Het podium voor wereldmuziek RASA gaat sluiten. De gemeente Utrecht heeft besloten dat de organisatie geen subsidie meer krijgt. Daarmee komt er na 46 jaar een einde aan de exotische klanken in het pand aan de Pauwstraat. DUIC blikt terug met oud-directeur Wieland Eggermont, en kijkt vooruit met huidig voorzitter van de raad van toezicht Jan Ravesteijn.
“Onbegrijpelijk”, noemde Ravesteijn het advies van de cultuurcommissie. Deze commissie keek in opdracht van de gemeente Utrecht naar de meerjarige subsidieaanvragen van de culturele sector in Utrecht. De commissie reageerde hard: het plan van RASA was niet innovatief genoeg, overtuigde onvoldoende van ondernemerschap en was niet onderscheidend genoeg. Er zou geen subsidie meer moeten gaan naar de stichting. Het college van burgemeester en wethouders besloot om het advies over te nemen, en daarmee valt het doek voor het podium. De huur is ondertussen opgezegd. Binnenkort klink er geen griotmuziek uit Mali meer, en moeten we het ook zonder hallucinerende dansbare tropische gekte uit Colombia doen.
Hasjdampen
“RASA is niet altijd een podium voor wereldmuziek geweest”, vertelt Wieland Eggermont. Hij was werkzaam bij RASA vanaf 1990. “Mijn eerste baantje was het vegen van de zaal.” Na twee jaar werd Eggermont programmeur en uiteindelijk schopte hij het tot directeur. In 2012 stopte hij ermee. “De geschiedenis van RASA begint in de jaren zestig in een pand op het Paardenveld, waar nu het politiebureau staat. Daar was Kasieno gevestigd, een jongerencentrum waar het bier op een gegeven moment okselhoog stond en de hasjdampen het zicht belemmerden. Na ruzie in het bestuur besloot men om de boel om te gooien: alle ramen gingen open en het pand werd wit geschilderd, en daar ontstond RASA. Kort daarna vertrokken ze naar het huidige gebouw in de Pauwstraat.
“In de jaren zeventig was het een actiecentrum, maar in die tijd schreven ze nog aksie sentrum. Er werden bijvoorbeeld spijbellessen gegeven, dat waren geen lessen voor leerlingen die spijbelden maar lessen hoe je het beste kon spijbelen. Het was een zeer gezagsondermijnende plek met punkbands en optredens van linkse sprekers en politiek theater. Daarnaast kwamen er veel anarchisten maar was er bijvoorbeeld ook een homokoor“, vertelt de oud-directeur. Het bleef daar echter niet bij, RASA besloot op een gegeven moment om ook buiten in de stad evenementen te organiseren. “Er werden spektakels gehouden in de Utrechtse parken. Daar kwamen gastarbeiders op af en die vroegen of ze ook mee mochten doen. Natuurlijk mocht dat. Zo is RASA in de jaren tachtig een centrum voor migrantencultuur geworden.” De sociale context werd minder belangrijk en in die tijd werd de subsidiestroom ook overgeheven vanuit het welzijnspotje naar cultuur. “Vanaf dat moment kwam ook de term wereldmuziek op. Van een centrum voor migrantencultuur veranderde RASA in een podium voor wereldmuziek, dat was toentertijd nog muziek uit derde wereldlanden. Begin 2000 kwamen daar ook allerlei Europese wereldmuziek en mengvormen bij.”
