Oorlogsverleden Vleuten-De Meern komt tot leven in boek van Arnold van Dijk, van bommen tot een razzia Oorlogsverleden Vleuten-De Meern komt tot leven in boek van Arnold van Dijk, van bommen tot een razzia

Oorlogsverleden Vleuten-De Meern komt tot leven in boek van Arnold van Dijk, van bommen tot een razzia

Oorlogsverleden Vleuten-De Meern komt tot leven in boek van Arnold van Dijk, van bommen tot een razzia
Foto’s: Karlijn ten Cate
Weinig inwoners weten wat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld in Vleuten, De Meern en Haarzuilens. Schrijver Arnold van Dijk brengt daar verandering in. Ter gelegenheid van zijn nieuwe boek maken we met hem een fietstocht terug in de tijd, langs de plekken waar bommen vielen, Joodse families woonden en een razzia plaatsvond.

Weinig inwoners weten wat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld in Vleuten, De Meern en Haarzuilens. Schrijver Arnold van Dijk brengt daar verandering in. Ter gelegenheid van zijn nieuwe boek maken we met hem een fietstocht terug in de tijd, langs de plekken waar bommen vielen, Joodse families woonden en een razzia plaatsvond.

“Hier gebeurde het”, zegt Arnold van Dijk terwijl hij van zijn fiets stapt. “Hier op de kruising van de Utrechtseweg en ’t Zand liepen op de avond van 10 oktober 1944 twee verzetsmannen van de Demka Knokploeg. Ze waren onderweg naar hun onderduikadres.” Op precies hetzelfde moment patrouilleerde de Landwacht, een gewapende formatie van NSB-leden, ook hier. De twee verzetsleden zagen hen niet aankomen. Tijd om te vluchten was er niet.

“De Landwacht begon op een van de mannen hier op de kruising in te slaan, in een poging een bekentenis af te dwingen over waarom ze ’s avonds hier op straat liepen”, vertelt Arnold verder. De bekentenis volgde al snel en niet alleen dat. “Hij gaf ook de adressen prijs van andere verzetsleden die in de omgeving ondergedoken zaten.”

Het prijsgeven van de adressen leidde tot een razzia in de nacht van 10 op 11 oktober.
Die avond werden verzetsleden opgepakt en zo zwaar mishandeld dat “de bloedspetters op de muren zaten.” Twee mannen, Thomas Bakker en Kees Spanjersberg, werden naar Utrecht overgebracht en gefusilleerd in Fort De Bilt. Ter nagedachtenis aan deze twee mannen staat er in Vleuten, aan de Pastoor Ohllaan, een monument.

Het verzetsmonument in Vleuten.

“Een illegaal monument”, zegt Arnold wanneer we er eerder langs fietsen. “Het ontwerp werd aanvankelijk afgekeurd door de commissie die verantwoordelijk was voor oorlogsmonumenten.” Als laatste verzetsdaad heeft mede-verzetsman Jaap Sprong het beeld geplaatst. Het is een man met een grote torso die over zijn schouder kijkt. Sprong zei daarover: “Je kunt de illegaliteit niet beter eren dan met een illegaal monument.”

Een dagboek uit het familiearchief

‘Aanpassen, Ontduiken en Verzet’, luidt de titel van het nieuwe boek van Arnold van Dijk. Twee jaar lang verdiepte Arnold zich in de lokale geschiedenis. Het resultaat is een grondig en gedetailleerd boek, dat niet alleen licht schijnt op lokale oorlogsgebeurtenissen. Het boek geeft ook inzicht in hoe de inwoners van de dorpen rondom Utrecht de Tweede Wereldoorlog beleefden.

Sinds 2001 maken Vleuten, De Meern en Haarzuilens deel uit van de gemeente Utrecht, maar tijdens de oorlog waren het nog vier zelfstandige gemeenten. Zelf is Arnold een geboren Vleutenaar en werkte tot zijn pensioen in de geestelijke gezondheidszorg. “Maar ik heb altijd een sluimerend verlangen gehad om iets met geschiedenis te doen”, zegt Van Dijk. “Toen ik in 2018 met pensioen ging, kwam die oude liefde weer bovendrijven.”

De liefde voor geschiedenis?
“Ja precies. Het begon eigenlijk dankzij mijn vader. Hij heeft jarenlang een familiearchiefje bijgehouden, en na zijn overlijden nam ik het over. Daarin vond ik brieven van mijn oom, die abt was in een trappistenklooster. Over hem schreef ik mijn eerste boek.”

In het archief vond u ook een oorlogsdagboek van uw vader. Wat maakte dat u een boek wilde schrijven over de oorlog?
“In het dagboek las ik over de liquidatie van een NSB’er in Vleuten. Dat vond ik fascinerend. Niet alleen omdat het geen uitgesproken NSB-lid was, maar ook omdat zoiets in een dorp als Vleuten gebeurde. Mijn vader schreef in zijn dagboek: Hoe lang is het wel niet geleden dat er iemand vermoord is in ons dorp? Ik ben daar dieper in gedoken. Het bleek dat de man zijn NSB-lidmaatschap wilde opzeggen en zelfs onderduikers in huis had. Het is mogelijk dat hij door iemand uit NSB-kringen is vermoord, maar dat is niet met zekerheid te zeggen.”

