De jaren zeventig waren definitief voorbij met de komst van spiegelende kantoorpaleizen naar Amerikaans voorbeeld. Het eerste grote glazen kantoorgebouw van Nederland was in 1983 het hoofdkantoor van de Rabobank, ook wel de Spiegelburcht genoemd. Sinds de toevoeging van de 105 meter hoge Rabotoren uit 2011 is het oorspronkelijke gebouw enigszins naar de achtergrond verdrongen.
Na de fusie tussen de coöperatieve Raiffeisen- en Boerenleenbanken werd het oude hoofdkantoor aan de Sint-Jakobsstraat te klein. In 1980 begon de bouw aan de Kruisvaart, naast de (oude) Generaal Knoopkazerne en nabij het station. Vanwege de gevoelige apparatuur in het nabijgelegen computercentrum van de NS kon er niet geheid worden en werd een diepwandconstructie toegepast. De plattegrond vormt een open vierkant (waarin de Kruisvaart eindigt) met een zijvleugel richting Croeselaan. De acht kantoorverdiepingen boden plaats aan 1.700 medewerkers, nog afgezien van de ondergrondse parkeergarage en stenen onderbouw met dienstruimtes. De totale kosten bedroegen bijna 200 miljoen gulden.
De keuze voor glazen gevels kwam niet alleen voort uit de wens dat het gebouw representatief moest zijn voor z’n tijd. De Rabobank wilde ook een laag energieverbruik. Dat vereiste geïsoleerde betonwanden met kleine ramen. Om een ‘sombere burcht’ te voorkomen werd het beton bekleed met spiegelglas. Volgens de architect, Ton Fichtinger, heeft glas een ‘oplossend vermogen’ en geeft het een minder massaal karakter. ‘Het ontmaterialiseert. Kijkend naar het gebouw van een afstand heb je er eigenlijk geen flauw benul van hoe groot het is.’ Deze glastoepassing was heel anders dan bij het hoofdkantoor van de Zwolsche Algemeene in Nieuwegein, dat tegelijkertijd werd gebouwd. Daar werd voor het eerst constructief (dragend) glas toegepast. Overigens zag de Rabobank zich genoodzaakt omwonenden aan de Croeselaan zonwering te verstrekken vanwege de weerkaatsing.
Luchtkasteel
Architect Fichtinger was van het ingenieursbureau van de Nederlandse Spoorwegen uit Amersfoort: Articon (ARchitectuur, Technische Installaties en CONstructies). Behalve stations en bruggen deed dit bureau ook externe opdrachten. De NS stelde inschakeling van Articon als voorwaarde aan de langdurige erfpacht van de grond aan de Croeselaan. Hetzelfde gold voor deelname van NS-aannemer Strukton, al waren ook BAM en Ballast Nedam deel van de ‘Rabobouwcombinatie’.
Om het bankgebouw een uitgesproken vorm te geven, schakelde Fichtinger de beeldhouwer en omgevingskunstenaar Bas Maters in. Kort daarvoor hadden zij samengewerkt aan het PTT-gebouw in Arnhem, waar Maters een wand hellend plaatste om de hemel te weerspiegelen. ‘Beeldende kunstenaar corrigeert architect’, schreef een krant daarover. ‘Integratie van architectuur en beeldende kunst? Het doet eerder een overwinning vermoeden van de kunstenaar op de architect.’ Zo lijkt het ook in Utrecht te zijn gegaan: Maters claimde achteraf het ontwerp praktisch als het zijne, terwijl de Rabobank hem slechts had ingeschakeld voor de ‘coördinatie van de kunsttoepassing’.
De titel die Maters aan ‘zijn kunstwerk’ aan de Croeselaan gaf, luidde ‘Een luchtkasteel tot werkelijkheid maken’. De Volkskrant oordeelde over de samenwerking: ‘Het lijkt erop dat de architect zich door een adviseur heeft laten meeslepen in een richting, die niet geheel de zijne was, en dit pas gemerkt heeft toen hij niet meer terug kon’. Toch vond Maters dat hij veel water bij de wijn had moeten doen. ‘Indertijd heb ik de naam van een drammer gekregen, aangezien ik het niet noodzakelijk achtte aan bezuinigingen toe te geven’, blikte hij terug. Als voorbeelden noemde hij de ‘magere’ luifel voor de entree en de ‘tuttigheid’ van het basement.
Ruimteschip
Vaak wordt gedacht dat het gebouw een driedimensionale versie is van het toenmalige Rabobank-logo. Dat is zeker niet letterlijk zo, hoewel de aflopende vormen met ‘afgeknepen hoekjes’ wel doen denken aan het logo en bijbehorende ‘stijve, preutse lettertype’, zoals een criticus het formuleerde. Volgens Bas Maters was het een symbolische verbeelding van de decentrale organisatie van de Rabobank. Het bakstenen basement staat voor het fundament van de bank: de klanten. Een tussenlaag van celvormige elementen (een soort witte containers als vergaderruimtes) stelt het netwerk van lokale banken voor. ‘En de glazen overkoepeling met daarin kantoren en directie spreekt natuurlijk voor zich.’
