De komende jaren keert het water terug in de singel voor Utrechts enige naoorlogse rijksmonument: het SHV-kantoor op de hoek van de Rijnkade en Mariaplaats. Dit ‘stoere en sterke gebouw’ met bijzondere natuurstenen gevels werd in 1960 door prins Bernard geopend. Na de demping van de singel en de bouw van Hoog Catharijne viel het pand enigszins weg. Met de heropening van de singel in 2019 krijgt het SHV-gebouw weer de markante plek die het verdient.
De Steenkolen Handels Vereeniging (SHV) ontstond in 1896 uit een fusie van groothandels in steenkool. De belangrijkste oprichters en eerste directeuren waren Hendrik Adriaan van Beuningen en Frederik Hendrik Fentener van Vlissingen. Het bedrijf investeerde in overslaginstallaties in de Rotterdamse haven, kocht aandelen in andere bedrijven en ging zich later ook bezighouden met aardolie onder de merknaam PAM. De SHV was sinds 1912 gevestigd in de voormalige stadsvilla van Van Beuningen aan de Rijnkade 1, met uitzicht op het water van de Catharijnesingel.
Door de opbloei van de economie na de oorlog en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal groeide het bedrijf flink. De voormalige villa voldeed niet meer als kantoor. De SHV was echter gehecht aan het alom bekende adres Rijnkade 1 en besloot een nieuw kantoor te bouwen naast het oude, op de hoek van de Mariaplaats. Daar stond nog een neoclassicistische villa, sinds 1910 bewoond door notaris F.W. Swane. Deze werd in 1956 aangekocht en gesloopt.
Hoewel de locatie historisch bepaald was, paste het nieuwe kantoor perfect in de stedenbouwkundige plannen van rond 1960. De binnenstad werd gemoderniseerd en ‘opengebroken’ voor autoverkeer; in dezelfde jaren verrees de Neudeflat en ontstonden de eerste plannen voor Hoog Catharijne. Het SHV-kantoor gaf de ingang van de Mariaplaats een duidelijke markering. Het moest ‘een grootste opening van de stadskern’ worden, zoals het Utrechts Nieuwsblad schreef. In 1958 starte bouwbedrijf Albouw met de werkzaamheden, de symbolische eerste steen volgde een jaar later.
Architectuur
Het ontwerp kwam van het Utrechtse Ingenieurs- en Architectenbureau Op ten Noort-Blijdenstein, gevestigd aan het Pieterskerkhof. De architect was Hans Blijdenstein (1911-1997), in Delft opgeleid tot bouwkundig ingenieur en kort na de oorlog toegetreden tot het bureau van oud-directeur Gemeentewerken Jhr. A.H. Op ten Noort (1881-1975). Terwijl Op ten Noort zich tot op hoge leeftijd bezighield met waterleidings- en zuiveringsinstallaties, werkte de veel jongere Blijdenstein aan villa’s en kantoren.
In Utrecht zou Blijdenstein later ook het ‘Domus Medica’ ontwerpen voor de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) aan de Lomanlaan bij park Transwijk. Opvallend is het gebruik van bijzondere natuursteensoorten in zijn verder functionalistische kantoorgebouwen. Het ontwerp voor de SHV beschreef Blijdenstein zelf als “een stoer en sterk gebouw… omdat het moet dienen als hoofdkwartier voor een bedrijf dat handelt in energie.”
Het L-vormige SHV-complex bestaat uit drie delen. De vleugel aan de Rijnkade bevat de entree en directie- en vergaderkamers. Langs de Mariaplaats ligt de 70 meter lange kantoorvleugel met kantine. Na de onderdoorgang voor fietsen en auto’s wordt het complex afgesloten met zes flatwoningen voor personeelsleden. Het geheel telt 4 verdiepingen en een souterrain.
Natuursteen
Het SHV-gebouw heeft een skelet van gewapend beton in combinatie met een staalconstructie. De bakstenen muren werden aan de buitenzijde bekleed met natuursteen. De vele grote aluminium vensters kregen dubbel glas. De rijke toepassing van natuursteen werd ingegeven door de wens voor duurzame en vuilbestendige gevels. Voor de vleugel aan de Rijnkade koos Blijdenstein zeldzaam zachtgroen kwartsiet met borstweringen van donkergroen Serpentino-marmer. Langs de Mariaplaats werd Jura-kalksteen gebruikt — die bij verwering helderder wordt — in combinatie met gestreepte Beola-steen.
Het was een van de eerste kantoren met een eigen parkeergarage, in een periode dat het autoverkeer snel groeide. De parkeerkelder ligt achter het gebouw, onder de parkeerplaats voor bezoekers. Het Utrechts Nieuwsblad beschreef de garage enigszins opgewonden als “ondergrondse parkeerplaats voor een 35-tal auto’s van personeelsleden met een op- en afrit en echte rood-en-groene verkeerslichten.”
