Fentener van Vlissingenhuis: mediterraan cultuurpaleisje aan de Maliebaan | De Utrechtse Internet Courant Fentener van Vlissingenhuis: mediterraan cultuurpaleisje aan de Maliebaan | De Utrechtse Internet Courant

Fentener van Vlissingenhuis: mediterraan cultuurpaleisje aan de Maliebaan

Fentener van Vlissingenhuis: mediterraan cultuurpaleisje aan de Maliebaan
Maliebaan 42, gebouwd in 1882 (foto Arjan den Boer)
In zijn boek Aan de Maliebaan beschrijft Ad van Liempt hoe tijdens de Tweede Wereldoorlog de NSB, SS, SD en vele andere nazi-organisaties aan de Maliebaan huisden. Tegelijkertijd drukten verzetsgroepen er illegale bladen. Eén van de besproken gebouwen is de villa van topindustrieel Fentener van Vlissingen. Deze schonk het pand in 1951 aan de gemeente Utrecht voor culturele doeleinden. Eerst was het een dependance van het Centraal Museum, later de Kunstuitleen. Nu die is verhuisd wil de gemeente het pand verkopen, maar de vraag is of dat wel kan.

In zijn boek Aan de Maliebaan beschrijft Ad van Liempt hoe tijdens de Tweede Wereldoorlog de NSB, SS, SD en vele andere nazi-organisaties aan de Maliebaan huisden. Tegelijkertijd drukten verzetsgroepen er illegale bladen. Eén van de besproken gebouwen is de villa van topindustrieel Fentener van Vlissingen. Deze schonk het pand in 1951 aan de gemeente Utrecht voor culturele doeleinden. Eerst was het een dependance van het Centraal Museum, later de Kunstuitleen. Nu die is verhuisd wil de gemeente het pand verkopen, maar de vraag is of dat wel kan.

Maliebaan 42

De Maliebaan werd in de 17e eeuw aangelegd ter recreatie van studenten. Twee eeuwen later was het een groene woonlaan met statige herenhuizen voor de nieuwe rijken. In 1881 liet de koopmansfamilie Van Notten een villa bouwen op Maliebaan 42. Architect was de Duitser Friedrich Ebert, die eerder aan het Amsterdamse Krasnapolsky werkte en later aan het Scheveningse Kurhaus.

Eberts ontwerp week af van de strakke classicistische gevels die gebruikelijk waren aan de Maliebaan. Hij liet zich door de Italiaanse renaissance inspireren tot een kleurige en rijk gedecoreerde villa. Andere voorbeelden van neo-renaissance in Utrecht, zoals het Academiegebouw, grepen terug op de Hollandse renaissance, maar Maliebaan 42 kreeg een mediterrane uitstraling.

Verschillende bouwhoogtes, materiaalsoorten en stijlelementen wisselen elkaar af. Bakstenen in warme kleuren zijn gecombineerd met zandsteen en hardsteen. De ramen hebben rondbogen of zijn bekroond met frontons. Aan de straatzijde is een erker met balkon. De imposante ingangspartij ligt van de straat afgewend, de deur geflankeerd door pilasters.

Sgraffito uit 1882 aan de Maliebaan 42 (Arjan den Boer)

Een decoratief fries onder de daklijst bevat mythologische figuren, dieren en bloemen. Het is uitgevoerd in sgraffito: een Italiaanse techniek waarbij voorstellingen worden uitgekrast in pleisterlagen met verschillende kleuren. De kleuren steenrood en zalm doen denken aan Oud-Grieks aardewerk. De sgraffito werd in 1882 gesigneerd door M.A. Hendrickx, zo bleek bij restauratie in 1992. Het is de vroegst bekende sgraffito in Nederland, nog vóór het Kurhaus!

Ondernemersfamilie
In 1899 kocht F.H. Fentener van Vlissingen (1849-1918) de villa voor 57.500 gulden. Deze telg uit een ondernemersfamilie was een van de oprichters van de Steenkolen Handels Vereniging (SHV). De Fentener van Vlissingens woonden ‘s winters aan de Maliebaan en ‘s zomers op hun buiten in Vught. In 1902 zal de Lutherse familie gemengde gevoelens hebben gehad toen hun buurpand Aartsbisschoppelijk Paleis werd.

Hoe zag het interieur er begin 20e eeuw uit? Daarvan zijn geen foto’s bekend en veel is verloren gegaan, maar de lambrisering en het vaste meubilair van eetkamer en keuken zijn bewaard — evenals het toilet. Bovendien organiseerde het Centraal Museum in 1985 de tentoonstelling Van de kelder tot de zolder in het pand. De kamers werden heringericht met spullen uit de museumcollectie om een indruk te geven van een woonhuis van een koopmansfamilie rond 1920.

Slaapkamer, heringericht in 1985 (Centraal Museum/Geheugen van Nederland)

De villa had een klassieke indeling: in het onderhuis dienstvertrekken zoals de grote keuken; op de bel-etage de eetkamer, salon, boudoir en studeerkamer; op de verdieping de slaapkamers en op zolder sliepen de kinderjuffrouw en de dienstbode.