De ‘Spiegelburcht’ was spraakmakend, maar ook controversieel. Tom Maas schreef in NRC: ‘Hoe dichterbij men komt hoe onaangenamer de sfeer wordt: de surrealistische landing van een glazen ruimteschip op een negentiende-eeuwse bakstenen fortificatie, waarbij camera’s de omgeving bespieden.’ Inderdaad was het kantoor niet alleen voorloper in glasgebruik, maar ook wat betreft grootschalige toepassing van bewakingscamera’s. Ook daarmee was het kenmerkend voor z’n tijd.
Architectuurhistoricus Bettina van Santen, die eventuele nieuwe gemeentelijke monumenten inventariseert, vindt het een bijzonder gebouw. ‘Het behoort tot een steeds kleiner wordende groep van grote spiegelkantoren in Nederland. Door het weerspiegelen van de lucht in de gevels en de getrapte hoogte-opbouw, oogt het niet als een standaard kantoorkolos. Ook de omarming van de Kruisvaart aan de achterzijde is geslaagd, al zien de meeste Utrechters die kant niet snel.’
In de serie ‘Nieuwe monumenten 1970-2000’ bespreekt Arjan den Boer gebouwen die eventueel in aanmerking komen als nieuwe gemeentelijke monumenten; ze zijn dat dus nog niet. De gemeente Utrecht rondt eind 2020 een inventarisatie af, waarna besluitvorming zal volgen.
12 Reacties
ReagerenHet lelijkste gebouw van Utrecht krijgt een beschouwing in DUIC?
Tjonge, dat is echt niet verdiend.
Dank aan Arjan den Boer voor dit artikel.
Nog een paar punten:
– Eigenlijk heeft de Rabobank geen hoofdkantoor, maar heet het ‘Centrale Bank’ en sinds 1980 ‘Rabobank Nederland’.
– De Rabobank is niet in één stap van de St. Jacobsstraat naar de Croeselaan gegaan. Tussen 1978 en 1985 hield de Rabobank kantoor in Hoog Catharijne, in het Gildenkwartier en gebouw Singelborch.
– Oorspronkelijk moest de glaswand van het glazen gebouw aan de Croeselaan een honingraatstructuur krijgen. De coöperatie verbeeldend. Dit werd echter te duur en is niet doorgegaan.
– De erfpacht aan de Croeselaan is inmiddels verandert in eigendom.
– Het beeld met de drie paardenhoofden (1990), wat voor de ingang staat, heet ‘Kijken denken en doen’ en wil aangeven waar men in het gebouw mee bezig is….. 😉. Beeldhouwer is Eric Claus.
– Aan de overkant van het spoor staat het NS hoofdkantoor. Ook van architect Fichtinger en uit de jaren ’80. Daarom aardig om de twee gebouwen met elkaar te vergelijken. Maar dat laat ik graag aan Arjan den Boer over.
In het Rabo-complex, tussen het stationspostkantoorgebouw (nu appartementen) en het PUEM-gebouw (nu Rabo-kantoor) staat – enigszins verstopt – een grijze doos. De Rabo gebruikt dit voor vergaderingen, presentaties en andere grote bijeenkomsten. Van binnen is het prachtig, maar de buitenkant vraagt om verduurzaming en vergroening. Zonnepanelen op dak en groene wanden, desnoods met een paar bruidssluiers.
Allergaatje van van alles en nog wat. Ondanks de nieuwe luifel die voor wat rust moet zorgen, nog steeds een rommelig geheel..
Over jaar of 25 kan dat vele gebied plat voor CU2050, dan hebben we vast mooie en betere ideeën.
Mooi? Lelijk? Dat is aan de aanschouwer. Groot? Zeker! Bijzonder? Ik denkt van wel. De moeite van het conserveren waard.
Bedankt Arjan voor wederom een interessant artikel!
@Hadjemaar, dus alles wat groot en bijzonder is conserveren?
Dan had half Utrecht volgestaan met grote bijzondere gebouwen waar we echt niet blij van worden.
Schande dat de Generaal Knoopkazerne gesloopt is.
@Flip — Ach, de Generaal Knoopkazerne. Inmiddels lang geleden, maar ik ben er ooit gekeurd voor de militaire dienst. De anekdotes die ik aan die dag heb overgehouden komen wel een andere keer 😃 Overigens stond die kazerne niet op het Rabo-terrein, maar waar nu het Rijkskantoor staat.
Altijd leuk om de architectuur artikelen van Arjan de Boer hier op DUIC te lezen. Arjan, bedankt weer voor deze toelichting op het RABO kantoor.
Ik vind het wel een vet pand. Goed in verhouding en lekker 80’s!!!
@herman:
Precies.
Daarom is het een godszegen geweest dat De Utrecht gesloopt is. Duidelijk een pand dat de stad kon missen als kiespijn: Groot, bijzonder, kortom, slopenswaardig. Of was dat nu net één van de panden die groot en bijzonder waren, die *wel* bewaard hadden moeten blijven?
Tijden veranderen. Fouten hebben een levensduur van 1, hooguit 2 generaties. Daarna zijn ze, op oma en opa na, vergeten. En nog’ns 50 jaar later staat er iemand met kromme tenen te kijken hoe het rabo-hoofdkantoor met de grond gelijk gemaakt wordt, zich afvragend waarom dergelijke historische gebouwen simpelweg gesloopt worden. We zijn allemaal passanten.