Ook roemde het UN de ultramoderne ‘personenzoekinstallatie’ waarmee 30 personeelsleden “door een klein apparaatje in hun zak opgeroepen worden wanneer zij door het gebouw dwalen en men hen elders nodig heeft.” De krant beschreef verder de kantine, “die in feite een heus restaurant is, waar 225 leden van het personeel tegelijk warme maaltijden kunnen gebruiken.” Er werkten in het begin overigens maar 160 mensen, maar het gebouw hield vast rekening met een groei naar 300.
Opening
Het was dringen op de hoek van Rijnkade en Mariaplaats op maandag 19 september 1960. Veel Utrechters wilden een glimp opvangen van prins Bernhard, die de opening van het nieuwe SHV-paleis zou verrichten. Hij werd verwelkomd door een erewacht van de Utrechtse studentenweerbaarheid en muziek van de eigen SHV-harmoniekapel. Vlaggen van de landen met SHV-vestigingen wapperden op het dak en in de singel lag de speciaal ingevaren tanker PAM 24 van de Rijnvaartvereeniging, onderdeel van de SHV. Eenmaal binnen in de grote kantine verrichte prins Bernhard de openingshandeling door een scheepsbel te luiden uit 1896, het oprichtingsjaar van de SHV.
De waardering voor het nieuwe complex was groot, niet alleen bij de vele genodigden maar ook in de kranten, die spraken van een ‘magnifiek complex’, een ‘monumentaal gebouw’ en een ‘prachtige aanwinst in het Utrechtse stadsbeeld’. Dagblad De Tijd schreef: “Hoewel modern van conceptie stoort het geenszins de rustieke sfeer van dit eeuwenoude stadsgedeelte van de Domstad.”
Trappenhuis
In de hal van het SHV-kantoor is het monumentale trappenhuis de grote blikvanger, ruim van daglicht voorzien door een groot raam over de vier verdiepingen. De trappen en bordessen hebben leuningen van aluminium met een houten afdekking, ontleend aan de scheepsbouw. De traptreden zijn van beige marmer, de zuilen in de hal van grijsbruin geaderd Lido-marmer.
Een groot vloermozaïek, in 1960 aangeboden door het personeel, vormt het middelpunt van het trappenhuis. Het bestaat uit vele soorten natuursteen in verschillende kleuren en texturen. Het mozaïek is gemaakt door Nicolaas Wijnberg, lid van de kunstenaarsgroep ‘De Realisten’. Deze figuratieve kunstenaars zetten zich af tegen Cobra en de abstracte kunst. Het mozaïek, met als thema de Vier Jaargetijden, bevat dan ook herkenbare taferelen: een dorp in de sneeuw, een wijnperser, een vrouw met een fruitmand, een fluitspeler en kinderen die vliegeren. Vooral de fijne lijnen van het vliegertouw en het riet maken het mozaïek uniek.
Kunstwerken
In de Wederopbouwperiode werden bij vrijwel alle grote gebouwen kunstenaars ingeschakeld, zowel binnen als buiten. Voor op de hoek van de Mariaplaats maakte de bekende Utrechtse ‘stadsbeeldhouwer’ Pieter d’Hont drie kalkstenen gevelreliëfs die de activiteiten van de SHV weergaven: Mijnbouw, de Rijnvaart en Energie. Op dat laatste reliëf is een atoom afgebeeld, al hield de SHV zich ‘nog’ niet met kernenergie bezig.
Er is nog meer kunst: iets verderop langs de gevel staat een bronzen beeld van een man met stier, symbool voor het bedwingen van de energie door de mens. Het beeld van Paul Grégoire werd bij de opening aan de SHV geschonken door de Nederlandse Spoorwegen, maar kwam door ziekte van de kunstenaar pas in 1967 gereed.
Uitbreiding
Begin jaren 70 was het SHV-hoofdkantoor al weer te klein voor de inmiddels 400 personeelsleden. Toen de kolenhandel sterk terugliep had de SHV voor diversificatie gekozen en daarmee kwam de handelsgeest pas goed los. Zo richtte het bedrijf in 1968 de internationale zelfbedieningsgroothandel Makro op en nam kort daarna Geveke Electronics over. In 1973 werd daarom de naastgelegen voormalige villa Van Beuningen gesloopt en de vleugel aan de Rijnkade doorgetrokken. Blijdenstein ontwierp deze ‘onzichtbare’ uitbreiding geheel in de stijl van het oorspronkelijke ontwerp.
Tegelijkertijd veranderde de omgeving sterk: groen, water en bakstenen panden maakten plaats voor beton. Na de demping van de singel lag het SHV-kantoor niet meer rustiek aan het water, maar aan een soort autobaan. Vlakbij verrees het winkelcentrum Hoog Catharijne. Het SHV-gebouw ging een overgang vormen tussen de oude stad en het nieuwe winkel- en kantorengebied. Waar z’n rechte en robuuste lijnen vroeger contrasteerden met de omgeving, viel het pand nu enigszins weg tegen alle betonnen nieuwbouw, zoals de naastgelegen parkeergarage van V&D.
