Veel kledingwinkeliers kwamen in de 19e eeuw vanuit het Duitse Westfalen naar Nederland. Aanvankelijk rondreizende handelaars, begonnen zij winkelketens in manufacturen en confectie. De eerste in Utrecht was Anton Sinkel met zijn bekende winkel, vanaf 1839 in het grootse pand dat er nu nog staat. In de tweede helft van de eeuw volgden Heinrich Gerhardt van der Sandt, Clemens & August Brenninkmeijer, Anton Kreymborg, Wilhelm Hunkemöller, Bernhard Dijckhoff en Anton Dreesmann, die samenwerkte met Willem Vroom. In dit rijtje horen ook Peek & Cloppenburg thuis.
Op zaterdagavond 29 september 1894 was het zover. In een haast paginagrote advertentie was de heropening aangekondigd van de Magazijnen voor Heeren- en Kinderkleding Peek & Cloppenburg. Het nieuwe gebouw verving drie kleinere winkelpanden op de hoek van de Oudegracht met de Vinkenburgstraat. Vlak voor de sloop had tekenaar Anthony Grolman deze winkeltjes nog vastgelegd. In het linker pand was Peek & Cloppenburg rond 1870 in Utrecht begonnen, kort nadat Johann Theodor Peek (1845-1907) en Heinrich Anton Adolph Cloppenburg (1844-1922) hun zaak in Rotterdam hadden opgericht. Peek zelf leidde de Utrechtse vestiging.
Tekst loopt door onder de afbeeldingen
Inmiddels waren er ook filialen geopend in Amsterdam, Den Haag, Breda, Leeuwarden, Groningen, Haarlem en Leiden. Peek & Cloppenburg adverteerde met ‘Uitgebreide keuze Demi-Saisons, Havelocks, Winterjassen en Costuums, prachtige Coupe, gegarandeerd solide Stoffen’ en met ‘de laatste Engelsche een Schotsche Nouveautés’. Op de dakrand van de oude Utrechtse winkel stond bovendien ‘Uitrustingen voor de Indiën’ (tropenkleding voor in Nederlands-Indië). Dameskleding zou pas 50 jaar later aan het aanbod worden toegevoegd.
Winkel met tuin
Het Utrechtsch Nieuwsblad was in 1894 enthousiast over het grote nieuwe winkelpand. ‘Onze stad is weder een kapitaal gebouw rijker geworden. Ontegenzeggelijk maakt het met zijn aardig torentje en fraai beeldhouwwerk een aangenamen indruk. Dit torentje is 28 Meter van den beganen grond en zal ‘s avonds wanneer het verlicht is, een verrassend effect maken.’ We kunnen wel zeggen dat Peek & Cloppenburg met het verlichte hoektorentje een trend zette, die bijvoorbeeld werd nagevolgd door Modemagazijn Dijckhoff aan de Lange Viestraat.
Architect van het nieuwe winkelpand was de Utrechter Wilhelmus Jacobus van Vogelpoel (1837-1903). Hij was net als de Duitse winkeliers katholiek en aanvankelijk gespecialiseerd in neogotische kerken. In 1891 had hij de apotheek aan Steenweg 44 ontworpen — met de houtgesneden hertenkop — en een paar jaar zou hij het hoekpand Oudegracht 203 bouwen. Al deze winkelpanden ontwierp Van Vogelpoel in neorenaissancestijl: bakstenen gevels aangekleed met ‘speklagen’, gebeeldhouwde of gepleisterde decoraties en houtsnijwerk. Voor verdere variatie zorgden dakkapellen, balkonnetjes, erkers of torentjes. De daklijst van P & C was beschilderd met bloemmotieven. De grote etalageruiten waren omlijst met houtsnijwerk.
