De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Dit keer gaan we op zoek naar het tuinbouwverleden van Utrecht. Aan de rand van de stad lagen tuinbouwbedrijven. Door de stadsuitbreidingen zijn deze tuinderijen opgeslokt door de stad. Akkers en erven werden volgebouwd. De tuinderijen verloren hun functie. In 1989 is er een inventarisatie gemaakt van hovenierswoningen in Utrecht. De wandeling gaat langs een klein gedeelte ervan.
We beginnen bij station Vaartsche Rijn en lopen langs de Oosterkade. Bij nummer 7 zien we, witgepleisterd en met afgeschuind dakvlak, een boerderij, daterend uit de achttiende eeuw. In 1910 zijn er drie woningen van gemaakt. Door de vorm van het dak en de ruime tuin, is het duidelijk dat dit vroeger een boerderij is geweest. We gaan rechts langs het Ledig Erf, via de Tolsteegsingel, de brug over. Eenmaal overgestoken lopen we meteen naar rechts en daarna linksaf de Abstederdijk in.
Bebouwd
Hier, in Abstede, lagen ooit landerijen die vol stonden met groenten. We steken het spoor over om de Abstederdijk te vervolgen. Nummer 187a is een voormalige boerderij uit 1884 met rechts het woongedeelte. Links bevond zich de stal, die in 1920 werd verbouwd tot woonhuis. Sla linksaf de Minstraat in en ga de Minbrug over. Meteen erna links aan de overkant in de Zonstraat zien we een huis met een prachtige gevel, dat over de rooilijn staat. Zonstraat 44 was een boerderij uit omstreeks 1700. In die tijd liep er waarschijnlijk een zandweg. In de verte zien we een gebouw dat eveneens afwijkt van de rooilijn. Het gaat om nummer 23-25, met een gevelsteen ‘De Zon’, rond 1750 gebouwd als boerderij. Het pand is in de negentiende eeuw gesplitst, waarbij het linkerdeel een wasserij werd maar het rechterdeel bleef boerderij. Beide bedrijven maakten gebruik van de Minstroom, die achterlangs stroomt.
Eeuwenoude erven
Rechts voorbij ‘De Zon’ bevindt zich een steegje naar de Minstroom. We zien een groen gebied dat eeuwenlang de ‘groentetuin van Utrecht’ was. Nu zijn er mooie moestuinen waar particulieren hun groenten kweken. Tussen de tuinen door volgen we de Minstroom. Bij het eerste bruggetje gaan we het watertje over en slaan rechtsaf. Uiteindelijk komen we bij de Abstederdijk uit. We gaan rechtsaf de Parallelweg op, lopen de trap af over het parkeerterrein en gaan tussen de woningen door. Ooit was dit een boerenerf. We lopen recht op de hovenierswoning af die rechts voor ons staat: Maliesingel 74-74a. Tussen de deftige villa’s valt dit huis op, met bakstenen muren, aan de zijkant een grappige trapgevel en dichtgemetselde spitsbogen. Het is een schoolvoorbeeld van Utrechtse neogotiek en gebouwd in 1872 door A. Tepe (1840-1920). Opmerkelijk is dat deze boerderij in dezelfde tijd gebouwd is als de herenhuizen. Deftigheid en boerenbedrijf konden naast elkaar bestaan, al werd ook hier de tuinbouwgrond later bebouwd. We gaan rechtsaf langs de Maliesingel, het spoor over en linksaf de Oosterstraat in, die uitkomt op de Oudwijkerdwarsstraat, die we links ingaan om nog meer tuinbouwsporen te vinden.
Sporen tussen doorgangen
Ook Oudwijk was in de negentiende eeuw tuin- en landbouwgebied. Sinds een eeuw staan er huizenrijen in het gelid aan rechte straten. Bij de Bolstraat gaan we linksaf. Bij Bolstraat 18 valt meteen op hoe groen het er is. Een huis uit 1880 ligt verscholen achter de bomen. Inmiddels weten we dat het om een voormalige hovenierswoning gaat. Bolstraat 12 -16 was ook een hovenierswoning. De straten die we gaan bewandelen, omsloten vroeger een groot tuinbouwgebied, dat begin vorige eeuw is volgebouwd met woningen. De Bolstraat gaat over in de Wagenstraat. Naast nummer 7 is een doorgang te zien naar twee voormalige opslagschuren uit de tuinbouwtijd. Het is nog steeds een open ruimte. Eenzelfde soort doorgang zien we nadat we rechtsaf zijn gegaan, tussen Bloemstraat 13 en 15. De doorgang voert naar een gemeenschappelijke tuin, die oorspronkelijk een tuinbouwgebied was.
Kenmerken herkennen
We lopen de Bloemstraat verder uit, steken de Oudwijkerstraat over om de Bloemstraat te vervolgen, slaan rechtsaf de Bankstraat in en dan linksaf de Paarlstraat in om uit te komen op de Nicolaasweg, die we links ingaan. Bij Nicolaasweg 14 zien we de inmiddels bekende kenmerken: een huis dat ten opzichte van de rooilijn afwijkt, vrij veel ruimte rondom, gelegen in voor Utrechtse begrippen veel groen, mooie vensters en een andere bouwstijl dan de omliggende huizen. Ook hier woonde vroeger een hovenier, met kassen op het achterliggende terrein. Het bedrijf is na de Tweede Wereldoorlog opgeheven en er staan nu garages. De Nicolaasweg gaat over in de Van Limburg Stirumstraat. We staan voor het Wilhelminapark dat in 1898 is geopend door koningin Wilhelmina. Met de vijver links komen we tenslotte aan bij een ‘boerderij’, die nooit als zodanig heeft gefunctioneerd, maar gebouwd is als theehuis. Hoewel er honderden tuinbouwwoningen in Utrecht staan, en er nog meer over valt te ontdekken, eindigt hier de wandeling.
Tekst: Ester Smit
Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht.
Je kunt hier lid worden van Oud-Utrecht.
5 Reacties
ReagerenPrachtige foto’s.
Jammer dat de mensen van Oud Utrecht niet verder zijn gegaan in hun speurtocht naar Hoveniers in Utrecht , want langs de Vecht en rondom de Rooie brug zaten ook heel wat Hoveniersfamilies …o/a. de familie’s Verheul , van der Steen De Rijk Kinnegim , van Oort , de Groot , Bakker , Jongerius en Miltenburg ….
Tussen de zonstraat en abstederdijk, bij de minbrug, zat vroeger bloemen winkel Emmelot ,hadden ook grote kasten staan ,daar zijn nu de volkstuinen.
Als ik naar de foto van de hovenier in de Notebomenlaan kijk , dan denk ik dat zijn naam Bergsteijn was ….
Superleuk die wandelingen. Ik heb er nu een aantal gedaan. Om meer beeld te hebben van tevoren van de wandeling zelf zou ik het fijn vinden als er een overzichtskaartje van de route bij zou staan.