Keuken, heringericht in 1985 (Centraal Museum/Geheugen van Nederland)
De keuken in het souterrain anno 2015 (Arjan den Boer)

Frits Fentener van Vlissingen
Nadat in 1918 Fentener van Vlissingen senior overleed was zoon Frits (1882-1962) de hoofdbewoner, samen met zijn vrouw Sophia Schout Velthuijs en hun vier kinderen. Hij liet architect J.W. Hanrath een grote erker aan de achterzijde ontwerpen.

Achterzijde Maliebaan 42 in december 2009 (Kunstuitleen Utrecht/Flickr)

Onder leiding van Frits Fentener van Vlissingen groeide en bloeide de SHV; daarnaast richtte hij kunstzijdefabriek ENKA op. Ook was hij betrokken bij de oprichting van de KLM, Fokker, Hoogovens en de Jaarbeurs. Hij was de belangrijkste en rijkste industrieel van het land.

In de jaren 30 zette Fentener van Vlissingen zich in voor de handelscontacten tussen Nederland en (nazi-)Duitsland. Toen de Duitsers Nederland bezetten veranderde zijn houding. Hij richtte een ondernemersorganisatie op die door de bezetter werd tegengewerkt en weigerde een rol in de Nederlandse Unie.

Tijdens de oorlog verbleef de familie vaak in Vught. In hun Utrechtse villa vond de door de Duitsers afgezette burgemeester Ter Pelkwijk tijdelijk onderdak. Net als de verzetslieden waande hij zich veilig tussen de nazi’s. Toch vond er een inval plaats. Ter Pelkwijk vluchtte door het raam en verschool zich in de tuin, terwijl er een kogel over zijn hoofd floot, zo beschrijft Ad van Liempt.

Museumdependance
Na de oorlog droeg Fentener van Vlissingen de SHV-leiding over aan zijn zoon en besloot Utrecht te verlaten. Als afscheidscadeau bood hij de gemeente z’n villa aan voor culturele doeleinden — een geste zoals die tegenwoordig zelden meer gezien wordt bij topondernemers. Eerder had Fentener van Vlissingen al kunst geschonken aan het Centraal Museum en een half miljoen(!) bijgedragen aan de nieuwe Stadsschouwburg.

In 1951 aanvaardde de gemeenteraad de gift inclusief de voorwaarde het pand “uitsluitend voor culturele of representatieve doeleinden te gebruiken en nimmer voor enig ander doel te bestemmen,” wat in de notariële akte werd vastgelegd.

Veel organisaties meldden zich gretig bij burgemeester De Ranitz, waaronder Genootschap Kunstliefde en de Amateurtoneelunie. De Ranitz gunde het pand echter als dependance aan het met ruimtegebrek kampende Centraal Museum. De hele afdeling Kunst na 1850 zou naar de Maliebaan verhuizen. Sommigen vonden deze ‘opdeling’ inefficiënt of afbreuk doen aan de eenheid; de gemeenteraad ging echter akkoord.

De salon als museumzaal in 1975 (Centraal Museum/Geheugen van Nederland)
De salon in 2015 als tijdelijke vergaderruimte (Arjan den Boer)

Het woonhuisinterieur was door de familie meegenomen of werd verwijderd. In de museumkamers met nieuw wit behang hing kunst aan de muur en stonden vitrines. Er werden vooral wisseltentoonstellingen gehouden.

In 1960 verwierf het museum een interieur van Carel Lion Cachet uit 1910, afkomstig van het Frederiksplein in Amsterdam. Het prachtige plafond, het goudbehang en de meubels werden in de dependance ondergebracht waar ze qua sfeer prima pasten. Dit leidde tot het misverstand dat Lion Cachet het interieur van Maliebaan 42 heeft ontworpen, wat zelfs in de officiële omschrijving terechtkwam toen het pand in 2001 rijksmonument werd.

Lion Cachet-kamer aan de Maliebaan 42, ca. 1975 (Rijksvoorlichtingsdienst/Nationaal Archief)

Ook het glas-in-loodraam in het trappenhuis moet in de museumperiode zijn geplaatst; maker en herkomst zijn onbekend. De wapenschildjes tonen in ieder geval niet het familiewapen van Fentener van Vlissingen. Verder is het een religieuze voorstelling rond Adam en Eva.

Glas-in-loodraam in het trappenhuis (Arjan den Boer)

Kunstuitleen
In 1985, toen de voormalige paardenstallen bij het Centraal Museum werden getrokken, verliet het museum Maliebaan 42. Nieuwe gebruiker werd de Utrechtse Kunstuitleen. De stijlkamer van Lion Cachet verhuisde overigens pas in 1998 naar het museum. Hoewel stijlvol was de locatie echter niet ideaal voor de kunstuitleen. Er was weinig aanloop en velen ervoeren een drempel om de chique villa binnen te stappen.

