Utrecht volgens directeur van Museum Catharijneconvent Marieke van Schijndel | De Utrechtse Internet Courant Utrecht volgens directeur van Museum Catharijneconvent Marieke van Schijndel | De Utrechtse Internet Courant

Utrecht volgens directeur van Museum Catharijneconvent Marieke van Schijndel

Utrecht volgens directeur van Museum Catharijneconvent Marieke van Schijndel
Museumdirectrice Marieke van Schijndel
Marieke van Schijndel (44) is sinds 2010 directeur van Museum Catharijneconvent. Het museum voor religieuze kunst is gevestigd in het oude klooster dat ook het Catharijneconvent heette. De nieuwste tentoonstelling, Bij ons in de Biblebelt, wordt druk bezocht en is nog tot en met 22 september te zien. We vroegen Marieke wat haar baan zo leuk maakt en wat haar mooiste herinnering is aan Utrecht.

Marieke van Schijndel (44) is sinds 2010 directeur van Museum Catharijneconvent. Het museum voor religieuze kunst is gevestigd in het oude klooster dat ook het Catharijneconvent heette. De nieuwste tentoonstelling, Bij ons in de Biblebelt, wordt druk bezocht en is nog tot en met 22 september te zien. We vroegen Marieke wat haar baan zo leuk maakt en wat haar mooiste herinnering is aan Utrecht.

Hoe is het om de baas van dit museum te zijn? 

“Ik vind het fantastisch om hier met deze collectie en vooral met deze mensen te werken. Zij worden elke dag weer wakker en denken: ik ga een mooi verhaal vertellen. Dat is erg inspirerend. Er werken hier zo’n 65 mensen en daarnaast een geweldige groep van ongeveer veertig vrijwilligers. Voor mij is dit het interessantste museum van Nederland. Verder denk ik er eigenlijk nooit echt op die manier over na, dat ik de directeur ben. Dat geldt ook voor hiërarchie: ik wil niet dat er te veel lagen tussen mij en de mensen zitten. We hebben een organisatie met professionals. Als ik zou moeten zeggen wat zij moeten doen, zeg ik altijd: zij weten zelf veel beter wat ze moeten doen.”

Wat vind je zo leuk aan deze baan?

“Ik vind het gaaf als mensen geïnteresseerd zijn en zich verdringen om een tentoonstelling te zien, zoals nu met de Biblebelt-tentoonstelling. En dan vervolgens een discussie met elkaar voeren over wat ze ervan vinden, wat ze raakt, inspireert, stoort en uitdaagt. Dat vind ik te gek om te zien. En zeker bij deze tentoonstelling waar een gemengd publiek op afkomt. Iets anders waar ik elke dag weer blij van word, is als ik ’s ochtends vroeg het museum binnenloop via de dienstingang. Dan loop ik via de museumzaal naar de kantoren en valt het ochtendlicht op een geweldige manier op de Gethsemanegroep – een beeldengroep. Als je daar dan in je eentje loopt, is het een magisch moment. Het maakt me elke keer weer gelukkig dat ik met zo’n prachtige collectie mag werken.”

Hoe zijn jullie begonnen met de Biblebelt-tentoonstelling? 

“Onze collega Tanja Kootte wilde deze tentoonstelling al heel lang maken, maar dat is best een uitdaging. Wat laat je dan zien? Ze is er jaren in gedachten mee bezig geweest. En toen er een concreet voorstel lag, dacht ik: dat moeten we doen. Er zijn zoveel vooroordelen. Dat maakte het interessant om een tentoonstelling te maken waarin we ons echt hebben verdiept in het leven van mensen in de Biblebelt: wat hen inspireert, waar ze mee bezig zijn en wat hen onderscheidt van andere delen van Nederland. In het Reformatorisch Dagblad stond: deze tentoonstelling is met veel liefde gemaakt. En zo is het.”

Waar ga je je de komende tijd mee bezighouden? 

“Er komt in oktober een nieuw project aan: North & South. We halen de mooiste middeleeuwse stukken uit Noorwegen en Spanje naar Utrecht. Het is vroege middeleeuwse kunst: stukken uit de twaalfde en dertiende eeuw die nog nooit hebben gereisd of samen zijn getoond. Kunst die niet meer is te zien in Nederland, maar achter de fjorden en de Pyreneeën wel goed bewaard is gebleven. Heel bijzonder.”

Waar beleef je de leukste avond in Utrecht?

“Het allerliefst ga ik eten met vrienden. Ik ben laatst voor het eerst in de watertoren geweest, in WT Urban Kitchen. Het was dertig graden en we zaten buiten. En natuurlijk hoog. We waanden ons bij wijze van spreken in Spanje. Aan het begin was het nog warm, maar het koelde af. Het eten was heerlijk, je keek uit over de stad en het gezelschap was fantastisch.”

Waar haal je je inspiratie vandaan in Utrecht?

“Ik moet direct denken aan Anton Geesink. Ook door de WK Judo eind augustus in Japan. Die man was echt indrukwekkend. Dat moet toch iets geweldigs zijn geweest: een Utrechter helemaal in Japan die iedereen van de mat veegt. Dat je een sport zo kan veranderen, vind ik heel inspirerend. Ik heb hem nooit gekend, maar het was wel iemand die durfde te dromen. En dat vind ik een belangrijke inspiratiebron voor Utrecht. Het grote denken mis ik hier weleens. Groot denken is één ding, maar groot doen is weer een tweede. Anton Geesink deed het in ieder geval.”

Wat is jouw mooiste herinnering aan Utrecht?

“De eerste keer dat ik meeliep met de Sint Maarten Parade. Ik liep samen met mijn zoon, hij was toen negen. De route ging toen nog langs de singel. De stad was zo donker en we liepen daar met die grote sculpturen en mooie muziek. En mijn zoon zei: ‘Alle mensen zijn vrolijk’. Dat vond ik een bijzonder moment. Aan de ene kant zag je de schoonheid van de stad, wat kunst kan doen, en aan de andere kant de schoonheid van de mensen wanneer ze samen iets ervaren.”

Utrecht is… 

“… de stad naar m’n hart.”

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).