Er loopt een strafrechtelijk onderzoek naar drie dochterbedrijven van het Utrechtse SHV, het grootste familiebedrijf van Nederland en eigendom van de familie Fentener van Vlissingen. Dat blijkt uit onderzoek van de NRC.
SHV is een zeer gesloten multinational met het hoofdkantoor aan de Rijnkade in het centrum van Utrecht en heeft ruim 60.000 medewerkers in 58 landen. De omzet vorig jaar was 20 miljard euro. Het is gevormd door de rijke en invloedrijke familie Fentener van Vlissingen.
Econosto (technische onderdelen) en Mammoet (zwaar transport) worden verdacht van oplichting, omkoping, valsheid in geschrifte en overtreding van de sanctieregelgeving. Er zijn verschillende verdachtmakingen tegen de bedrijven.
Commissies
Uit onderzoek van het dagblad bleek onder andere dat Econosto omstreden commissies betaalde in het Midden-Oosten. Inkopers van olie- en chemiebedrijven kregen geld in ruil voor bestellingen. Door Mammoet, de bergingstak binnen SHV, zou onder andere 3 miljoen euro zijn betaald aan een tussenpersoon voor het bergen van scheepswrakken in de baai van Nouadhibou in Mauritanië, een klus waarmee 40 miljoen euro EU-geld is gemoeid. Een woordvoerder van het Openbaar Ministerie bevestigt de verdenkingen aan NRC.
Het onderzoek richt zich ook op een derde SHV-dochter, diervoederfabrikant Nutreco. De Fiod doet ook onderzoek naar dit bedrijf. Bij de diervoederfabrikant in Chili zouden klanten zijn misleid. Ze zouden meer voor visvoer hebben betaald dan op papier was afgesproken.
SHV wilde niet reageren op vragen van de NRC.
2 Reacties
Reagerenwas dit het bedrijf van frans van seumeren.
In de baai van Nouadhibou liggen zo’n 300 scheepswrakken. Die zijn daar gedumpt omdat dat goedkoper is dan ze op milieuvriendelijk wijze te slopen. In ruil voor een ‘baksjish’ willen de autoriteiten in veel derdewereldlanden wel een oogje toe knijpen.
Hoewel veel wrakken afkomstig zijn van landen buiten de EU; heeft die niettemin besloten om 40 miljoen euro beschikbaar stellen om de rommel op te ruimen. De aanbesteding van dat werk wordt kenneliijk overgelaten aan de lokale autoriteiten, die ten tweede male kans zien om zichzelf te verrijken.
Als bedrijf is het ontzettend moeilijk om in dat soort corrupte landen zaken te doen. Niet betalen betekend dat het werk aan je neus voorbij gaat. Bij wel betalen loop je kans op strafrechterlijke vervolging. Wat is dan wijsheid? Je bedrijf failliet laten gaan en je personeel op straat moeten zetten is ook niet leuk.
In dit geval ben ik van mening dat de subsidieverstrekker het aanbestedingsproces zelf in de hand had moeten nemen. Dat zal ongetwijfeld weer als ‘paternalistisch’ worden gezien, maar is de enige manier om te garanderen dat het geld op doelmatige wijze wordt besteed. Wie betaald die bepaald!