In 2013 werd Kunstuitleen Utrecht verzelfstandigd tot stichting. De gemeente verhoogde vervolgens de huurprijs, terwijl de kunstuitleen zelf een centraler gelegen, laagdrempeliger locatie wilde. Die is in 2014 gevonden aan de Sint Jacobsstraat. Maliebaan 42 wordt sindsdien als tijdelijke kantoorruimte verhuurd.

Startup-kantoor in de voormalige eetkamer (Arjan den Boer)

Villa verpatst?
De voorwaarde het pand een culturele functie te geven geldt nog altijd. Het zou flauw zijn erop te wijzen dat het tijdelijke gebruik daaraan niet voldoet — alles is beter dan leegstand. Maar in plaats van te zoeken naar een culturele gebruiker wil de gemeente de villa binnenkort verkopen. Dit gebeurt volgens de gemeente in overleg met de familie Fentener van Vlissingen. Toch lijkt verkoop strijdig met de notariële akte, behalve misschien als de koper een cultuurinstelling is. Maar welke organisatie kan dat betalen?

De verkoop past in de trend om kunstinstellingen te verzelfstandigen en vervolgens hoge huren te vragen of de panden te gelde te maken. De villa tegen kostprijs (beheer en onderhoud) verhuren aan een culturele organisatie lijkt mij meer in de geest van de gulle gever.

Utrecht staat vol met vergeten gebouwen: markante panden uit een ver of recent verleden waar iedereen zomaar aan voorbij loopt. Rondleider, publicist en monumentenfreak Arjan den Boer vestigt elke maand in tekst en beeld de aandacht op zo’n gebouw. Het liefst kijkt hij er ook binnen.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

10 Reacties

Reageren
  1. Marcel Gieling

    Dit moet toch wel het 2e boek onder de DUICvlag worden!

  2. Arjan den Boer

    Dank Marcel; er wordt al over nagedacht. We hebben in ieder geval een goed voorbeeld!

  3. Woutr

    Wederom een mooi stukje Arjan, hier kan de rest van de duic redactie een voorbeeld aan nemen,

  4. lex

    @woutr
    Duic is wat mij betreft een verademing als je het vergelijkt met wat er op het www te vinden is.
    Dat Arjan den Boer hier ook te lezen is, zegt wat mij betreft genoeg over DUIC.
    ik ben tevreden 🙂

  5. Utrecht CULTUURSTAD

    Mooi artikel die denk ik bij kan dragen aan het bewust zijn dan Utrecht na Amsterdam in aantal de meeste monumenten heeft van Nederland ( 2e monumenten stad)
    Vele inwoners zijn zich hiervan niet of nauwelijks bewust, of denken dat alleen het centrum van Utrecht onderscheidend is in Nederland.
    De vraag is nu, welke verantwoordelijkheid neemt Utrecht zelf ?
    Kan het wellicht weer een openbare functie krijgen ? Het pand ademt echt de sfeer van die tijd uit, als je er bent geweest ooit heb je dat als bezoeker zeker ervaren.
    Fentener van Vlissingen Museum ? Over het leven van deze belangrijke ondernemer ?

  6. frans

    Wat een warme herinnering roept bij het zien van de “oude “foto’s
    uit mijn kindertijd.
    Mondriaan, Bart van der Lek, en zo heel veel anderen, maar ook de prachtige beeldjes van Mendes da Costa die, met ander werk
    te zien waren in een prachtige vitrinekast.
    Ook Pijke Koch maakt grote indruk op me.
    Dat was alles toen mijn vader leefde, omstreeks 1950.
    Ook gingen we heel vaak de laden met de vlinder bekijken in het gebouw van Staat Bosbeheer iets verderop aan de Prinsessenlaan, als ik me niet vergis.

  7. frand borgers

    OH JA dat zou ik vergeten

    GERRIT RIETVELD, hij liet er de mooiste maquettes zien van woonhuizen.

  8. P. van Mourik

    De Utrechtse stadsgeschiedenis is een van de langste van Nederland. Toch heeft Utrecht niet een volwaardig Historisch Museum. Het Utrechts Historisch Museum zou gevestigd kunnen worden in het Fentener van Vlissingenhuis aan Maliebaan 42. Dat is ook een prachtige ambiance om aan de 19de en 20ste eeuwse aspecten van deze geschiedenis aandacht te geven. De manier waarop deze geschiedenis in het Centraal Museum wordt gepresenteerd in beneden de maat van het belang van die Utrechtse stadsgeschiedenis.
    Ik wijs erop dat het Haags Historisch Museum op een volwaardige manier functioneert naast het Haagse Gemeentemuseum.

  9. PJ

    Het pand lijkt mij uitstekend geschikt als representatieve woning voor Utrechts burgemeesters.

  10. jos stelling

    Inderdaad, weer een plek voor een Utrechts stadsmuseum. Geweldig Arjan den Boer, wat moeten we zonder jou. Alles moet groter, hoger en meer, terwijl de schatten voor het oprapen liggen..

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).