Voor- en tegenstanders van het nieuwe Zandpad gingen woensdagavond in het ZIMIHC Theater Stefanus met elkaar in discussie. Onder begeleiding van het Stadspodium Utrecht gingen er tijdens het stadsgesprek voor het eerst politici in debat met buurtbewoners én sekswerkers.

Bij binnenkomst werd duidelijk dat het Stadspodium Utrecht, de organisator van het stadsgesprek, klaar was voor een stevige discussie: in het midden van de zaal van het theater was een boksring opgesteld. Terwijl de bezoekers binnenstroomden klonk Eye of the Tiger uit de speakers. Echter bleef het dankzij de vriendelijke en strakke gespreksleiding van Ruben van Gogh en  Patrick van de Hijden een gemoedelijke avond.

In totaal vonden er in de ring drie debatten plaats: Sofyan al Kandussi, de drijvende kracht achter de petitie tegen het Nieuwe Zandpad, sprak met Joep Rottier, die op de Universiteit Utrecht promoveerde met een proefschrift over decriminalisering.

Sekswerker Foxxy Angel (geen echte naam) ging in discussie met Suzanne Jansen, een afgevaardigde van de buurtbewoners. Tenslotte nam Matthijs Buijs, commissielid van het CDA het op tegen Ellen Bijsterbosch, gemeenteraadslid voor D66.

(tekst gaat door onder afbeelding)

Tussendoor was er ook ruimte voor reacties en vragen uit het publiek. Hier werd dan ook gretig gebruik van gemaakt. Hierbij passeerden de bekende argumenten tegen een prostitutiezone nogmaals de revue, maar kwamen er ook soms heel bijzondere nieuwe redenen vóór het Zandpad voorbij.

Tegenstanders in de meerderheid

Vrijwel alle sprekers zeiden niks tegen prostitutie te hebben, maar vroegen zich af waarom de gemeente wil inzetten op een plek in een kwetsbare wijk als Overvecht en waarom er raamprostitutie op zo’n grote schaal (162 ramen) moet komen.

Een duidelijk antwoord op die vragen kwam er niet echt. Rottier sprak over de noodzaak van het decriminaliseren van sekswerk, maar weinig over de specifieke locatie in Overvecht. Foxxy Angel gaf eerlijk toe dat zij niet per se een plek bij het Zandpad nodig vond – als sekswerkers in Utrecht maar ergens een plek kregen.

De locatie in Overvecht was volgens Bijsterbosch geschikt, omdat op deze locatie makkelijk toezicht te houden is. Niet in een woonwijk, maar ook niet op een industrieterrein. De 162 ramen? Dat was vooral een kwestie van vergunningen en beloftes.

Veiligheid

Verder waren er ook zorgen over de veiligheid. Intimidatie, mensenhandel, overlast en zelfs moord werden genoemd. Zoals één buurtbewoonster zei: “Toen het oude Zandpad er nog was stonden er pooiers voor onze deur en vonden we hele zakken met condooms in de tuin.”

Buijs zei: “Er is nog geen partij gevonden die de veiligheid kan garanderen. Als er geen exploitant is die aan de regels kan voldoen, waarom zou de gemeente dan moeten blijven doorzetten met dit plan?”

Niet geheel onverwachts bleek dat de tegenstanders de gehele avond in de meerderheid bleven. Met de stelling ‘een nieuwe prostitutiezone starten kan veilig in een woonwijk’ waren 65 mensen het oneens, tegenover 34 eens.

‘Ons is nooit iets gevraagd’

Eén aspect dat zowel bij voor- als tegenstanders en bij buurtbewoners en sekswerkers terugkwam was het gevoel dat zij zich niet gehoord voelen door de politiek. “Toen de boten op het Zandpad dicht gingen ontvingen we een brief op de dag dat het gebeurde. Ons is nooit iets gevraagd”, vertelde een omwonende verontwaardigd.

Bijsterbosch vertelde na afloop van het gesprek dat ze blij verrast was. “Ik had niet verwacht dat er zulke uitgesproken voorstanders onder de omwonenden waren. Er zijn zeker punten die we in de gemeenteraad moeten meenemen. Ik vind wel dat er te weinig geluisterd is naar betrokkenen. Vanavond is de eerste keer geweest dat zowel buurtbewoners, sekswerkers en de politiek met elkaar gepraat hebben. Dit had veel eerder moeten gebeuren.”

Buijs zei niet van mening veranderd te zijn. “Ik voel me eigenlijk alleen gesterkt in mijn overtuigingen. Raamprostitutie op deze schaal is niet nodig en er kan geen exploitant gevonden worden die de veiligheid kan garanderen. De gemeente moet haar verlies accepteren en er niet meer geld in blijven investeren.”