“Over deze liquidatie heb ik een artikel geschreven voor de Historische Vereniging Vleuten De Meern Haarzuilens en Leidsche Rijn. Toen ik dat stuk had afgerond, had de oorlog mij zo beetgepakt dat ik er mee verder wilde. Ik wilde meer weten over hoe de dorpelingen deze liquidatie en de rest van de oorlog hebben ervaren.”

Hoe bent u dat verder gaan uitzoeken?
“Dat was bij voorhand moeilijk want naast dagboeken die mensen hebben nagelaten, is daar weinig over bekend. Na de oorlog werd er in veel gezinnen nauwelijks nog over gesproken. Als ik mensen vroeg naar de oorlogsherinneringen van hun ouders, kreeg ik vaak te horen: ‘Daar weet ik eigenlijk weinig van, want bij ons thuis werd er nooit over gepraat.’ Bij ons thuis was dat niet anders. Totdat ik het dagboek vond, had ik geen idee dat mijn vader er een had bijgehouden. Ik ontdekte het pas na zijn overlijden.”

Kunt u dat zwijgen verklaren?
“Tijdens de oorlog zijn er veel narigheden gebeurd waar mensen het niet meer over willen hebben. Na de bevrijding was de instelling: we moeten vooruit, het land opbouwen en we hebben het niet meer over de oorlog. Voor sommigen lag de oorlog extra gevoelig. Denk aan dorpsbewoners van wie de ouders bij de NSB zaten, of aan burgemeesters die tijdens de bezetting moeilijke keuzes moesten maken en na de oorlog voor een zuiveringscommissie moesten verschijnen.”

Toch heeft u de belevenissen van de mensen weten vast te leggen in uw boek. Hoe werd de oorlog beleefd door de inwoners van Vleuten en De Meern?
“Voor 1943 merkten de meeste inwoners nog weinig van de gevolgen van de bezetting. Pas toen de Arbeitseinsatz werd ingevoerd en mannen gedwongen werden om in Duitsland te werken, begonnen de mensen de narigheden van de oorlog te voelen. In dezelfde periode moesten ze hun radio’s inleveren en werden de klokken uit de kerktorens gehaald. Dit had directe invloed op hun dagelijks leven. Pas in het laatste jaar werd de oorlog pas echt voelbaar, toen de voedselschaarste toenam en de geallieerden regelmatig de spoorlijnen bombardeerden.”

Het voormalige stationsgebouw in Vleuten, nu een pizzeria.

Bij het voormalige station in Vleuten werd op 1 april 1945 de spoorlijn gebombardeerd. “Tegenover het station woonde meneer Griffioen. Vlak vóór het bombardement zat hij thuis achter zijn bureau te werken”, vertelt Arnold, terwijl we met de fiets in de hand voor het oude stationsgebouw staan, dat nu een pizzeria is. Hij wijst naar de plek waar ooit het huis van Griffioen heeft gestaan. “Hij was net van zijn bureau weggegaan toen de bom insloeg. In het gat dat de bom had achtergelaten, zag hij zijn bureaustoel liggen.”

Hadden Vleuten en de Meern ook Joodse inwoners?
“Er woonden drie Joodse families. De familie Demuth woonde aan de Zandweg in De Meern. De vader van het gezin is in Auschwitz omgekomen. De andere twee families, Oppenheimer en Jülich, woonden aan de Meerndijk in Veldhuizen, het huidige De Meern. Tussen die gezinnen in woonde de fanatieke NSB’er Simon Driessen”, vertelt Arnold. We staan voor het oude huis van de familie Oppenheimer, voor hem ook weer voor het eerst sinds het schrijven van zijn boek.

Het oude huis van familie Oppenheimer dat beklad werd met hakenkruizen.

“Driessen maakte hun leven zuur. Hij heeft een keer het huis van Oppenheimer beklad met hakenkruizen en de ramen beplakt met naziposters. Toen meneer Oppenheimer naar buiten kwam om op te ruimen, werd hij door Driessen mishandeld.” De Joodse families werden uiteindelijk opgepakt. Op één dochter van Oppenheimer en meneer Jülich na, overleefde niemand de concentratiekampen.

Met zijn boek hoopt Arnold dat de bewoners van Vleuten-De Meern zich meer bewust worden van het oorlogsverleden. “Het zou mooi zijn als mensen straks door de dorpen fietsen, de plekken uit het boek herkennen en denken: hier woonden de Joodse families, of hier vond de razzia plaats. Op die manier hoop ik bij te dragen aan het levend houden van de herinnering aan de oorlog. Want de vrijheid die we nu hebben, is allesbehalve vanzelfsprekend.”

‘Aanpassen, ontduiken en verzet’ wordt uitgegeven door Walburg Pers. Het is voor €24,99 te koop in de Utrechtse boekhandel en online.

Gekoppelde berichten

1 Reactie

Reageren
  1. Geenstijl@Utrecht

    Dankjewel voor je inzet Arnold, goed dat er nog mensen zijn die het verleden niet zijn vergeten, en onze helden een naam geven.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).