Utrecht kende rond 1925 meerdere katholieke gebouwencomplexen waar kerk en school innig verweven waren. Voorbeelden zijn de verdwenen Ludgeruskerk en -school in Zuilen en de nog bestaande Gertrudiskerk en -school in Rivierenwijk. Maar nergens stond de school zo dicht tegen het kerkgebouw aan als aan de Bosboom Toussaintstraat in Nieuw-Engeland. De OLV-van-Goede-Raad en de Thomas a Villanovaschool vormden feitelijk één bouwwerk. Ze waren ontworpen door de broer van de pastoor. In 1993 is het hele complex gesloopt.
In 1903 was aan de Kanaalstraat de Antoniuskerk gebouwd voor de nieuwe wijk Lombok en omgeving. Ruim tien jaar later was deze kerk alweer te klein en werd er opnieuw een bouwpastoor aangesteld, de augustijner pater Franciscus Xaverius Dominicus Duynstee (1873-1941), ‘een krachtfiguur met een groot oratorisch talent’. Hij stichtte in 1918 een parochie in het (toekomstige) wijkje Nieuw-Engeland. Daar verrees aan de Bosboom Toussaintstraat de OLV-van-Goede-Raadkerk. Hoewel pastoor Duynstee in het hele land ‘veel geld bij elkaar wist te preken’, werd het bouwbudget flink overschreden. Spotters spraken daarom van de ‘OLV ten einde raad’ en ‘Goede Raad is duur’. Aartsbisschop Hendrik van de Wetering weigerde zelfs om de kerk in te wijden en stuurde een ondergeschikte om op 19 maart 1921 die handeling te verrichten.

Broer als architect
Tegelijk met de kerk werden de pastorie en een jongensschool gebouwd op de hoek van de Bosboom Toussaintstraat en Staringstraat. Deze Thomas a Villanovaschool met twee verdiepingen en acht lokalen lag in de lengte direct tegen het kerkgebouw aan, wat ook gold voor het schoolplein. Kerk en school waren ontworpen door de jongste broer van de pastoor. Jos Duynstee (1881-1945) was tot dan toe architect van luxe winkelpanden in zijn woonplaats Den Haag. De opdracht van zijn eerwaarde broer luidde een nieuwe fase in zijn carrière in. Na het katholieke complex in Nieuw-Engeland bouwde hij ook de Heilig Hartkerk in Oudwijk en twee kloosters. Zijn bouwstijl was een nuchtere combinatie van traditionalisme en Amsterdamse School.
In 1923 vierde pastoor Duynstee zijn 25-jarig priesterjubileum. De officiële huldiging vond plaats in de versierde gymzaal van de Thomas a Villanovaschool. Daar werd de jubilaris toegesproken en kreeg hij ‘zeer vele kostelijke geschenken’. De parochianen boden hem een zilveren ciborie aan, een liturgische kelk met deksel die ook al was ontworpen door zijn broer Jos. De kroon bovenop het deksel was een geschenk van de familie Duynstee.
De pastoor kon bij zijn jubileum tevreden terugkijken op het katholieke gebouwencomplex dat hij voor zijn parochie tot stand had gebracht, ondanks de financiële perikelen. Het Geïllustreerd weekblad voor Nederland zette het op een rijtje: ‘In zijn twee-en-half-jarig pastoraat verrezen in het westelijk stadsdeel: 1. een parochiekerk der E.E. P.P. Augustijnen; 2. een pastorie; 3. een Jongensschool; 4. een Fröbelschool; 5. een Meisjesschool en 6. een voorloopig huizencomplex van 88 huizen van de R.K. Middenstandswoningbouwvereeniging St. Augustinus (gedeeltelijk in aanbouw).’ Alleen dat laatste complex was niet door zijn broer ontworpen.
De meisjesschool annex fröbelschool die aanvankelijk Sint-Franciscus heette, was een jaar na de jongensschool ontworpen door Jos Duynstee aan de Busken Huetstraat, schuin tegenover de pastorie en de achterzijde van de kerk. Dit schoolgebouw stond dus niet tegen de kerk aan en had daarom een wat speelsere vorm met enkele uitbouwen en een soort toren, maar in hoofdvorm leek het op de Thomas a Villanovaschool.

Overname en sloop
De school hoorde bij de parochie en er gaven enkele paters augustijnen les. Maar het schoolhoofd Johannes Bouwman (1894-1955) was een leek en er werkten verschillende ‘gewone’ onderwijzers. In 1946 besloot het kerkbestuur echter dat de Fraters van Utrecht de school moesten overnemen van de lekenonderwijzers. Bij het personeel was daar uiteraard veel weerstand tegen.
Jim Terlingen, wiens opa Jul. Terlingen vanaf 1922 onderwijzer was op de Thomas a Villanovaschool, schrijft hierover: ‘Een heuse strijd ontbrandt, waarbij bestuursleden opstappen en vele katholieke geledingen, waaronder aartsbisschop De Jong, zijn betrokken. In het archief van de parochie zijn hierover veel pittige brieven en vergaderverslagen te lezen. Na enkele jaren is het pleit echter beslecht en nemen de fraters het over.’ Terlingen kreeg eervol ontslag en vertrok naar de Gregoriusschool.
De Thomas a Villanovaschool werd in 1964 een gemengde school door samenvoeging met de meisjesschool aan de Busken Huetstraat. Ondertussen sloeg de ontkerkelijking toe. Eind jaren zeventig werd de OLV-van-Goede-Raadkerk buiten gebruik gesteld en kwamen er planken voor de ramen van de pastorie. In 1993 volgde de sloop van de kerk, samen met het schoolgebouw. Ook de voormalige meisjesschool, die als dependance had gediend, sneuvelde. Op de vrijgekomen plek werd een nieuwe basisschool gebouwd met als adres Staringstraat 1, die kortweg Villa Nova werd genoemd. In dit kleurrijke jarennegentig-bouwwerk door architectenbureau Sluijmer en Van Leeuwen zit tegenwoordig de katholieke basisschool De Catharijnepoort (momenteel in verbouwing).
3 Reacties
ReagerenWeer een erg interessant verhaal.
Jim Terlingen schrijft in zijn blogspot: “In 1946 komt de Katholieke Schoolraad met een plan dat de Utrechtse katholieke scholen ‘parochiaal’ moeten worden.”
Wat zou die Schoolraad bedoeld hebben met ‘parochiaal’? En: betrof het specifiek `Utrechtse” scholen? Waarom kwam dat plan in 1946? De rookwolken van WO II waren nog niet opgetrokken.
In hoeverre komt de reactie van het toenmalige kerkbestuur (dus niet: een specifiek schoolbestuur) overeen met dat plan van de Katholieke Schoolraad ? Of is het vervormd in de lokale parochie-politiek?
Ik zat in iets latere periode op een katholieke lagere school, onder de rook van de katholieke St Bavo-kerk in Haarlem. Pastoors en kerkbesturen hadden er niets te zeggen: de school was initiatief en eigendom van een vereniging van de ouders met kinderen op die school
Wat een mooi stuk Arjan, erg interessant om te lezen, ben er als kind vaak geweest.
Dankjewel.
Mooie serie!
Die verdwenen gebouwen hebben als overeenkomst dat ze een bijzondere uitstraling hebben. Andere overeenkomst is dat ze onder mom “ verouderd”. Gesloopt zijn en vervangen door zielloze gebouwen.