Wittevrouwensingel 1: De Nederlanden en Sociëteit Tivoli | De Utrechtse Internet Courant Wittevrouwensingel 1: De Nederlanden en Sociëteit Tivoli | De Utrechtse Internet Courant

Wittevrouwensingel 1: De Nederlanden en Sociëteit Tivoli

Wittevrouwensingel 1: De Nederlanden en Sociëteit Tivoli
Wittevrouwensingel 1 (Arjan den Boer)
Het enige Utrechtse gebouw van de grote architect Berlage staat op de hoek van de Wittevrouwensingel en de Nachtegaalstraat. Het werd in 1930 gebouwd als kantoor van verzekeringsmaatschappij De Nederlanden van 1845 (later Nationale Nederlanden). Maar dat was niet de enige gebruiker: op de eerste verdieping lagen de zalen van de sociëteit Tivoli. Het pand was namelijk gebouwd op de plek van het oude sociëteitsgebouw in park Tivoli.

Het enige Utrechtse gebouw van de grote architect Berlage staat op de hoek van de Wittevrouwensingel en de Nachtegaalstraat. Het werd in 1930 gebouwd als kantoor van verzekeringsmaatschappij De Nederlanden van 1845 (later Nationale Nederlanden). Maar dat was niet de enige gebruiker: op de eerste verdieping lagen de zalen van de sociëteit Tivoli. Het pand was namelijk gebouwd op de plek van het oude sociëteitsgebouw in park Tivoli.

Hendrik Petrus Berlage had in 1889 al een ontwerp gemaakt voor de sociëteit Sic Semper op de hoek van de Trans en Nieuwegracht, maar men koos toen voor een andere architect. Belangrijker was het uitbreidingsplan voor Utrecht dat Berlage in 1920 maakte met Openbare Werken-directeur Holsboer. Het ingrijpende plan is maar deels uitgevoerd — zo kreeg Utrecht geen vliegveld en werd het station niet verplaatst — maar de wijk Oog in Al en de As van Berlage in Zuilen zijn erop gebaseerd.

Buitensociëteit Tivoli, hoek Wittevrouwensingel-Nachtegaalstraat, ca. 1920 (A. van de Pol/HUA)

Berlage had nog geen gebouw ontworpen in Utrecht, maar dat veranderde toen het bestuur van Tivoli — een park met een sociëteit en concertzaal — in geldnood kwam. De concertzaal was namelijk hard aan renovatie toe. De grond van het park werd verkocht voor woningen en winkels, en op de hoek Wittevrouwensingel-Nachtegaalstraat had men een restaurant gedacht waarin de sociëteit een plaats kon krijgen. Het lukte echter niet om een exploitant te vinden, waarna De Nederlanden van 1845 een oplossing boden. Zo ontstond de merkwaardige combinatie van een verzekeringskantoor en een sociëteit.

Ontwerpimpressie Van Gendt, 1930 (Het Nieuwe Instituut)

De Nederlanden van 1845 en directeur Carel Henny hadden een nauwe band met Berlage. Deze architect ontwierp tussen 1897 en 1930 maar liefst zeven kantoren voor het bedrijf, waaronder in 1927 een groot nieuw gebouw in Den Haag (en Henny’s eigen huis). Berlages moderne maar robuuste stijl paste goed bij het bedrijfsimago. Vanwege drukte, dan wel zijn vorderende leeftijd, ontwierp Berlage de Utrechtse vestiging samen met het Amsterdamse architectenbureau Gebroeders Van Gendt. Berlage bedacht alleen de buitengevel, Adolf van Gendt de plattegrond, de betonconstructie en het interieur. De eerste bouwtekeningen zijn door beiden gesigneerd, de verdere uitwerkingen door Van Gendt.

Entree met glas-in-lood en voorportaal (Arjan den Boer)

Entree De Nederlanden

Het gebouw heeft twee rechte vleugels en een halfrond middengedeelte. De hoek wordt benadrukt door een extra opbouw op het platte dak. Boven de ingang op de ronde hoek zit een glas-in-loodraam met het beeldmerk van De Nederlanden van 1845, gebaseerd op het Rijkswapen. Op de gevel stonden oorspronkelijk ook de namen van Fatum, Labor en De Binnenvaart, dochtermaatschappijen van het verzekeringsbedrijf.

De entree bestaat uit een groot open portiek, gevolgd door een tweede portaal met dubbele deuren en traptredes naar een merkwaardig gevormde hal. Het uitgestrekte entreegebied stond niet in verhouding tot de beperkte ruimte die het verzekeringsbedrijf oorspronkelijk gebruikte: een directiekamer, een bescheiden kantoorruimte en twee kleine spreekkamers. De rest van de begane grond bestond aan de Wittevrouwensingel uit ‘te verhuren kantoorruimtes’ en aan de Nachtegaalstraat uit drie winkels met bovenwoningen, alledrie in gebruik bij Woninginrichting Serrée.