Over het interieur schreef de krant: ‘De koperen gaslampen zijn fraai gegraveerd en geleverd door de firma Kencker & Zonen. Ruime kasten voor goederen, benevens twee nette paskamers, bevinden zich in den grooten winkel. Van uit den winkel bereikt men, door middel van een eikenhouten trap, de bovenverdieping, waar een afzonderlijke afdeeling voor Heerenkleeding naar Maat is opgericht. De verdere bovenverdiepingen bevatten ruime kamers, waar de kleederen worden gemaakt, de goederen worden opgeborgen, ingepakt enz.’ De oude kelders onder het winkelpand werden verhuurd aan een wijnhandelaar. Op de werf — destijds nog geen openbare weg — liet Peek & Cloppenburg een tuin aanleggen met gazons, grindpaden en bloemperken. Daarin waren de letters P & C gezaaid!
Moderniseringen
Rond 1930 werd de winkel gemoderniseerd. De decoraties op de daklijst werden overschilderd en de hoge etalageruiten deels vervangen door een brede strook ruitjes in art deco-stijl, met de bedrijfsnaam in koperen letters. Het naastgelegen huis Putruwiel (nu Quignon) werd toen ook bij de winkel getrokken. Na de Tweede Wereldoorlog raakte het oorspronkelijke winkelpand verder onttakeld. Omstreeks 1965 verkeerde het kenmerkende torentje in slechte staat en besloot men het maar af te breken. Het zou leuk zijn als het nog eens wordt herbouwd; de bouwtekeningen zijn bewaard gebleven.
In 1974 verhuisde Peek & Cloppenburg naar een grote nieuwe winkel op het Vredenburg, vastgebouwd aan Hoog Catharijne. Het contrast tussen deze betonbouw en het oude winkelpand kon niet groter zijn. De leeggekomen winkel werd omgevormd tot een klein winkelcentrum, Vinkenburg geheten. Het werd geen succes, ook later niet met een nieuwe naam. ‘Klanten laten Passadôme links liggen’, schreef het UN in 1994, een jaar later gevolgd door ‘McDonald’s laatste hoop voor doodziek Passadôme’. Sindsdien is de hamburgergigant de hoofdgebruiker van het pand, met erboven kantoren en aan de Vinkenburgstraat een kleine chocolaterie.
Vanwege de vernieuwing van Hoog Catharijne en het muziekcentrum moest de P & C aan het Vredenburg in 2012 tegen de vlakte. De keten kon geen overeenstemming bereiken met Corio over een andere locatie in Hoog Catharijne of in het nieuwe winkel- en appartementencomplex De Vredenburg. Na zo’n 140 jaar verdween Peek & Cloppenburg uit het Utrechtse straatbeeld.
9 Reacties
ReagerenDie bloemrijke werf, wat mooi!
Groot verlies voor Utrecht. P&C was altijd een prettige winkel.
En ook nu nog lukt het de stad niet om P&C weer terug te krijgen. Ondanks dat er veel leegstand is.
Wat voegt P&c dan toe @theo?
Wat een mooi groen beeld! Dat zouden we toch weer moeten kunnen aanleggen.
Die prachtige werf!! Heel wat mooier dan al die terrassen.
Arjan, bedankt voor dit pareltje.
Wat een leuke werftuin was dat toen zeg!
Weer een argument om de huidige pulp horeca maar eens goed koud te saneren…
@Ilvy
Ik dacht “Waar heb je het over?” Maor je hebt helemaal gelijk, los van het mooie groen zijn die oude autootjes ook wel leuk op de 1e foto, helemaal over heen gekeken. Thanks voor je opmerking.
Peek en Cloppenburg floreert nog steeds, maar dan in Duitsland. Was het in NL vooral een winkel met goedkopere producten, in Duitsland verkopen ze vooral uit het duurdere segment.
In winkelcentrum Vinkenburg zat trouwens ook Radio Electronica Centrum. Een redelijk unieke zaak die werkelijk alles verkocht wat met electra of electronica te maken had.
Erwin 29/1/2022 – 14:09
Wat voegt P&C dan toe @theo?
Het wisselgeld per ‘buizenpost’, natuurlijk!