Specialistische jeugdhulp in de wijk: Het moet sneller en eenvoudiger | De Utrechtse Internet Courant Specialistische jeugdhulp in de wijk: Het moet sneller en eenvoudiger | De Utrechtse Internet Courant

Specialistische jeugdhulp in de wijk: Het moet sneller en eenvoudiger

Specialistische jeugdhulp in de wijk: Het moet sneller en eenvoudiger
Rik Horstman (Spoor030) en Marian Dobbe (KOOS Utrecht). Foto: Robert Oosterbroek
Vijf jaar na de decentralisatie is het tijd voor de volgende stap. De specialistische jeugdhulp in Utrecht wordt dichter bij de gezinnen en kinderen georganiseerd. Sinds 1 januari zijn er nog maar twee aanbieders verantwoordelijk voor de specialistische jeugdhulp – een unieke situatie in Nederland. In de pilot ‘buurtgericht organiseren van specialistische jeugdhulp’ is door professionals veel ervaring opgedaan met deze nieuwe werkwijze, want de hulp moet zoveel mogelijk rondom de leefwereld van het kind en het gezin georganiseerd worden.

Vijf jaar na de decentralisatie is het tijd voor de volgende stap. De specialistische jeugdhulp in Utrecht wordt dichter bij de gezinnen en kinderen georganiseerd. Sinds 1 januari zijn er nog maar twee aanbieders verantwoordelijk voor de specialistische jeugdhulp – een unieke situatie in Nederland. In de pilot ‘buurtgericht organiseren van specialistische jeugdhulp’ is door professionals veel ervaring opgedaan met deze nieuwe werkwijze, want de hulp moet zoveel mogelijk rondom de leefwereld van het kind en het gezin georganiseerd worden.

Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben de gemeenten overgenomen van de Rijksoverheid. Dit heet ook wel decentralisatie. Het Utrechtse model is rond een zogenaamd buurtteam opgebouwd: zo’n team biedt een zo breed mogelijk zorgaanbod dicht bij de bewoners.

De specialistische jeugdhulp was echter nog versnipperd. Er waren ruim zeventig verschillende partijen actief in de stad. Vanaf 2020 is dat veranderd. De gemeente wilde de zorg voor kinderen, jongeren en gezinnen meer op maat, integraal en dicht bij huis te organiseren. Dat maakt een intensieve samenwerking mogelijk met het gezin en andere betrokkenen, zoals huisarts, buurtteam, school, sportclub, familie en vrienden.

‘Het is de volgende stap in de decentralisatie’

Een specialist kan bijvoorbeeld meedenken met de gezinswerker van het buurtteam, zonder dat er een verwijzing of overdracht nodig is. Als er wel behoefte is aan specialistische jeugdhulp, dan kan het buurtteam doorverwijzen, net als de huisarts of bijvoorbeeld de jeugd- of kinderarts. De specialist en de partijen uit de basiszorg werken als team samen, waardoor er zo min mogelijk sprake is van overdracht of nieuwe intakes. Hulp en ondersteuning moest eenvoudiger, sneller en intensiever – zo is de gedachte.

Experimenten

De afgelopen jaren werd in Utrecht al geëxperimenteerd met een tweede team naast het buurtteam: een specialistenteam. Daarin werken de specialisten op het gebied van jeugdzorg samen. De buurtteams moeten bij complexe zorgvragen direct een beroep kunnen doen op advies of inzet van specialistische jeugdhulp om zo snel en adequaat de juiste hulp en behandeling te kunnen bieden.

In 2017 startten er pilots met het buurtgericht organiseren van specialistische jeugdhulp in Zuilen en Leidsche Rijn. De gemeente, aanbieders van specialistische jeugdhulp, het buurtteam voor jeugd en gezin Lokalis, huis- en jeugdartsen, jeugdhulpaanbieders en andere betrokken partners gingen op zoek naar wat er specifiek nodig is voor een wijk en hoe de hulp dicht bij de gezinnen kan worden georganiseerd. De ervaringen uit de pilots waren positief en de hulpverleners waren enthousiast.