Ingang Tivoli: bouwtekening, krantenfoto en heden (HNI/HUA/AdB)

Sociëteit Tivoli

De sociëteit op de verdieping had een eigen ingang tussen de winkelpuien aan de Nachtegaalstraat. De belettering boven deze entree is later afgesmeerd; het zou leuk zijn om deze in de toekomst terug te brengen als herinnering aan het vermaarde Tivoli. De deur leidt via een lange gang naar het trappenhuis, een rond torentje met ramen en een daklicht, dat op het scharnierpunt van de beide vleugels staat. De bijzonder mooi gedraaide teakhouten trap vormt een hoogtepunt in het interieur, en combineert goed met de zwart-crème betegeling die trapsgewijs verspringt. Op het middelpunt staat zelfs een speciale gebogen verwarmingsradiator.

De teakhouten Tivoli-wenteltrap (Arjan den Boer)

Het is vanuit de huidige situatie goed om te bedenken dat de imposante trap oorspronkelijk bedoeld was voor de leden van sociëteit Tivoli en niet voor de medewerkers of klanten van De Nederlanden van 1845, hoewel een eenvoudige deur er wel toegang toe gaf vanuit de kantoorruimtes. Terwijl het verzekeringsbedrijf dus over een grootse entree beschikte en de sociëteit over een minder opvallende ingang, had Tivoli wel een indrukwekkend trappenhuis.

Traptorentje met bovenlicht (Arjan den Boer)

De sociëteitsverdieping bestond uit een hal, een grote conversatiezaal, een biljartzaal, een leeszaal en een bestuurskamer. Die laatste twee ruimtes konden met ingenieuze schuifdeuren samengetrokken worden. De oorspronkelijke indeling is nog grotendeels aanwezig in het tegenwoordige advocatenkantoor, net als een deel van de afwerking. In de ruime hal zijn de betegeling en de eikenhouten deuren nog origineel, net als de wandbetimmering in de conversatiezaal.

Hal op de eerste verdieping (foto Humphrey Daniels)

De grote halfronde conversatiezaal biedt een weids uitzicht op de Nachtegaalstraat, Wittevrouwensingel, de Lucasbrug en de Stadsschouwburg. Bijzonder is dat de ramen zelf ook licht gebogen zijn, zowel de houten kozijnen als het glas. Tegenwoordig dient deze ruimte als vergaderzaal. Voor dat doel heeft het Utrechtse bureau Urbanizer in 2011 een vergadertafel voor 30 personen ontworpen die aansluit bij de monumentaliteit en de ronde vormen van het pand. De tafel is in segmenten op te delen voor een flexibele opstelling.

De voormalige conversatiezaal (Arjan den Boer)

In de grote zaal vonden in de sociëteitsperiode behalve de reguliere gezelligheidsavonden ook feesten en banketten plaats, waarbij de drank rijkelijk vloeide. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar op een foto van het ‘herendiner’ bij het 25-jarig bestaan van de biljartclub van Tivoli in december 1938 (vandaar de aanwezigheid van Sint en Piet). Deze foto laat ook iets zien van het oorspronkelijk meubilair, dat niet bewaard is gebleven. De gebogen zwarte radiatoren zijn er nog wel.

Herendiner biljartclub Tivoli, 1938 (Het Utrechts Archief)

De kosten van de luxe sociëteit werden mede gedragen door de verhuur van de concertzaal van Tivoli aan de Kruisstraat. Daar vonden in de jaren dertig niet alleen concerten, maar ook jaarvergaderingen en gymnastiekuitvoeringen plaats. Er werden zelfs examens afgenomen. Volgens het Utrechts Nieuwsblad was het zo dat ‘het Tivoli-Bestuur zo veel mogelijk geld uit de Tivoli-zaal tracht te stampen, om de sociëteitsvertrekken aan de Nachtegaalstraat hun riant aanzien te doen behouden’.

Voormalige toegang biljartzaal (Arjan den Boer)

Direct aan de conversatiezaal grensde een kleiner en suite-gedeelte, waarschijnlijk bedoeld om even rustig met elkaar te kunnen praten. Tegenwoordig is het een werkkamer van een advocaat. De twee met eikenhout omklede ovale kolommen markeerden de overgang van deze ruimte naar de biljartzaal. Die was wat hoger gelegen en bereikbaar via enkele traptreden aan weerszijden van de kolommen. Er stonden zes biljarttafels. Later is deze zaal opgedeeld in kleinere kantoorruimtes.

