Het is de naam van een brug, een ‘barrière’, een plantsoen en een bushalte. Wat Tolsteeg tegenwoordig echter niet is, is een steeg. Ooit was het een landweg die vanuit de zuidelijke poort oostwaarts ging waar, zoals bij zoveel steden, tol geheven werd. Maar Tolsteeg werd meer dan dat: een buurt, een voor Nederland unieke rechtssituatie en voor even een eigen gemeente. Waar de originele ‘steeg’ exact lag, is echter onduidelijk.
De naam Tolsteeg is voor het eerst te lezen in een handelsovereenkomst uit 1260 waarmee men land rond de splitsing tussen de Kromme en Vaartsche Rijn verhandelde. De landweg waar de naam op slaat, wordt door sommige historici als zuidoever van de Kromme Rijn gezien, terwijl anderen menen dat de straat mogelijk was waar tegenwoordig de Gansstraat is. Het is echter niet deze landweg, maar het ‘buitengerecht’ eromheen dat de naamgever is van de buurt en straat.
Toen Utrecht in 1122 stadsrechten kreeg, werd de stad omgracht en ommuurd. De toegang tot de stad ging voortaan via stadspoorten, zoals de Tolsteegpoort. Buiten de stadspoorten ontstonden zo’n vijftien ‘buitengerechten’, gebieden die een speciale rechtsstatus hadden. Deze buitengerechten binnen de stadsvrijheid leken qua omgeving op het platteland, maar de bewoners ervan hadden rechten die meer leken op die van stedelingen.
Rechtbank
Bewoners regelden deels hun eigen rechtspraak in een soort plaatselijke rechtbank en ze hielpen mee met de verdediging van de stadsmuren. Verder kwam in de buitengerechten bedrijvigheid die de stad liever niet binnen de muren had, zoals brandgevaarlijke industrie. In de voorsteden Bemuurde Weerd en Tolsteeg kwam bijvoorbeeld aardewerkindustrie.
In 1816 werd de stadsvrijheid opgeheven, waarna de buitengerechten in 1818 werden heringedeeld in vier zelfstandige plattelandsgemeentes. Tolsteeg was er daar een van, al was het nooit een volwaardige gemeente omdat inwoners onder Utrecht bleven vallen. In 1823 werden de vier gemeenten weer bij Utrecht gevoegd. De huidige buurt Tolsteeg heeft met de afbakening tussen de Kromme en Vaartsche Rijn, de brug en het plantsoen nog steeds de vorm van het oude buitengerecht.
5 Reacties
ReagerenDe Bijlhouwerstoren werd rond 1700 “omgebouwd” tot een molen.
Het plaatje toont die molen. Op wikipedia een plaatje van de toren die daar stond voor 1700.
Ja beste @ engel van dienst , nu je het zegt , ik kende de toren van andere plaatjes maar dan altijd zonder de molenwieken , bedankt voor je opmerking hé !! Geweldig verhaal trouwens weer Redactie , ik geniet er elke keer weer van …..
Ik ben benieuwd welke 4 gemeentes/buitengerechten in 1818 ontstonden. Ons vorige huis staat in de ‘kadastrale gemeente ‘ Abstede. Zou dat er een van zijn?
Het artikel spreekt over “de splitsing tussen de Kromme en Vaartsche Rijn”. Waarheen leidde de Vaartsche Rijn dan?
@derk:naar de Hollandsche IJssel ter hoogte van wat nu Nieuwegein is.