‘Er zijn schrijnende verhalen van jongeren die tientallen hulpverleners voorbij hebben zien komen’

De stad is sinds kort op het gebied van specialistische jeugdhulp opgedeeld in twee delen: in het oosten Spoor030 (een samenwerkingsverband van Dokter Bosman, Pluryn/Intermetzo en Timon) en in het westen KOOS (een samenwerkingsverband van Altrecht, De Opvoedpoli, De Rading, Reinaerde en Youké). Deze nieuwe partijen zijn nu de zorgaanbieders voor alle wijken in de stad op het gebied van de specialistische jeugdzorg. Zij zorgen ook voor pleegzorg of andere vormen van zorg waarbij kinderen logeren en wonen en voor de beschikbaarheid van vrijgevestigde specialistische hulpverleners in de stad.

We spreken de twee nieuwe bestuurders van deze zorgaanbieders, Rik Horstman van Spoor030 en Marian Dobbe-Kluijtmans van KOOS Utrecht, over de veranderingen.

Waarom is Utrecht de plek waar een nieuwe vorm van jeugdhulp wordt ingezet?
Rik Horstman: “In Utrecht lopen ze voor op andere plekken in Nederland. Er is heel veel te doen geweest over de decentralisatie en ook zeker over de jeugdzorg. Het mooie is dat we hier met een leeg vel mochten beginnen. We zijn met veel verschillende organisaties om de tafel gaan zitten. Het was een kans om echt na te denken over hoe we de jeugdzorg beter willen organiseren.”

Marian Dobbe: “De Utrechtse visie om in te zetten op een sterke sociale basis en goede zorg dichtbij en op maat stamt al uit 2012. De buurtteams Jeugd zijn de eerste stap geweest en nu volgt ook de specialistische zorg voor jeugd. Iedereen wil graag het verschil maken voor kinderen en jongeren, maar ziet ook dat het beter moest. In Utrecht is er een mooie voedingsbodem om te bouwen aan een werkwijze die slimmer en effectiever is. Het is een hele stap: van zeventig naar twee aanbieders van specialistische jeugdhulp. De veranderingen komen dan ook niet vanuit het niets, maar uit jaren ervaring in de stad onder meer bij de Utrechtse buurtteamorganisatie Jeugd Lokalis.”

Horstman: “Het getuigt wel van lef om de muren tussen al die organisaties weg te halen. Je werkt nu vanuit integrale teams vanuit één wijk. Ik denk dat iedereen wel zag dat het nodig was om ook specialistische zorg dichterbij te coördineren, maar dat is met zeventig partijen onmogelijk. Dat er veel misging lag vaak niet aan de wil of kunde van een hulpverlener, maar door hoe het systeem is ingericht.”

Dobbe: “Het is heel sterk geweest om niet in 2015 al de specialistische zorg anders te regelen, maar eerst ervaring op te doen in de stad. Nu zijn we er klaar voor.”

Wat is het voordeel van de nieuwe opzet?

Dobbe: “Het feit dat professionals elkaar beter leren kennen en buurtgericht werken zorgt ervoor dat er sneller kan worden geschakeld. Je kunt eenvoudiger je specialisme toevoegen waar je nodig bent, daarmee organiseren we de zorg veel beter om het kind en het gezin heen. Bovendien kan je beter preventief gaan werken. De professionals in de specialistische jeugdhulp hebben met deze stap weer het gevoel dat ze hun vak meer kunnen uitoefenen. Doen waarvoor ze zijn opgeleid.”