Lustrumfeesten en USC

Het pand kreeg in 1936 een vermomming bij de grootse viering van het 60e lustrum van de universiteit. De bordkartonnen (?) aankleding sloot goed aan bij het massieve bouwwerk. Het Utrechts Nieuwsblad schreef: ‘Het moderne hoekpand is geworden tot een bolwerk dat dreigend tegen den diep-blauwen hemel afteekenent… Voor enkele weken heerscht in ons oude Sticht de geest der Middeleeuwen, straks wordt met hernieuwde kracht de strijd tegen de Spaansche overheersching gevoerd, zal wapengerinkel in de straten der binnenstad klinken, zal opnieuw de bestorming van het Vredenburg plaats hebben. Maar in ongebroken kracht rijst, iederen aanval ten spijt, de hechte burcht aan den Wittevrouwensingel op.’

De ‘burcht’ aan de Wittevrouwensingel, 1936 (Het Utrechts Archief)

In juli 1940 werd PHRM, de sociëteit van het Utrechtsch Studenten Corps aan het Janskerkhof, door de Duitse bezetter gevorderd. Binnen een dag tijd verhuisde het USC naar de verdieping van de sociëteit Tivoli aan de Nachtegaalstraat, waar het de oorlogsjaren zou doorbrengen. De beschikbaarheid van deze sociëteitsruimtes met allure was voor het studentencorps een geluk bij een ongeluk. De Tivoli-sociëteit zelf was inmiddels op sterven na dood en zou ook na de oorlog niet meer terugkeren.

Administratie van het USC in de Tivoli-ruimtes, 1940 (bron: Corpsmuseum)

Over de bezetting gesproken: de Utrechtse filiaaldirecteur van De Nederlanden van 1845 was Pim Boellaard, die een bekende verzetsheld zou worden. In september 1941 stond er een arrestatieteam voor de deur van het kantoor aan de Wittevrouwensingel, maar Boellaard wist ternauwernood te ontsnappen. In 1942 werd hij alsnog verraden.

Advocatenkantoor

De verdieping werd na 1945 bij het kantoor getrokken en de aparte ingang raakte buiten gebruik. Rond 1980 verliet de verzekeringsmaatschappij, inmiddels Nationale Nederlanden geheten, het gebouw. Later zat Stade Advies er, in 2010 gevolgd door Bruggink & Van der Velden Advocaten en Belastingadviseurs, de huidige hoofdgebruiker. Urbanizer Aannemers en Architecten heeft het gebouw toen gerenoveerd en de entree, de hallen en het trappenhuis zoveel mogelijk teruggebracht in originele staat. Latere toevoegingen werden verwijderd, maar tegelijk kwamen er werkkamers voor alle advocaten. In de centrale ruimtes hangt een monumentale sfeer, terwijl het verder een modern advocatenkantoor is.

Berlagiaanse dakopbouw, tegenwoordig met letters BvdV (Arjan den Boer)

Behalve herstel van de letters ‘Sociëteit Tivoli’ boven de ingang aan de Nachtgaalstraat zou het mooi zijn als deze entree (met de gang naar de trap) in de toekomst weer in gebruik wordt genomen. Dan kan de grote zaal eventueel apart van het kantoor gebruikt worden voor bijeenkomsten of verhuur — al moet dat maar net iets zijn dat het advocatenkantoor ambieert. Voor Utrecht zou het in ieder geval interessant zijn om Tivoli, waarvan de naam een rondreis door de stad is gaan maken, te doen herleven.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

9 Reacties

Reageren
  1. G.H.

    Wat een mooi artikel weer, boeiend om zoveel te weten te komen over een pand waar ik vaak langs kom maar nooit van binnen geb gezien.
    Die wenteltrap is echt een pareltje zeg!

  2. katja

    Boek !

  3. G.

    Van de week hing bovenop dit gebouw een piratenvlag(doodshoofd) halfstok

  4. Bayerwald

    Dank, Arjan. Heerlijk om te lezen en (een stukje van) het Utrechtse verleden tot leven te zien komen. Schitterende foto’s trouwens. Verder eens met Katja.

  5. Kees Truijens

    @G.H. @katja
    Helemaal mee eens. Ik wacht met spanning op een verzamelbundel van Arjan den Boer. Al zal daar dan wel een keer een supplement op moeten komen, zo productief als hij is.

  6. Utrechter

    Wat een goed idee om de belettering “Societeit Tivoli” terug te brengen en die ingang weer te gebruiken. Ik hoop dat de eigenaar daar wat voor voelt.

  7. Inez

    Er hangt ook een mooie plaquette (zilverkleurig) op het gebouw die verwijst naar de geschiedenis van het gebouw. Ik zou ook graag een keer naar binnen willen, misschien op een architectuurdag?

  8. DDutch

    Interessant en goed artikel over een prachtig gebouw! Opmerkelijk dat de architectuur van dit pand in 1930 volledig in een neo klassieke stijl is uitgevoerd in een tijd dat het modernisme sterk in opkomst was en Berlage gezien wordt als een belangrijke figuur in het ontstaan van dat modernisme.

  9. Jolanda van Tuijl

    Complimenten voor uw artikelen en foto’s, ook wij zouden heel graag een boekje willen kopen van alle gebouwen die u heeft bezocht!

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).