Verdwenen Horeca: Black Horse Bar aan de Drieharingstraat Verdwenen Horeca: Black Horse Bar aan de Drieharingstraat

Verdwenen Horeca: Black Horse Bar aan de Drieharingstraat

Verdwenen Horeca: Black Horse Bar aan de Drieharingstraat
The Black Horse Bar, 1978 (Het Utrechts Archief)
Dit is een herpublicatie van de serie Verdwenen horeca in Utrecht. Krijg je geen genoeg van deze verhalen over de Utrechtse horeca? Deze artikelen en meer worden gebundeld in een boek. Mooi als cadeau, of voor op de koffietafel. Steun dit project door het boek nu te bestellen.

Dit is een herpublicatie van de serie Verdwenen horeca in Utrecht. Krijg je geen genoeg van deze verhalen over de Utrechtse horeca? Deze artikelen en meer worden gebundeld in een boek. Mooi als cadeau, of voor op de koffietafel. Steun dit project door het boek nu te bestellen.

De Drieharingstraat is nu een uitgaansstraatje met bijna alleen horeca. In de 20e eeuw was de samenstelling veel gevarieerder, maar ook toen waren er al café’s. Zo zat hier decennialang de legendarische Black Horse Bar, die behalve als verdwenen horeca ook als verdwenen museum kan gelden. De uitbater was namelijk een verwoed verzamelaar. De naam Black Horse had een lange voorgeschiedenis.

25 april 1929 was een bijzondere dag voor de 22-jarige Antonius Johannes Marchal (1907-1974). Hij trad toen niet alleen in het huwelijk met Adriana van Norden, maar nam ook het café van zijn vader over, Het Zwarte Paard geheten. Dit koffiehuis annex café-biljart stond al meer dan een eeuw op de hoek van de Weerdsingel Westzijde en de Amsterdamsestraatweg, tegenover Paardenveld.

De Tweede Wereldoorlog had veel gevolgen voor de zaak. In 1943 bouwden de Duitsers het vrijstaande, strategisch gelegen café om tot bunker (mitrailleursnest) door het binnen met zeer zwaar beton te versterken. Het Zwarte Paard verhuisde naar een nieuw pand aan de Catharijnesingel 21a, hoek Leidseveer. ‘Het imposante buffet met paneelen versierd van ingelegd hout, de handige bar, de schouw en de prachtige collectie oude bierpullen, zijn de opvallendste momenten van de nieuwe ruimte’, schreef het Utrechtsch Nieuwsblad. Een jaar later werd dit pand zwaar beschadigd bij het geallieerde bombardement op het station, bedoeld tegen Duitse wapentransporten. Er vielen doden, maar de Marchals overleefden het. Na de bevrijding begonnen zij op een nieuwe plek bij het Vredenburg: Drieharingstraat 1, een woonwinkelpand uit 1887. De oude naam Het Zwarte Paard kreeg een nieuwe draai door het etablissement The Black Horse Bar te noemen.

Museum

De bar stond al snel bekend als ‘het gezelligste museum van Utrecht’ vanwege het overvolle interieur met antiek en curiosa. ‘De bezoeker, die het intieme zaakje binnenkomt, zal wellicht eerst even met de ogen knipperen’, schreef een Rotterdamse krant in 1958 onder de titel ‘Een établissement met 1500 curiositeiten’. Marchal gaf de verslaggever een rondleiding. ‘We begonnen bij de bierpullen: er hangen er in de bar 450 stuks en ze zijn allemaal verschillend, zodat deskundig tasten en bekijken al terstond heel wat tijd in beslag nam.’ Om te vervolgen: ‘Van de pullen gaan we naar de speeldozen, prachtige, vaak eeuwenoude instrumenten, gemaakt door handwerklieden die hun vak verstonden. Fijntjes tingelen de oude walsjes door de bar: de mechaniekjes zijn nog feilloos. De heer Marchal heeft ze uit binnen- en buitenland gehaald.’