“Toen was eigenlijk al duidelijk dat RASA het moeilijk zou gaan krijgen”
RASA was ondertussen uitgegroeid tot een podium met internationale faam. “Wij waren in Europa wereldberoemd, in Nederland bekend en in Utrecht relatief onbekend”, vertelt Eggermont. “Dat klinkt maf, maar zo was het. In heel Europa keken mensen naar RASA om te weten wat er speelde in de wereld van wereldmuziek.” Toch was het niet altijd een makkelijke opgave voor de oud-directeur om de beste artiesten naar Utrecht te krijgen. Toen hij als programmeur in 1992 begon moest hij het echt hebben van zijn persoonlijke netwerk. “Ik werkte bijvoorbeeld veel samen met de Franse organisatie Maison des Cultures du Monde in Parijs en ook met Radio France. Zij hadden hun zaakjes ook goed op orde. Ik had veel contact met hen en we wisselden dan ook veel kennis uit. Maar ook had ik een netwerk onder universiteiten en muziekdocenten. Ik was dus heel veel aan het bellen.” De technische vooruitgang maakte het werk voor Eggermont soms ook wat makkelijker: “Ik weet nog goed dat we een fax kregen, na twee weken kon ik mij niet meer herinneren hoe ik ooit zonder had gewerkt. Voor een Irakees programma heb ik toen twee manden naast de fax gezeten om te wachten op berichten uit Bagdad”, vertelt hij lachend. ”Gelukkig kregen we later de mobiele telefoon, toen kon ik ook nog af en toe een dagje naar het strand. Ik moest eindeloos veel contact hebben met mensen overal.”
Wat eind jaren negentig ook begon waren de gesprekken over een groot muziekpodium in de stad, het latere TivoliVredenburg. De toenmalige directeur van RASA, Tineke de Jong, was niet overtuigd van het nut en de noodzaak om haar podium daarin te betrekken. Toen Eggermont in 2006 directeur werd ging hij wel met de partijen om tafel zitten. Het was echter duidelijk dat niet iedereen RASA bij het initiatief wilde betrekken. Toen ook duidelijk werd dat er bezuinigingen in de culturele sector aan zouden komen riep hij alle medewerkers bij elkaar. “We hebben in die tijd veel overleg gevoerd over welke richting we op moesten. Toen bleek dat de bezuinigingen ons ook hard zouden gaan raken heb ik een plan gepresenteerd aan de gemeente: Get rid of the stones. We zagen toen ook al in dat wereldmuziek eigenlijk geen genre is. RASA heeft dus ook geen eenzijdig publiek. Ik kende alle vijf vaste bezoekers van RASA bij naam. De rest van het publiek kwam toch vooral op specifieke avonden. Iemand die van klassieke Chinese muziek houdt, hoeft natuurlijk niet geïnteresseerd te zijn in salsa. Ik had dus het idee om RASA uit het pand in de Pauwstraat te halen en te programmeren in de andere podia in Utrecht. Dus voor wereldjazz zouden we naar het SJU gaan, voor wereldklassiek naar Muziekcentrum Vredenburg en voor wereldpop naar Tivoli. Dan zou er nog meer bezuinigd kunnen worden op RASA en bleef de programmering bestaan. Het is ook altijd het doel van onze stichting geweest om zichzelf overbodig te maken.”
Volgens Eggermont was de gemeente niet te spreken over dit plan: “Culturele Zaken zag dit helemaal niet zitten. Het plan werd onzinnig genoemd. Wij moesten gewoon in de Pauwstraat blijven.” Ondertussen kwamen de bezuinigingen. Kreeg Rasa eerst nog 2.250.000 euro, toen werd dat 730.000 euro. “Nu wordt RASA door de gemeente afgeslacht met mijn argumenten: wereldmuziek hoort onderdeel te zijn van reguliere podia. Een specifiek podium zou niet meer nodig zijn. Dit is een lofwaardig streven, helaas is de realiteit weerbarstiger. Er is specifieke kennis voor nodig, die gaat nu verloren.”
