Ondanks mijn studie Geschiedenis blijkt telkens weer wat een gaten er in mijn kennis zitten. Zelfs de vroege middeleeuwen, toch een belangrijk interessegebied, staan niet echt heel helder op mijn netvlies. Nou is dat ook erg lastig, aangezien er uit die tijd verdraaid weinig bronnen zijn. En als ze er zijn, dan zijn het vaak kronieken geschreven door kloosterlingen, die nu niet bepaald een onbevooroordeelde blik op gebeurtenissen gaven. Gelukkig zijn er specialisten die zich een levenlang in een bepaalde periode vastbijten, alles lezen wat los en vast zit, om er vervolgens een mooi boek over te schrijven. Zo’n verhelderend en nuttig nieuw boek is De Franken in België en Nederland, geschreven door Luit van der Tuuk. Het boek gaat over heersers in de vroege middeleeuwen, maar maakt voldoende zijsprongetjes om een goed overzicht te krijgen van wat er bekend is over de tijd tussen het vertrek van de Romeinen en de dood in 929 van de laatste echte Karolingische vorst, Karel de Eenvoudige. Waarbij uiteraard de Lage Landen telkens zoveel mogelijk centraal staan. Wat was de link van de besproken heerser met ons gebied? Kwam hij er wel eens, en wat speelde zich hier af? Dat is niet voor iedere heerser even duidelijk, maar naarmate we vorderen in de tijd, worden de bronnen gelukkig steeds iets uitgebreider. Bovendien laat Van der Tuuk behalve de papieren getuigenissen ook de archeologische vondsten spreken. Als er in een bepaald gebied veel zwaarden van een bepaald type gevonden worden, kun je redelijkerwijs vermoeden dat de eigenaren van die zwaarden hier ook – al dan niet tijdelijk – vertoefden.
Kraamkamer van het imperium
Hoewel het gebied van het huidige België en Nederland oorspronkelijk de kraamkamer was van het Frankische imperium – hier kwamen de eerst Salische Franken vandaan en hier werden veel Merovingers geboren – zou het al snel aan de periferie komen te liggen. Lang bleef de oude Romeinse rijksgrens, de limes, in stand, en golden er boven de grote rivieren andere wetten en regels dan eronder. Utrecht komt in het boek vooral om de hoek kijken als missionarissen voet aan wal zetten in het rivierengebied. Het oude Romeinse Trajectum werd in de zevende eeuw een christelijke uitvalsbasis, gesteund door de Keulse bisschop die samenwerkte met Frankische vorsten. Dat ging niet altijd vlekkeloos; soms was er weer decennialang geen christelijke aanwezigheid in Utrecht. De kerk in Utrecht dankte het meest aan de steun van de Angelsaksische monnik Bonifatius. Na diens dood in 754 speelde Utrecht als bisdom echter tot de tiende eeuw geen rol van betekenis meer. De grote rivieren, grensgebied tussen ‘christelijke’ Franken en ‘heidense’ Friezen, waren verder lange tijd uitermate belangrijk voor de handel. Centra als Dorestad en Tiel beleefden hun finest hour in deze tijd.
Een groter kader
Wat in De Franken in België en Nederland heel helder geschetst wordt is de ontwikkeling van dat Frankische rijk, en het ontstaan van de machtsbases die in de latere middeleeuwen bekende politieke eenheden zouden worden: Frankrijk, het Heilige Roomse Rijk, het graafschap Vlaanderen, het bisdom Utrecht. Duidelijk wordt hoe de diverse delingen van het rijk, na de dood van Karel de Grote, hier verantwoordelijk voor zijn, en waarom de grenzen lopen zoals ze eeuwenlang zouden lopen. Het boek plaatst daarmee onze Utrechtse geschiedenis in een duidelijk en helder groter kader. Waarmee er weer een aantal leemten in ieder geval mijn kennis zijn opgevuld.
De Franken in België en Nederland is rijk geïllustreerd: afbeeldingen van de vorsten, archeologische vondsten en een aantal kaarten. Het boek bevat 303 pagina’s en een duidelijke index.
Luit van der Tuuk, De Franken in België en Nederland. Heersers in de vroege middeleeuwen, Omniboek 2016, isbn 978 9401 909 129
4 Reacties
ReagerenDank je wel voor dit boeiende artikel Mariëlla.
De Franken waren dus allochtonen..?
Staat alvast op mijn verlanglijstje voor Sinterklaas. bedankt voor dit artikel!
“waarom de grenzen lopen zoals ze eeuwenlang zouden lopen”… Dit is een misvatting. Zie https://youtu.be/ymI5Uv5cGU4 al is er op de filmpjes van Ollie Bye ook het nodige af te dingen. De naties zoals wij die tegenwoordig zien, zijn voor het grootste deel een ontwikkeling van de 19e eeuw. Bv in 17e eeuwse kranten staat al nieuws uit Italië. Men bedoelt dan het schiereiland, dat tot Garibaldi bezaaid was met stadstaatjes. Verdiep u bv ook eens in het ontstaan van nationale talen. Het Nederlands, het Duits, het Engels, het Frans, het Italiaans zijn resultaten van die natievorming en nog lang niet zo algemeen als we gemakshalve graag denken. Fries, Limburgs, Waals, Chti, Welsh, Bretons, Siciliaans etc zijn nog altijd de talen waar veel Europeanen mee opgroeien.