Renovatie en rijksmonument
Enigszins z’n glans verloren in de jaren 80 en 90, werd het kantoor in 2005 grondig gerenoveerd. Het natuursteen aan de gevels werd schoongemaakt en de hoofdingang aan de Rijnkade weer in gebruik gesteld. Binnen werden alle kantoren en vergaderruimtes uniform gemoderniseerd; slechts schilderijen en andere bedrijfsmemorabilia herinneren daar nog aan het verleden. Voor de renovatie van de hal en trap werd natuursteen uit dezelfde Italiaanse steengroeven gehaald als in 1960.
De SHV bestaat dit jaar 120 jaar en is nog altijd een familiebedrijf, geleid door Annemiek Fentener van Vlissingen, nazaat van een van de oprichters. Wereldwijd werken er 60.000 mensen voor het concern, maar nog slechts 60 op het hoofdkantoor. De vleugel aan de Mariaplaats wordt daarom verhuurd aan andere bedrijven.
Op voordracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed plaatste de minister van Cultuur het SHV-kantoor in 2013 op de lijst van 90 belangrijkste gebouwen uit de tweede helft van de Wederopbouwperiode. Vorig jaar is het pand aangewezen als rijksmonument — het enige naoorlogse in de stad Utrecht. Als binnen enkele jaren het water terugkomt in de singel, en alle werkzaamheden voor de deur zijn afgerond, zal het stoere gebouw weer de toegang tot de binnenstad markeren.
14 Reacties
ReagerenPrachtig om te lezen.
De foto van het trappenhuis is clever gedaan.
Een goed verhaal om te lezen, bedankt voor alle informatie. Zoveel dingen waar je nooit bij stil hebt gestaan.
Mooi verhaal.
De situatie van rond 1910 vond ik fraaier.
Deze rubriek is met afstand de beste op Duic, hartelijk dank voor de altijd leuke en uitgebreide info!
Arjan, het was weer een geweldig stuk om te lezen. Bij de foto’s van de villa’s Van Beuningen en Swane stond ik wel even een tijdje stil, dat zag er echt prachtig uit toen.
Om eerlijk te zijn is dit gebouw mij nog nooit opgevallen, en ik hoop dat met het water dat straks weer stroomt en de grondige renovatie van het V&D pand ernaast ook dit gebouw weer beter naar voren komt.
mooi gebouw, mij al vaker opgevallen, alhoewel de versie van 1960 meer in proportie lijkt. ook jammer dat de ze die letters van het gebouw hebben gehaald, wel een beetje kers op de taart.
Complimenten voor weer een uitstekend verhaal over iconische Utrechts gebouwen. Vooral bij foto 4 (aanzicht 1960) moest ik even goed kijken; nooit geweten dat de gevel langs de Rijnkade / Catharijnebaan oorspronkelijk zoveel korter was. Daarmee was het gebouw wel beter in balans. Chapeau nogmaals en ik kijk uit naar de volgende bijdrage!
Wat een goed artikel weer, erg informatief en met mooie foto’s. Vorig jaar stond ik op open monumentendag in de immense tuin van het toen ook opengestelde monumentale pand van oud-wethouder Mik, ingang Achter Clarenburg, naast café Olivier. Vanuit die tuin kijk je pal tegen de achterkant van dit gebouw aan. Daar viel mij toen niets monumentaals aan op, leek eerder een HC-gedrocht. Maar dit artikel werpt een geheel nieuw licht op de zaak.
Prachtig artikel, dit vormt denk ik een bijdrage aan mensen met weinig architectonische kennis, om juist ook moderne architectuur te gaan waarderen.
Is het mogelijk ook een artikel te maken van de mooie doordacht design flats bij het Allende plein ?
Interessant Arian, bedankt!
Ik heb het gebouw zien komen, was een grote verbetering voor de Rijnkade. Zoals steeds komt Arjan met informatie die een gebouw tot leven brengt. Van zulke ‘hapjes’ krijgt een mens nooit genoeg en ik ben het volledig eens met herman.
Beste Arjan. In jouw mooie serie Vergeten Gebouwen past wellicht een onderafdeling met de titel Terecht Vergeten ? Wat mij betreft mag dit lompe, fantasieloze gedrocht vergeten blijven Met gemak een van de lelijkste gebouwen in centrum Utrecht. Broertje (of zusje ?) van de Neudeflat. Dit staaltje Stalin-architectuur van dertien uit een dozijn op deze plek is inderdaad een monument: van de naoorlogse smakeloosheid en moderniseringsdrift, die culmineerde in het singeldempplan: “opdat wij niet vergeten” hoe bestuurders en commercie blind kunnen zijn voor historisch erfgoed en de menselijke schaal.
Ik zou wel willen weten hoe ik het SHV archief kan bereiken. Email lukt niet geen antwoord.
Werkelijk fantastische verhalen schrijft Arjan den Boer op DUIC. Echt genieten, elke keer weer!