Toekomst
Dat het podium gaat sluiten staat vast, maar wat er met het volledige archief, de kennis, de medewerkers en het gebouw gaat gebeuren is nog onzeker. De adviescommissie cultuur meent dat wereldmuziek aan bod moet komen op alle andere podia in Utrecht en meent ook dat dit al steeds vaker gebeurt. Het meerjarenplan van RASA zou niet getuigen van voldoende kwaliteit om de subsidie met vier jaar te verlengen. “Tijdens de vorige subsidieronde, vier jaar geleden, kreeg RASA ook al een negatief advies. Toen besloot de gemeente wel over te gaan tot het geven van subsidie en schoof daarmee het advies van de commissie opzij. Dit werd echter gedaan na gesprekken met het Rijk, zij zouden in ruil de Utrechtse Spelen gaan subsidiëren. Toen was eigenlijk al duidelijk dat RASA het moeilijk zou gaan krijgen.” In 2012 stopte Eggermont als directeur.
Begin 2015 trad Jan Ravesteijn aan als voorzitter van de Raad van Toezicht. Een van zijn eerste taken was het maken van de subsidieaanvraag en het daarbij behorende meerjarenplan. Ook hij wist dat vier jaar eerder de adviescommissie zich ook al negatief had uitgelaten over RASA. “We hielden er dus ook zeker rekening mee dat er minder budget voor ons beschikbaar zou zijn. Ook als je kijkt naar de type organisatie wat RASA is en de programmering in vergelijking met andere podia dan kregen wij naar verhouding een groot bedrag. Maar we gingen wel uit van een positief advies. We dienden dus een plan in voor hetzelfde bedrag als daarvoor, maar met in ons achterhoofd de gedachte dat het weleens minder zou kunnen worden.” Een van de kritiekpunten van adviescommissie is dat het meerjarenplan van RASA te weinig biedt voor de verschillende etniciteiten in de stad Utrecht. “Maar dat klopt volgens mij niet. Wij proberen juist bewust met Syriërs of Turken in de stad in gesprek te raken, om ook hen te vragen waar ze geïnteresseerd in zijn.”
Dat wereldmuziek steeds vaker te horen is op andere podia meent ook Ravesteijn. “Daar heeft RASA ook een belangrijke rol in gehad. We hebben altijd samengewerkt met andere partijen in de stad. Zo hadden we onlangs nog coproducties met Le Guess Who? en de Stadsschouwburg.” Ravesteijn kwam zelf als bezoeker jaren geleden voor het politiek theater, maar is ook getrokken door de Afrikaanse muziek. Artiesten als Habib Koité, die nu wereldfaam hebben, hebben hier nog voor z’n dertig man opgetreden. Als het aan Ravesteijn ligt zullen er de komende jaren ook nog artiesten op het podium in de Pauwstraat staan, maar dan waarschijnlijk niet meer onder de naam RASA. “De huur is opgezegd en voor de medewerkers lopen er gesprekken bij het UWV. Natuurlijk waren wij eerst heel chagrijnig vanwege de sluiting, maar nu we zien dat er geen weg terug is moeten we ook realistisch zijn: RASA in de lucht houden gaat ons niet meer lukken. De cultuurcommissie heeft ook wel een punt, wereldmuziek moet niet alleen gekoppeld worden aan RASA.”
“Ik kende alle vijf vaste bezoekers van RASA bij naam”
Het college onderschrijft ook dat het van belang is om de programmering van niet-westerse muziek voor de stad te waarborgen en vindt dat wereldmuziek op alle podia een plek zou moeten krijgen. De gemeente heeft het Utrechts Muziek Overleg (het overlegorgaan van muziekpodia en -festivals in de stad) gevraagd een plan te maken voor een stedelijke programmeringsinstantie die wereldmuziek in Utrecht gaat programmeren. Daarvoor reserveert de gemeente de komende twee jaar 100.000 euro per jaar. Ravesteijn is blij met dit gegeven en gaat graag mee in een nieuw scenario. “Per saldo wordt er ingeleverd, maar er blijft toch wat over.”