Maar er was meer, nog afgezien van de vele klokken. ‘De verzameling van de heer Marchal omvat nog talloze andere dingen. Asbakken, merkwaardige boeken, kandelaars, flessen en beeldjes. “Napoleon heb ik 160 keer”, vertelt hij en waarachtig, daar staat de kleine korporaal in 160 verschillende houdingen en vervaardigd uit gips, brons, porselein, hout, steen en zilver. In een schrijn ligt een stukje brood, waaraan H.M. Koningin Wilhelmina nog heeft geknabbeld toen zij in 1892 op bezoek was in het Haarlemse stadhuis en in diezelfde schrijn vinden we een peuk van de heer Winston Churchill.’

The Black Horse Bar, 1972 (Het Utrechts Archief)

In de smalle steeg viel de zaak niet erg op, daarom liet Marchant een luifel maken en plaatste daarop twee zwarte kermispaarden. Ook kwam er een moderne neonreclame. Niet alleen journalisten — inclusief buitenlandse filmploegen — wisten de bijzondere bar te vinden, ook het Utrechtse publiek en bezoekers van de Jaarbeurzen op het Vredenburg. ‘Het is er zowel des middags als des avonds zeer druk’, schreef het UN in 1953. ‘Er heerst een prettige, intieme sfeer, die nog verhoogd wordt door de prettige, beschaafde muziek van de pianist Eef Mulder, die tal van aardige, goed in het gehoor liggende melodietjes speelt.’ Ook Eugene Charmon was verbonden aan de Black Horse Bar; hij speelde er behalve accordeon en piano op de Clavioline, een vroege synthesizer. The Black Horse adverteerde in die tijd als ‘De bar van Utrecht’ en de barkeeper P. van Kordelaar won in 1958 een landelijke prijs voor de beste cocktail, ‘Pionier’ genaamd (Drambuie, Curaçao, wodka ‘en een kers’).

Drugsbende

In 1969 vierden Anton en Adriana hun dubbele 40-jarig jubileum met een receptie in de bar. Vijf jaar later overleed Marchal op 67-jarige leeftijd. De zaak werd voorgezet door zijn zoon Ton Marchal (achter de bar op de foto) en diens vrouw Ria. Vanaf 1980 werd de bar gerund door het echtpaar De Klerk en vervolgens door John Poot. Het interieur bleef aanvankelijk in tact, maar in 1984 constateerde een bezoeker dat de boel enigszins was ‘opgeruimd’. De verzameling werd deels geveild by Sotheby’s. Ook verdwenen de paarden van de luifel. Toen Poot de bar in 1991 verkocht, kwam deze in criminele handen. De bende van hasjsmokkelaar Bertus K. (‘de koning van het Utrechtse woonwagenkamp’) kocht horecazaken op om drugsgeld wit te wassen. De zaken zelf voldeden aan de regels en trokken normaal publiek. In 1994 werd K. gearresteerd en veroordeeld, al was de opsporing door het Interregionaal Recherche Team (IRT) omstreden. Na deze affaire verdween de naam Black Horse en begon Theo Burger er het café De Steeg. Tegenwoordig is het pand onderdeel van burgerrestaurant Firma Pickles.


Ken jij de verhalen achter de Utrechtse horeca uit de 20e eeuw? Arjan den Boer en Ton van den Berg maken samen een boek over de verdwenen horeca uit deze periode en hebben daarbij jouw hulp nodig! Lees hier meer en bestel alvast een boek.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

5 Reacties

Reageren
  1. Adriaan Hendriks

    Fantastisch interieur was het: er was geen stukje muur meer zichtbaar eind zeventiger jaren. Koffie werd opgediend op een dienblaadje, compleet met brandend kaarsje en een glaasje water.

  2. b.h.pieters

    zo,n heerlijke club, altijd gezellig zo nu en dan een pianist met zachte achyergronmuziek, guden herinneringen jaren 1969, pal daar tegenover het kantoor van mijn vader het Kadaster, gingen ze samen eens in de zoveel mndn een pilsje pakken na het werk!

  3. Peet

    Prachtig verhaal
    Complimenten

  4. Geenstijl@Utrecht

    Mooi stuk weer Arjan, 👍🏻

  5. Fred

    Heuh is de black horse bar weg?!?!

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).