiliteit en creativiteit. De manier van bouwprojecten en samenwerkingen aangaan werkt namelijk anders dan binnen de ‘traditionele’ tak van sport.
‘Op papier bepalen wat je wilt hergebruiken is één ding’
Van Beek: “Je hebt echt een planningsuitdaging. Je gaat lange termijn-projecten met lange doorlooptijden aan elkaar koppelen. Op papier bepalen wat je wilt hergebruiken is één ding. In de praktijk moet je gaan kijken naar bijvoorbeeld tot in hoeverre je grote bouwdelen goed los kan maken en vervolgens analyseer je de kwaliteit van het materiaal. Dat weet je pas als je met elkaar aan de slag gaat.” De relatie van de opdrachtgever en aannemer vergt daarmee in circulaire tijden meer vertrouwen en goodwill dan voorheen.
De ontwerpfase en aandacht voor de relatie tussen partijen is volgens Van Beek een nieuwe stap binnen de circulaire bouwwereld. Voorheen kwam men namelijk niet veel verder dan enkel losse bouwmaterialen redden van de sloop. Tegenwoordig is er meer ruimte om ook te kijken naar grotere bouwdelen. Dat kan volgens de projectmanager nuttig zijn: “We moeten het anders gaan doen, er is een schaarste in producten en materialen. Als je nu nog niet de urgentie voelt dan ga je die straks vanzelf voelen. Je kan beter nu beginnen met het aanpassen van je werkwijze zodat het straks niet meer allemaal nieuw is.”
De gemeente Utrecht ambieert dan ook om al in 2030, over iets meer dan zes jaar, op de helft van haar circulaire doel te zitten. Ongeacht hoe de verstandshoudingen in 2030 zijn; de samenwerking tussen partijen zal naar alle waarschijnlijkheid moeten veranderen. Circulaire bouw in Utrecht lijkt daarmee voorlopig nog met onvaste benen stappen te nemen, maar zal onder druk van ambitie snel moeten aansterken. Welke vorm dat aanneemt is voorlopig niet te zeggen. Wethouder Schilderman is daar in het rapport wel duidelijk over: “Circulariteit is alleen mogelijk als we samenwerken. Het vraagt een verandering van het hele systeem. Alleen door op gelijkwaardige voet samen te werken met diverse partijen, kunnen we de gewenste circulaire visie voor onze stad voor elkaar krijgen.”
Gekoppelde berichten
Utrecht moet in 2050 een circulaire economie hebben; maar wat is dat eigenlijk?
In het Utrecht van 2050 gaan er geen scheepsladingen afval meer naar de verbrandingsoven in…
6 Reacties
ReagerenNiets nieuws onder de zon.
Tussen 1945-1955 deed men hier niet anders dan bouwen met alle materialen die nog gebruikt konden worden omdat er een tekort was aan werkelijk alles in elk opzicht, in heel Europa. Dat heette toen nog gewoon hergebruiken, vervolgens recyclen want tweedehands werd voor plebs, en nu heet het circulair want recyclen doen we met verpakkingsmaterialen en tweedehands is vintage…
Zelfde wiel, vele namen…
Utrecht heeft de ambitie om in 2050 een zo goed als circulaire stad te zijn.
Utrecht zou een groot aantal ambities kunnen hebben die meer nut hebben voor haar inwoners.
Een tijdige en correcte belastingheffing. Voldoende huizen voor jong en oud. Goede toegankelijlheid. Voldoende groen. Minder criminaliteit. Om maar eens wat realistische zaken te noemen. Maar das niet zo mooi als circulaire luchtfietserij uiteraard. Stel je voor.
Er is al een probleem met het bouwen van huizen, voegt de gemeente Utrecht nog een set extra complicaties toe.In mooie theorieen kan je ook niet wonen.
Met vriendelijke groet,
PeterH
Utrecht moet de eerste prioriteit leggen bij grootschalige woningbouw. De wooncrisis is nu al enorm voor wie op zoek is naar woonruimte, maar is over paar jaar nog heel veel erger. Dat betekent hoogbouw, bouwen in de polders en meer verdichting.
Papieren rietjes in een plastic verpakking, het zal wel weer aan mij liggen.
Gewoon een straatje in elke stad en elk dorp erbij. Nutsvoorzieningen en infra liggen er al.
https://www.rtlnieuws.nl/economie/life/artikel/5412805/straatje-erbij-eib-woningnood-straatje-erbij-kleinschalige-bouw