Podium Pauwstraat
Ravesteijn hoopt dat met dit bedrag de expertise van de medewerkers van RASA wordt gebruikt om wereldmuziek nog meer op andere podia in de stad te programmeren. Er hangt op het moment dan ook niet een zwaar dramatische sfeer bij RASA. De medewerkers proberen vooral naar de toekomst te kijken. “Natuurlijk is het verschrikkelijk, maar we moeten het toch netjes afsluiten. Daarnaast wil iedereen meedenken over een nieuwe bestemming voor het pand.” Dat is ook nog een heikel punt. RASA heeft een goed technisch podium met een vlakke theatervloer. Ravesteijn: “Het zou doodzonde zijn dat door dit besluit het mooie muziekpodium Pauwstraat zou verdwijnen. De gemeente erkent dat er de laatste jaren veel is geïnvesteerd in het pand. Het zou enorme kapitaalvernietiging zijn als daar de komende jaren geen gebruik van wordt gemaakt.”
RASA wil zich dan ook nadrukkelijk inzetten voor behoud van het podium voor cultuur en met name voor muziek. De stichting is daarom in gesprek gegaan met een aantal belangrijke spelers in de cultuursector. Zij onderschrijven het belang van het podium voor de culturele sector in Utrecht. Bijna de gehele sector, waaronder TivoliVredenburg, dB’s, Ekko, De Helling, Stadsschouwburg, Kytopia, Theater Kikker, Podium Hoge Woerd, Le Guess Who?, Internationaal Literatuur Festival Utrecht, Nederlands Film Festival, SPRING en nog veel meer, roept de gemeente dan ook op om met een nieuw voorstel te komen zodat podium Pauwstraat behouden kan blijven voor de stad.
4 Reacties
ReagerenFantastisch cultuubeleid in de gemeente Utrecht…..not.
Je zou juist zeggen dat verschillende podia verspreid over de stad, allen met een specialisatie, juist enorm goed zijn voor de levendigheid in de stad en de verschillende buurten.
Het argument dat centralisering zoals bij TiVre, een slag in efficiëntie is en goedkoper is, zoals altijd de argumjenten waren, kun je we nu toch echt wel wegwuiven. Het nadeel is wel dat er sinds de komst van dit gerdocht zoveel verspreide cultuur verdwenen is. Zeker podia met een expertie en met name die porgrammering zie je juist in TiVre niet terug.
Rasa heeft de clubjes die rond de concerten hingen geen goed gedaan en kon niet de kern – onafhankelijkheid en motor voor vernieuwing – volhouden.
In het promotieboek van Rasa is geen link te vinden naar die motor kennis -.
Het verdwijnen van de wereldmuziekrecordzaken in de stad moest een belletje luiden en van samenwerking met bijvoorbeeld stichting Emma was geen sprake.
Misschien was Rasa als bruiloftszaal voor bruiloftsmuziek van allochtoon-nieuwkomers beter geweest. Een museum voor allochtone instrumenten is ook nagelaten. Ik heb er teveel spelden horen vallen
RASA wil zich dan ook nadrukkelijk inzetten voor behoud van het podium voor cultuur en met name voor muziek. De stichting is daarom in gesprek gegaan met een aantal belangrijke spelers in de cultuursector. Zij onderschrijven het belang van het podium voor de culturele sector in Utrecht. Bijna de gehele sector, waaronder TivoliVredenburg, dB’s, Ekko, De Helling, Stadsschouwburg, Kytopia, Theater Kikker, Podium Hoge Woerd, Le Guess Who?, Internationaal Literatuur Festival Utrecht, Nederlands Film Festival, SPRING en nog veel meer, roept de gemeente dan ook op om met een nieuw voorstel te komen zodat podium Pauwstraat behouden kan blijven voor de stad. Joost: Een lokaal beleid is anders dan nationaal beleid. Rasa zou als bruiloftszaal meer inkomsten kunnen krijgen
Ben ik de enige die zich hierover verbaasd?
“Ik kende alle vijf vaste bezoekers van RASA bij naam.”
en
“Kreeg Rasa eerst nog 2.250.000 euro, toen werd dat 730.000 euro”