Horstman: “In de oude situatie zijn vaak meerdere organisaties en hulpverleners betrokken bij één gezin. In dat proces kan er veel misgaan en het is niet effectief. Dit leidt vaak tot te veel gezichten, te veel doorverwijzen en zorg die niet in afstemming plaatsvindt. In de buurt willen we collega’s van elkaar zijn en effectief samenwerken. We versterken de basiszorg (buurtteams, jeugdgezondheidszorg en huisartsen) en sluiten indien nodig ook aan bij het onderwijs. Als het buurtteam en de psychiater bij elkaar in de buurt zitten en elkaar goed kennen, kan een advies in sommige gevallen bijvoorbeeld al genoeg zijn. Daarmee is er weer een hulpverlener minder in beeld geweest voor een gezin. In de afgelopen jaren heb ik veel professionals ontmoet met een enorme intrinsieke motivatie voor de doelgroep, maar er ging toch heel veel mis. Er zijn schrijnende verhalen van jongeren die tientallen hulpverleners voorbij hebben zien komen en toch niet de juiste hulp ontvangen. Dat gaat mij aan het hart.”

Dobbe: “Als een jongere of kind al een relatie heeft opgebouwd met een hulpverlener moet je er zo min mogelijk andere gezichten bijhalen. Het idee is om zorg op maat te bieden. Er is niet één vaste vorm. We werken vaak samen met of aansluitend op de basiszorg van het buurtteam, huisartsen en jeugdgezondheidszorg.”

Wat is er nodig om de nieuwe specialistische jeugdhulp te laten slagen?

Horstman: “Je moet beginnen in de wijk en complementair worden aan elkaar. Tijdens de pilots is er goed geluisterd naar wat er nodig is. Waar ligt eigenlijk de vraag binnen zo’n gebied?”

Dobbe: “Er zijn een aantal leidende principes die gelden voor de stad, zoals samenwerken en ruimte geven aan professionals. Daarnaast is het belangrijk om het eenvoudig te houden voor inwoner én specialist. In de opstartfase komt er veel op professionals af om bijvoorbeeld nieuwe collega’s te leren kennen. Dat kost tijd en de zorg die al bezig was, wordt uiteraard gewoon afgerond. We willen samen verder bouwen in de stad aan de zorg voor jeugd.”

‘In Utrecht is er een mooie bodem om te bouwen aan een model dat slimmer en effectiever is’

Horstman: “We hebben ervaring, maar moeten verder gaan leren met elkaar. Relatief nieuw is dat er ruimte is voor ervaringsdeskundigheid. Dat is nog niet zo gebruikelijk in de jeugdzorg, maar houdt ons enorm scherp. Heel verfrissend als iemand zegt: wat je nu hebt bedacht werkt helemaal niet. Dat prikkelt en hebben we nodig.”

Dobbe: “Bij KOOS hebben we ook een plek voor deskundigen met eigen ervaring in de jeugdzorg. Zo heeft Carlijn Mol een centrale rol gekregen als Jeugdkwartiermaker. Zij zorgt altijd expliciet voor aandacht voor het cliëntperspectief.”

De Utrechtse wijken verschillen nogal van elkaar. Is daar rekening mee gehouden?

Dobbe: “Iedere wijk is anders en er is veel informatie beschikbaar over de demografie van een buurt. Meer of minder jongeren, culturele verschillen: er zijn veel verschillende thema’s en vraagstukken waar we op inzoomen. Daarom is de samenstelling van de teams nu al ingericht op welke zorgvraag er is en dat zal zich nog verder ontwikkelen. Juist op dat gebied kunnen we voor grotere vraagstukken binnen een wijk over (preventieve) oplossingen nadenken.”

Horstman: “De winst is dat je op buurtniveau ziet wat de grote lijn is van de problematiek. Je kunt alle vragen van scholieren gaan proberen op te lossen, maar ook met die school gaan spreken om de leerkrachten te ondersteunen. Vaak zijn er namelijk al veel partijen betrokken bij een hulpvraag.”

De komende negen jaar krijgen Spoor030 en Koos de ruimte. Waarom deze periode?

Horstman: “Dit idee is gebaat bij tijd. De relaties tussen partners moeten worden opgebouwd en er moet vertrouwen zijn dat die tijd er ook is.”

Dobbe: ”We bouwen aan iets duurzaams in de stad. Het is een te grote transitie om dat ‘eventjes’ te doen. Je investeert in elkaar door een langdurige samenwerking en gaan constant evalueren en ontwikkelen. De zorgprofessionals maar ook zeker de gezinnen verdienen dat.”

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).