In Het Jaar Van interviewen we verschillende Utrechters die een bijzonder jaar hebben meegemaakt. Tot en met de laatste dag van het jaar 2018 verschijnt elke dag een verhaal in deze rubriek.
Ondernemer Bob Scherrenberg groeide op tussen de stad en de polder op de Gageldijk in Overvecht. Overdag ging hij naar de basisschool in de wijk en in het weekend sprong hij over de slootjes in het natuurgebied. Hij woont er nog steeds en is als sociaal ondernemer sterk verbonden met de wijk en de stad. In 2018 won hij de Nelson Award; de jury noemde hem een lokale ontwikkelaar met hart voor Utrecht. Zijn ambities reiken echter verder dan Overvecht. Het afgelopen jaar is hij vooral druk geweest met het Werkspoorgebied, tussen de Cartesiusweg en het Amsterdam-Rijnkanaal: “Want ook daar wil ik de stad mooier maken.”
Als Scherrenberg in de grote loods van de Werkspoorkathedraal staat ziet hij de historie en de toekomst voor zich. In 2014 kocht hij het vervallen en immense gebouw, sindsdien is hij niet alleen bezig met het pand maar met het hele gebied. Het eerste wat hij deed was het weghalen van alle hekken. Want het gebied moest weer een open karakter krijgen waar mensen welkom zijn. “Ik heb een voorliefde voor oude gebouwen en plekken die nog een beetje ruw zijn. De toenmalige eigenaar had geen idee van de potentie van dit gebouw. Ik vertelde dat het een heel bijzondere plek is, maar dit gebied stond toentertijd niet hoog op de lijstjes van de gemeente. Daar stonden Leidsche Rijn Centrum, het stationsgebied en de Merwedekanaalzone op. Het is ongelofelijk als je bedenkt hoe snel dit gebied zich heeft ontwikkeld van een binnenstedelijk bedrijventerrein met weinig imago naar de plek die het nu is: een gebied waar Utrechters graag naartoe trekken en waar creativiteit centraal staat.”
Voor een ondernemer gaat gewoonlijk niks snel genoeg: “Maar in 2014 had ik mij niet kunnen voorstellen dat het gebied nu al zo’n diversiteit aan ondernemers en plekken zou hebben. We hebben De Nijverheid, De Leckere, Daan Bramer, Hof van Cartesius en nog veel meer. Dat soort partijen geven identiteit aan het gebied. Het Werkspoorkwartier moet echt een plek zijn voor makers met een toekomstgerichte visie; hoe kan het slimmer of duurzamer en hoe sluit ik aan bij de nieuwe wereld? Zo krijgen we in de Werkspoorfabriek een ondernemer die alleen maar met 3D-printers werkt, en dan niet voor prototypes maar gewoon seriematig produceren. Daar word ik laaiend enthousiast van. Vooral de combinatie van verschillende ondernemers vind ik mooi. Hier zitten tech-bedrijven, kunstenaars, vormgevers, webbouwers, reclamebureaus, architecten maar ook een autogarage. Die is op zijn manier ook bezig met de klant van de toekomst en is aan het nadenken over wat het bedrijf nodig heeft om te kunnen voortbestaan. Die diversiteit vind ik zo gaaf in dit gebied.”
‘Het blijft een bedrijventerrein, maar het moet allemaal toegankelijker en open worden’
Toch moet er volgens Scherrenberg nog een hoop gebeuren. “We moeten nog stappen maken in het vergroenen en er zijn nog wat gedateerde jaren zeventig gebouwen die we kunnen aanpakken. We kunnen panden slimmer maken, of aantrekkelijker door het gebruikmaken van andere materialen. Ook kunnen we nog vooruitgang boeken met het verduurzamen van gebouwen en moeten we nadenken over circulariteit. Het blijft overigens wel gewoon een bedrijventerrein, maar het moet allemaal toegankelijker en open worden. Als we het komende jaar nog meer inzetten op een leuk horecabeleid, exposities en voorstellingen dan ontwikkelt dit gebied zich nog verder van een binnenstedelijk bedrijventerrein naar een plek waar Utrechters naartoe komen voor levendigheid. Dat komt niet alleen het werkklimaat maar ook de leefbaarheid van de hele stad ten goede.”
Leefbaarheid
Voor Scherrenberg is de leefbaarheid van de stad een belangrijk thema bij het ondernemen. Een gezonde bedrijfsvoering is essentieel, maar volgens Scherrenberg is het ook de bedoeling om de stad mooier te maken en anderen te inspireren buiten de gebaande paden te treden. Hij voelt zich erg betrokken bij Overvecht, waar hij woont en kantoor houdt: “Als je aan Overvechters vraagt wat ze van de wijk vinden zijn ze veel positiever dan als je dezelfde vraag stelt aan mensen die niet in de wijk wonen. Toch zal ik de laatste zijn die ontkent dat er nog een hoop moet verbeteren. Ik rij regelmatig langs het winkelcentrum en dan maak ik mij zorgen over de leegstand en de ontwikkelingen van het winkelaanbod. Leidsche Rijn Centrum, dat veel meer van deze tijd is natuurlijk, krijgt allemaal impulsen die ik ook graag in Overvecht zou zien.” Scherrenberg zet zich op meerdere vlakken in voor de wijk. Dit jaar won hij daarvoor de Nelson Award. Deze prijs is in het leven geroepen voor mensen en organisaties die het verschil maken in hun eigen omgeving en zich inzetten voor maatschappelijke doeleinden.
Hij heeft wel een verklaring voor zijn betrokkenheid als ondernemer. Zijn vader is een echte zakelijke ondernemer en zijn moeder is heel sociaal. “Die twee werelden, die soms een beetje uit elkaar liggen, kom ik allebei tegen in mijn eigen karakter. Als je jong bent is het altijd zoeken hoe je daarmee moet omgaan, want die twee eigenschappen kunnen ook botsen. Ik heb nu het gevoel dat ik de juiste balans heb gevonden. Ook vind ik zelf dat, als je als ondernemer daartoe in de positie bent, je soms moet bijdragen aan de wijk of stad. Voor mij is het gewoon een vanzelfsprekendheid, daarom loop ik er ook niet graag mee te koop.” Een van de projecten die door de jury van Nelson Award genoemd wordt, waar Scherrenberg aan bijgedragen heeft, is Buurtmobiel Overvecht. “Ik vind dat ook vooral gewoon een supergaaf project. Mensen die thuis zitten en eigenlijk niet meer meedoen en dreigen te vereenzamen worden middels een groene mobiliteitsoplossing naar de supermarkt, naar een vriendin of naar een kaartclubje gebracht. Die mensen kunnen zo weer meedraaien in de wijk. Dat vind ik echt tof en dan help ik graag mee.”
Het komende jaar is de Utrechter druk met de Werkspoorfabriek, een ander oud werkspoorgebouw een paar honderd meter naast de Werkspoorkathedraal. “Daar gaan we onderdak bieden aan de brouwerij De Leckere. Zo slaan we ook de brug met de horeca in de binnenstad. Maar ook een partij als de Stadstuin komt hier zitten. Een deel van de nieuwe inrichting wordt gedaan door de Utrechtse start-up Sustainer Homes. “Het wordt een houten wereld en er wordt niks geschroefd, gelijmd of gespijkerd. Alles wordt gemaakt met zogeheten Japanse houtverbindingen. Zo kan het in de toekomst, als het nodig is, weer uit elkaar gehaald en ergens anders opgebouwd worden. Zulke experimenten met circulariteit vind ik heel tof om te doen. Ik ben benieuwd hoe het eruit gaat zien, het contrast van het oude stalen gebouw met die hele lichte natuurlijke houtmaterialen. Dat maakt het een bijzondere plek waar de historie en toekomst samenkomen.”
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.